Vlaamse kmo’s staan in de kou

Ondernemers uit de kenniseconomie trekken aan de alarmbel. Hopelijk vinden ze gehoor bij minister Patricia Ceysens. Want voorlopig ontbreekt het beleid om de kmo’s door de crisis te loodsen.

Op 31 maart gaat een delegatie van het CEO Forum (zie kader Informele slagkracht) op bezoek bij Patricia Ceysens, Vlaams minister voor Economie, Ondernemen, Buitenlandse handel en Wetenschapsbeleid. De liberale minister wil weten waar het Forum voor staat, en wil van deze Vlaamse entrepreneurs horen wat de overheid kan doen om het bedrijfsleven te ondersteunen in deze destructieve periode.

Trends ging alvast luisteren naar een ontbijtsessie die het Forum op periodieke basis en in alle beslotenheid organiseert. Plaats van afspraak is het bedrijfsrestaurant van Alfacam, waar gastheer Gabriel Fehervari zijn confraters trakteert op broodjes en koffie. En al vormt dit Forum een heterogene bende, hun klacht klinkt unisono. De grieven luiden: “De overheid en de media hebben enkel oog voor grote mediagenieke dossiers als Opel, waar de macht van het getal voorrang krijgt op een toekomstvisie. Intussen ontbreekt het België aan een echt kmo-beleid, en de weinige middelen die er zijn, worden verkeerd ingezet.”

Het is deze ondernemers – voornamelijk actief in de door de overheid zo geprezen kenniseconomie- ernst, en de teneur is negatief. Allen nemen ze maatregelen om de crisis uit te kunnen zweten, en sommigen hebben daarbij hun spaarcenten aangesproken, of zetten hun eigen loon op nul. Ze staan met de rug tegen de muur, en het mes staat op de keel. Voor een van de gesprekspartners, Koen Faes van Inewit, is dat wel heel letterlijk te nemen. Hij werd kort na dit gesprek door zijn raad van bestuur opzijgeschoven als gedelegeerd bestuurder. Faes blijft als bestuurder wel aan boord van ‘zijn’ Inewit.

CONRAD TUYTTE (MEUCCI SOLUTIONS). “We hebben het meeste last van kredietverschaffers die niet meer meewillen. We spreken dan zowel over de durfkapitaalsector als over de banken. Bij die laatste is de deur volledig dicht, daar moeten we niet meer aankloppen.”

KOEN FAES (INEWIT). “Sowieso kan een technologiebedrijf moeilijk bij een bank terecht. Die lachen je gewoon uit wanneer je als start-up met je businessplan komt aankloppen. Dus je bent verplicht om naar maatschappijen te stappen als IWT, Vinnof of andere durffondsen. Komt daarbovenop dat de durffondsen – die werken met onder meer het geld van vermogende individuele mensen – ook klappen hebben gekregen door de aandelencrash van de voorbije maanden. Dan wordt het heel moeilijk om bijkomende financiering te vragen. Ze zijn een stuk terughoudender dan voorheen en stellen vaak heel zware voorwaarden. Tegelijk gaan ook onze klanten op de rem staan. Dus alle bestellingen zijn opgeschoven met twee, drie kwartalen, soms met een heel jaar. En als ondernemer sta je dan met je rug tegen de muur en met het mes op de keel.”

GABRIEL FEHERVARI (ALFACAM). “Wij hebben vooral problemen met onze klanten die later betalen. De gemiddelde betalingstermijn is van 63 dagen opgeschoven naar 90 dagen. En de banken zijn een van de oorzaken, omdat onze klanten geen kaskredieten meer krijgen. Zo krijg je een cirkel die doorheen de hele industrie raast.”

De overheid plant intussen steunmaatregelen voor diverse sectoren. Vallen jullie uit de boot?

FILIP DE GEYTER (ACTONOMY). “Ik denk dat je een onderscheid moet maken tussen een beleid en tussen maatregelen om bedrijven door deze crisis te helpen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan een rist maatregelen met betrekking tot de sociale zekerheid, die heel snel een invloed kunnen hebben op de cash van een bedrijf.”

