Vlaamse zelfgenoegzaamheid leidt tot Waals profijt

Uitgerekend op 11 juli opent Wallonië een KMO-koepel die het Waalse investeringsklimaat moet verbeteren. Op het kabinet van de Waalse minister van Economie Kubla wordt er hartelijk om gelachen. Bij zijn tegenhanger Gabriëls iets minder.

Uitgerekend op de Vlaamse feestdag opent Wallonië officieel de deuren van Sowalfin, de Société Wallonne de Financement. De nieuwe instelling is een KMO-investeringskoepel die de Waalse investeringen moet helpen aanzwengelen. Met voorbedachten rade, die lancering op 11 juli? Rudy Aernoudt, de West-Vlaamse adjunct-kabinetschef van Waals minister van Economie Serge Kubla ( MR), lacht breed. “Neen, het is vrij toevallig dat wij net op de Vlaamse feestdag een van onze belangrijkste economische realisaties voorstellen,” knipoogt hij.

Het ontgaat de Vlaamse regering niet dat Wallonië hard werkt aan zijn wederopstanding. Ook de Vlaamse bedrijfsleiders niet, trouwens. “Als ik mijn bedrijf op een heftruck kon transporteren, stond het nu in Wallonië,” bekende een Vlaamse industrieel na een twee uur durende uiteenzetting door Aernoudt. Antoon Soete, zijn Vlaamse tegenhanger op het kabinet van Jaak Gabriëls ( VLD), vindt dergelijke reacties jammer. “Iedereen vergelijkt de ondernemersplannen die Wallonië en Vlaanderen hebben ontwikkeld, maar zo’n vergelijking is niet eerlijk. Wij hebben nooit de ambitie gehad om een dermate uitgebreid plan als Wallonië voor te leggen.”

Volgens de Vlaamse kabinetsmedewerker is een gelijkaardig plan niet nodig en niet mogelijk. Vlaanderen kent immers al jaren een grotere welvaart, en hoeft dus geen achterstand in te halen. “Minister Gabriëls wou met het plan díé maatregelen nemen die de acute problemen oplossen, en die binnen zijn ambtstermijn gerealiseerd kunnen worden. Het Vlaamse langetermijndenken wordt door minister-president Patrick Dewael ( VLD) gecoacht, en zit in Kleurrijk Vlaanderen en het Pact van Vilvoorde verwerkt. Alle maatregelen die Wallonië neemt, staan eigelijk ook op onze agenda. We hanteren gewoon een iets andere timing.”

“Een langetermijnplanning sluit geen kortetermijnacties uit,” vindt Aernoudt. “Het Waalse Actieplan 4×4 is de concrete invulling van het langetermijnplan CAWA ( nvdrContrat d’avenir pour la Wallonie actualisé).” Aernoudt geeft wel toe dat Wallonië sneller kan scoren omdat de regio vanuit een andere startpositie vertrekt: “Wallonië heeft alle factoren die theoretisch aanwezig moeten zijn om economisch te groeien. Toch merk je dat het in vergelijking met zijn buurregio’s minder welvarend is. Dat is het gevolg van een algemeen wantrouwen tegenover het ondernemerschap. We moeten in Wallonië een mentale kentering veroorzaken. Ons plan is dan ook niet alleen bedoeld voor de ondernemers, maar ook voor de ambtenaren en studenten.” Concreet: Wallonië wil tegen 2004 15% meer ondernemingen.

Teren op de rijkdom

De believers in een Waalse reconversie stippen aan dat Wallonië onvermijdelijk zal profiteren van het gebrek aan ondernemersruimte in Vlaanderen. Jan Scheers, partner bij de divisie Plant Location International van Monday (vroeger PricewaterhouseCoopers Consulting) twijfelt hieraan. Scheers adviseert internationaal investeerders die op zoek zijn naar een nieuwe locatie. “Het tekort aan Vlaamse bedrijfsterreinen is een kunstmatige problematiek. Vlaanderen hééft de ruimte. Als de overheid snel werk maakt van de brownfields ( nvdr – vervuilde industrieterreinen), lossen de problemen vanzelf op. Bovendien lijkt de overheid te vergeten dat ze contractueel het recht heeft om bepaalde zones opnieuw op te kopen die ze enkele decennia geleden aan anderen heeft verkocht.”

