Vlaamse werkkracht vs. Waals geld

Ieper Industries investeert, met steun van de Vlaamse overheid, 260 miljoen frank in nieuwe kantoren en nieuwe installaties. De Westhoek blijft de uitverkoren productieplaats. Henegouwen stond nochtans klaar met het dubbele aan expansiesteun.

I eper Industries heeft nieuwe kantoren geopend. Manager Patrick Hugenholtz stond erop dat burgemeester Paul Breyne (CVP) present zou zijn. “Hij speelde een niet onbelangrijke rol in ons investeringsdossier bij de Vlaamse overheid,” zegt Patrick Hugenholtz. “Want laten we eerlijk zijn : de Walen kwamen letterlijk aan onze mouw trekken om deze investering toch maar bij hen te doen. Aan Vlaamse zijde krijgen we 18 % subsidie, van Collignon konden we het dubbele krijgen. Het was mede dankzij Breyne die in Brussel wees op het belang van dit dossier voor de streek, dat Ieper Industries de Vlaamse steun kreeg.”

Merkwaardig bedrijfje, Ieper Industries. De naam verraadt flink wat Vlaams karakter, maar dit klopt niet helemaal. De schier 220 Vlaamse werknemers krijgen aan een verre buitenrand van de Kattenstad hun richtlijnen uit de mond van twee Nederlandse managers ( Patrick Hugenholtz en Peter Ohms), die optreden namens het concern van de Duitse eigenaar Peter Butz. Het Butz-concern staat, via vijf “Europese” fabrieken (waaronder Ieper Industries), bekend als toeleverancier aan de auto-industrie. In de Westhoek worden afdekhoezen (voor de bagageruimte) klaargestoomd voor bekende merken als Volvo, Audi-VW, Rover en Ford. Ieper Industries kocht daartoe in 1985, bij zijn opstart, een Europees patent van het Amerikaanse Irvin. “Het is een product dat in de lift zit,” weet Patrick Hugenholtz. “Het behoort nog niet altijd tot de standaarduitrusting van een wagen, maar dat duurt vermoedelijk niet lang meer.”

Ieper Industries kende een groei om u tegen te zeggen. 90 miljoen frank omzet in 1989, 420 miljoen in 1993 en 1,070 miljard in 1995. In twee jaar tijd (1993/1995) werd ook het aantal loonfiches met drie vermenigvuldigd. Dit zijn geconsolideerde cijfers van Ieper Industries Productiemaatschappij en Ieper Industries Verkoopmaatschappij.

Om de toekomst onbevangen tegemoet te zien, diende nu geïnvesteerd te worden. Het kantoorcomplex kreeg een bijkomende vleugel. Het gros van het geld is echter bestemd voor “immateriële zaken” : de nieuwste informaticasystemen, testapparatuur, nieuwe planningsystemen, updaten van de productie. Zegt Hugenholtz : “Wij maken een ogenschijnlijk eenvoudig product waar echter heel wat knowhow komt bij kijken. Onderzoek is essentieel voor ons bedrijf. We maken afdekhoezen die steeds goedkoper worden, maar ook steeds beter. Bepaalde leveranciers uit de lagelonenlanden beweren dat ze een evenwaardig aanbod bieden. Wij weten dat dit niet kan, en de auto-industrie weet dat ook verduiveld goed. Maar hun aanwezigheid zet wel de prijzen geweldig onder druk. Daarom moeten we onze kosten stelselmatig verlagen.”

Op de referentielijst mogen dan al ronkende namen prijken, andere topspelers ontbreken evenzeer : Renault en Mercedes bijvoorbeeld. Volgens de tandem Hugenholtz-Ohms stellen de Franse autoconstructeurs zich zeer protectionistisch op. “Maar er is goede hoop dat we binnenkort een doorbraak forceren,” heet het in Ieper. “Niet alleen in Frankrijk, maar ook bij andere merken.”

Omdat alle eieren in één mand leggen gevaarlijk is, heeft de top van het bedrijf al jaren geleden gezocht naar een nieuw aanbod binnen hetzelfde segment. Uit dat denkwerk zijn de veiligheidsnetten voor break-versies voortgesproten. Zegt Hugenholtz : “Als ik in de zomer zie hoe bepaalde families naar hun zomervakanties trekken, dan houd ik mijn hart vast. In de koffer van de break liggen de valiezen los tot tegen het dak gestapeld. Te gek, natuurlijk, want te gevaarlijk. De autoconstructeurs zien dat nu in, en de Europese Commissie voorziet ook maatregelen. Dat betekent nieuwe business voor de komende jaren.”

VREDIG.

Ieper Industries is voltijds aan de slag : drie ploegen, plus weekendwerk. Bovendien wordt er een grote flexibiliteit gevraagd van de arbeiders. “We hebben hier een reusachtig voordeel,” zegt Hugenholtz. “De mentaliteit van het personeel is ruimschoots voorbeeldig. Hier wordt niet in termen van confrontatie gedacht, maar altijd in termen van samenwerking. Ik denk dat dit typisch is voor deze regio, én een ongemeen belangrijke troef voor een bedrijf als het onze. Vandaar dat we het Waalse bod ook nooit ernstig onderzocht hebben, hoe aantrekkelijk het op het eerste gezicht ook leek.”

De Nederlandse managers van Ieper Industries willen na al die jaren voor geen honderdduizend gulden terug naar de eigen Heimat. Hugenholtz woont in Gent, Ohms in Brugge. “België heeft op alle vlakken zoveel meer te bieden dan Nederland,” zeggen ze in koor.

K.C.

PATRICK HUGENHOLTZ (IEPER INDUSTRIES) De Westhoek heeft een onmiskenbaar voordeel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content