‘Vlaanderen is vastgeroest in de ambtenarij’

Stalen voorwerpen onderdompelen in een bad met zink. Dat is de business van Verzinkerij Lenssen. In de kerstperiode haalde het de pers omdat het de versiering op de Champs-Elysées verzorgde. “Een prestigeproject”, zegt zaakvoerder Georges Lenssen.

450 graden heet is het zinkbad en toch kan je je hand tot vlak boven het vloeibare overgangsmetaal houden. “Zink smelt bij 419 graden, maar heeft een lage stralingswarmte. Zink kookt pas bij 907 graden, wat laag is voor een metaal”, legt Georges Lenssen uit. Metalen constructies worden ondergedompeld in het bad van 13 meter lang en 3,5 meter diep, uniek in de Europese verzinkerij.

De stalen constructies glimmen als ze machinaal uit het zinkbad worden geheven. Enkele arbeiders kijken na of de stalen constructies volledig bedekt zijn met zink. Door een zinklaag op metaal aan te brengen, vertraagt het corrosieproces. “Verzinken garandeert dat er de volgende 50 jaar geen roest op komt”, legt Lenssen uit. “De toepassingen zijn legio. Verlichtingspalen, vangrails, serres, noodtrappen aan de buitenkant van gebouwen, de spoorwegen… De mensen kunnen zich maar moeilijk voorstellen wat er allemaal kapot roest als het niet verzinkt zou zijn.”

De broers Georges en Paul Lenssen stampten in 1988 de verzinkerij uit de grond met een startkapitaal van 1 miljoen euro. Het bedrijf groeide en in het recordjaar 2007 klokte het af met een recordomzet van bijna 11 miljoen euro en 630.000 euro nettowinst.

Ook in 2008 bleef het hoge toppen scheren met ruim 10 miljoen euro omzet. Maar toen brak de crisis uit met een absoluut dieptepunt in 2010. Het bedrijf boekte niet eens 30.000 euro nettowinst. “Gepanikeerd? Neen, dat niet. We draaiden gelukkig nog altijd operationele winst, al was dat natuurlijk erg weinig. We waren en zijn nog altijd gebaat met voorzichtigheid. In 2011 ging het al een pak beter met weer 7,5 miljoen euro omzet en ruim 80.000 euro winst. Ik verwacht voor 2012 gelijkaardige cijfers. Dat is leefbaar, maar het toont ook aan dat de crisis nog niet gepasseerd is. Het is overleven, maar ook dat hoort bij ondernemen. Gelukkig werden we nog niet geconfronteerd met grote faillissementen van rechtstreekse klanten.”

Ford Genk

Gelukkig ja, want Limburg kreeg al genoeg klappen. Als buurman van Ford Genk kan Lenssen daar maar al te goed over meepraten. “Bij ons hebben we gelukkig iedereen aan boord kunnen houden, al moesten we voor sommige projecten wel overschakelen op uitzendarbeid”, zegt de zaakvoerder.

“Ford is natuurlijk een pijnlijke zaak voor de regio, maar veel werkgelegenheid was er voor ons niet mee gemoeid. Als er investeringen gebeurden of als ze overschakelden op een nieuw model verzinkten wij de rekken en containers voor het materiaal. Dat gaat om hooguit 2 procent van het totaal van onze activiteiten. Voor Volvo hebben we wel een tijd carrosserieonderdelen van de vrachtwagens verzinkt.”

Verzinkerij Lenssen realiseert het grootste deel van haar omzet in het buitenland. Met een aandeel van 50 procent op de totale omzet is Nederland de grootste afzetmarkt. Vooral in de serrebouw wist Lenssen een dominante positie af te dwingen. Nochtans ligt de focus vandaag opnieuw meer en meer in eigen land, en dan wel in het zuiden. “In Wallonië zijn ze goed bezig.”

Georges Lenssen is ook politicus, hij is de liberale burgemeester van Maasmechelen. “De zaken die vaak over Wallonië worden beweerd, zijn bij de haren getrokken. Soms lijkt het net of Wallonië een apart land buiten de EU is. Terwijl het vergunningsbeleid bijvoorbeeld een pak efficiënter is in Wallonië. De gedachte om de taalgrens over te steken is bij veel bedrijven al opgekomen. Zo combineer je het beste van twee werelden: je eigen trouw en goed personeel plus het vergunningsbeleid van Wallonië.”

“Het verschil met Vlaanderen is dat er meer wordt beslist op politiek niveau en minder door ambtenaren. Dat heeft als voordeel dat er beslissingen worden genomen door mensen die daar effectief verantwoording voor moeten afleggen. In Vlaanderen is dat vastgeroest in ambtenarij. Laat me er ook bij zeggen dat er te veel PS is in Wallonië. Bovendien is Wallonië voor ons ook de poort naar Frankrijk. Ook dat maakt van Wallonië zonder enige twijfel een groeimarkt.”

Zink versus beton

Vandaag staat de zinkprijs op ruwweg 1500 euro per ton. Een jaar geleden betaalde Lenssen nog zo’n 200 euro minder per ton. In 2010 piekte de zinkprijs dan weer boven 2000 euro. “We hebben zelfs een piek van bijna 3000 euro per ton gekend”, zegt Lenssen. “Vandaag zitten we weer op een werkbaar niveau. In de bouwsector krijgen we natuurlijk wel zware concurrentie van beton, dat als grondstof een pak goedkoper is dan staal. Zeker in de industriële bouw zie je steeds vaker dat er voor beton wordt gekozen. Hangars, bedrijfsgebouwen, zelfs voetbalstadions worden almaar vaker in beton opgetrokken.”

“Het stadion van PSV Eindhoven hebben wij nog verzinkt. Beton is in, toch ben ik ervan overtuigd dat staal in de industriebouw goedkoper is. Een stalen gebouw staat in een mum van tijd recht. In een maand kan je een magazijn bouwen in staal. Gezien de loonkosten is dat een serieuze kostenpost minder. Het nadeel van stalen constructies zijn de strengere regels voor de brandveiligheid.”

“Hoewel we al eens een stalen privéwoning hebben verzinkt, zie ik op de particuliere woonmarkt staal niet snel doorbreken. Maar daar zijn andere redenen voor. Staal isoleert slecht. Nu, wij zitten daar ook niet op te wachten. In de top 20 van onze beste klanten komen sinds onze oprichting geen drie verschillenden namen voor. 80 procent van ons klantenbestand zijn trouwe afnemers. Niet alleen dat, wij werken ook al een kwarteeuw samen met dezelfde leveranciers en hebben heel trouw personeel. Haast iedereen die hier in 1988 startte, is hier nog altijd aan de slag. Dat was een goede buffer tegen de crisis.”

JOCHEN VANDENBERGH, FOTOGRAFIE THOMAS LEGRÈVE

“In een maand tijd kan je een magazijn bouwen in staal. Gezien de loonkosten is dat een serieuze kostenpost minder” Georges Lenssen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content