Antoon Soete, die vroeger nog bij Plant Location International heeft gewerkt, heeft het wat moeilijk om het enthousiasme van zijn ex-collega te delen. “De onderhandelingen over ruimteplanning lopen soms moeilijk in onze Vlaamse regering. Economie en ecologie verzoenen, is immers geen evidente oefening,” zegt hij, de rel tussen Patrick Dewael en milieuminister Vera Dua ( Agalev) indachtig. “Maar ook andere debatten verlopen soms moeizaam.” Soete twijfelt eraan of ondernemers wel hoog genoeg staan op het prioriteitenlijstje van deze regering. “Volgens mij zijn we wat te zelfgenoegzaam, en teren we te graag op onze verworven rijkdom. We missen een rolmodel. Als we een grote speler verliezen, zullen we misschien wakker schieten.”

Garanties voor durfkapitaal

De overheid wil ondernemers minder en minder via subsidies ondersteunen. Zowel Wallonië als Vlaanderen trachten via flankerende maatregelen het ondernemersklimaat te bevorderen. Beide overheden concentreren zich op administratieve vereenvoudiging, onderwijs, financiering, onderzoek en ontwikkeling enzovoort. Maar er zijn ook belangrijke verschillen in aanpak, zoals de financieringsmaatregelen en het onderwijs – twee domeinen waar beide ondernemersplannen sterk op focussen.

Om Jan Modaal zover te krijgen dat hij zijn geld in durfkapitaal durft te stoppen, geeft de Vlaamse overheid hem een korting op zijn personenbelasting (de beruchte SBIC-formule). Wallonië geeft hem de garantie dat hij zijn geld terugkrijgt. De Vlaamse regering besliste volgens Soete voor een fiscale korting en niet voor een garantie “omdat alle partijen moeten bijdragen in de risicodeling”.

Aernoudt zet zich sterk af tegen een fiscale korting. “We leven al in een fiscaal paradijs omdat de meerwaarden op aandelen niet belast worden. Als het SBIC-systeem op kruissnelheid draait, kost de fiscale regeling de overheid stukken van mensen in de begroting,” aldus de adjunct-kabinetschef van Kubla. “En dan is het nog niet eens zeker of Jan Modaal op het eind van de rit wel zijn geld terug krijgt. Wallonië garandeert de kapitaalinbreng van de belegger. Om eventuele kosten voor de Waalse overheid te drukken, doet Wallonië bovendien een beroep op Europa, dat als tweede garantie optreedt.”

Soete is het niet eens met Aernoudts kostenanalyse. “Volgens mij is het een kwestie van keuzes maken. Wij mikken met ons Vlaamse systeem op 30 tot 50 miljoen euro kosten. In onze ogen is dat niet te veel.”

Wallonië en Europa zijn oude bekenden, doordat delen van Wallonië lange tijd als achtergesteld gebied werden geclassificeerd. Maar Wallonië kreeg nog een extra duwtje in de rug om sneller het kluwen van Europese maatregelen te doorworstelen, en meer van bepaalde gunstregimes te profiteren. Aernoudt bracht meer dan tien jaar door in de wandelgangen van de Europese Commissie, en is ook na zijn aantreden op het kabinet-Kubla nog altijd aan het werk als hoofdeconoom bij de Commissie.

Zijn Europese ervaring past hij ook toe in de nieuwe adviessessies voor Waalse ondernemers in spe. Naar Londens voorbeeld start Wallonië met een integrated finance module, die bestaat uit tweewekelijkse sessies. Op deze sessies komen kandidaat-ondernemers en vertegenwoordigers uit de bankwereld, het durfkapitaal en business angels samen. “Als de potentiële ondernemer buitenkomt uit de sessies, moet hij perfect weten voor welk bedrag hij een banklening moet aangaan en voor welk bedrag hij durfkapitaal moet ophalen,” zegt Aernoudt. “Daarmee versterkt hij zijn onderhandelingspositie en zijn slaagkansen. In Londen bestaan er nu al wachtlijsten voor dergelijke sessies.”

Ook de opleidingsmaatregelen weerspiegelen een internationale reflex. Terwijl Vlaanderen het idee van opleidingscheques (oorspronkelijk een Waals initiatief) met succes invoert, reist Aernoudt de wereld rond om met allerlei universiteiten opleidingsprogramma’s voor ondernemers uit te dokteren. Zo is er een afspraak met het gerenommeerde Babson College, dat Waalse proffen tot professoren in ondernemerschap zal omscholen. Vlaanderen probeert intussen op zijn manier een internationaal netwerk uit te bouwen via een s teunpunt ondernemerschap.

Hoezo, stakersmentaliteit?

Ondanks die plannen blijft Jan Scheers van Monday sceptisch, en verwoordt hij de mening van veel non-believers: “De vakbonden en de sterke Waalse intercommunales zullen hun macht niet zomaar afgeven. Ook het communautaire gehakketak vanuit Franstalige kant voorspelt niet veel goeds.”

Op het kabinet van Kubla worden ze er wat nerveus van. “Het heeft geen zin om in hokjes en met vooroordelen te blijven denken,” zegt Aernoudt. “Wallonië wil het ondernemerschap aanzwengelen door de totale bevolking en de regering te sensibiliseren. Kijk maar waar er de jongste tijd gestaakt is. Niet bij de Waalse privé-bedrijven, hoor! We nemen onze vakbonden mee op internationale handelsmissies om hen in het project te integreren. De Club Gouvernance Wallonne brengt alle openbare instanties samen. In plaats van een versnipperd beleid te voeren, moeten alle actoren die enige zeggenschap hebben over ondernemerschap samen beslissen, en zo de ongelijkheid tussen de regio’s wegwerken.” Aernoudt wil wederzijds respect tussen de ambtenarij en de privé-sector. “De Waalse ambtenaren zullen een tijdje in een privé-onderneming moeten meedraaien, en vice versa.”

“Trouwens, wat kan beter bewijzen dat Wallonië af wil van zijn gesloten mentaliteit, dan dat het mij als Vlaming heeft aangeworven als adjunct-kabinetschef,” zegt Aernoudt. Vóór zijn aanstelling was hij al bijzonder adviseur van Kubla, toen die tijdens het Belgische EU-voorzitterschap de Industrieraad van de Europse Unie moest leiden. Met de definitieve aanwerving van Aernoudt nam Kubla toch nog een risico. Want wat te denken van zijn recente openingszin in het maanblad van de Vlaamse beweging Doorbraak? “Het voortdurend kankeren over de sociale transfers getuigt van een kortetermijnperspectief dat dwars staat op de intellectuele openheid van Vlaanderen.” Ook is de West-Vlaming niet te beroerd om sommige structuren ter discussie te stellen. Voor een project rond deugdelijk bestuur werkt hij samen met het Vlaamse Instituut voor Bestuurders en niet met de Waalse tegenhanger. “Hun plan paste beter bij onze doelstellingen,” en daarmee is voor hem de kous af. Ook al joeg hij daarmee de Waalse instelling de gordijnen in, en moest hij enkele boze telefoontjes incasseren.

Milieu als communautaire rel?

De Waalse initiatieven renderen. Vorig jaar tekende Wallonië voor de eerste keer in veertig jaar een sterkere economische groei op dan Vlaanderen. En ook de mentaliteit wil mee. Een studie van de internetsite Monster.be wijst uit dat Vlamingen dromen van een job als radiopresentator, terwijl de Walen staan te springen om manager te worden.

“Vlaanderen heeft belang bij een welvarend Wallonië,” beklemtoont Aernoudt. “En omgekeerd,” vult Soete aan. Beide heren zijn het dan ook roerend eens dat de regio’s meer de handen in elkaar moeten slaan om druk uit te oefenen op federaal niveau. De wensen van Vlaanderen en Wallonië overlappen elkaar geregeld op economisch vlak, en de federale regering wil niet altijd mee.

Maar daarmee is de communautaire economische vrede niet getekend. Milieu is een heikel punt, en Wallonië stelt zich hierin vaak wat soepeler op, ten gunste van de ondernemers. Het Kyoto-protocol zal de milieutegenstellingen tussen beide regio’s nog scherper maken. “Vlaanderen wordt waarschijnlijk het kind van de rekening,” zegt Soete. “Aangezien Wallonië zijn vervuilende industrie heeft afgestoten, zal het de kosten niet lineair met Vlaanderen willen delen. Zo zal Vlaanderen verplicht worden emissierechten bij Wallonië af te kopen. Boven op de sociale transfers, krijgen we dan de ecologische transfers.” Aernoudt moet er eens mee lachen. Soete ook, maar groener.

An Goovaerts [{ssquf}]

an.goovaerts@trends.be

Met een nieuw actieplan voor KMO’ers wil Wallonië tegen 2004 15% meer ondernemingen creëren.

“Alle maatregelen die Wallonië nu neemt, staan eigelijk ook op onze agenda. We hanteren gewoon een andere timing.”

(Antoon Soete, kabinet-Gabriëls)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content