INGE GEERDENS (CV WAREHOUSE). “Mij valt op dat er grote verschillen zijn in aanpak tussen de lidstaten in Europa. In België is er geen kmo-beleid. Onze bedrijven tellen niet mee, ook al gaat het om tewerkstelling in eigen streek.”

FEHERVARI. “Als je de som maakt van 20 tot 30 bedrijven van onze omvang, kom je ook snel aan 1000 mensen. Men jammert over de tewerkstelling bij Opel, maar onze groep wordt gauw vergeten. Probleem is dat de media, politiek en de vakbonden achter die grote bedrijven gaan staan. Niemand steunt onze categorie van bedrijven. Is het niet hemeltergend dat de overheid nu letterlijk met honderden miljoenen euro’s zwaait, en dat dit gaat naar industrieën die allicht weinig toekomstgericht zijn.”

PETER RYCKAERT (DIGIPOINT). “Het heeft geen enkele zin om zulke industrieën te blijven ondersteunen, als ze geen overtuigend businessplan hebben. Hoeveel jaar hollen die al van crisis naar crisis?”

FAES. “De overheid beschikt al over een aantal instrumenten om bedrijven die bezig zijn met kennis, wetenschap, technologie financieel te ondersteunen. Het is soms wel frustrerend te moeten vaststellen dat het een groot deel hiervan vaak vloeit naar grote, multinationale ondernemingen, die dat veel minder nodig hebben. De Vlaamse overheid zou veel meer resultaat kunnen boeken door die investeringen niet enkel financieel op te volgen. Dat kan door bijvoorbeeld professionals, ondernemers, met concrete ervaring in de respectieve sectoren in te zetten ter ondersteuning van de bedrijven en ondernemers waar ze in investeert.”

Heel concreet, wat zou de overheid kunnen doen voor jullie bedrijven?

GEERDENS. “Beginnen met een beleid. Ik ben nu al vijf weken bezig om 1000 euro te krijgen van de kmo-portefeuille. Als ik de uren reken die ik daar al heb ingestoken, dan kon ik die 1000 euro eigenlijk al verdiend hebben door gewoon te werken en er geen tijd aan te verspillen.”

FAES. “De investeringsinitiatieven zijn goed, maar kunnen nog veel doeltreffender gemaakt worden. De organisaties die hiervoor in het leven geroepen zijn, zijn bijna uitsluitend bemand door financiële mensen. Zodra er beslist wordt te investeren, wordt dit verder uitsluitend opgevolgd door financiële mensen. Het lijkt mij moeilijk voor hen om zich te kunnen inleven in een hightechproduct en -markt. Vaak speelt men dan maar op ‘veilig’ en participeert men voor een paar 100.000 euro, terwijl je eigenlijk het tienvoudige nodig hebt om je product helemaal in de markt te zetten. Als je de wereldmarkt op wil, dan heb je een raket nodig die uit de dampkring geraakt. Je tankt die vol en schiet die af. Dit is geen brommertje waar je een litertje benzine ingiet en dan kijkt hoe ver je ermee geraakt.”

FEHERVARI. “Ik heb moeite met de versnippering van de middelen en acties die de overheid op het getouw zet. Laat die acties en middelen gewoon vloeien naar algemene lastenverlagingen zodat we zelf kunnen inzetten op wat we nodig hebben. Dat zal veel meer bijdragen tot een oplossing.”

Wat hebben jullie al ondernomen om deze crisis uit te zweten?

GEERDENS. “Het eerste wat ik heb gedaan, is mijn eigen loon op nul zetten. Ik hoop de crisis te kunnen uitfietsen met het hele team, want als ik ze moet laten gaan, moet ik ze binnenkort toch weer terughalen. Het is dan eigenlijk kennis die ik tijdelijk buitenzet.”

TUYTTE. “Wij zijn de voorbije drie jaar met 450 procent gegroeid. Dit jaar gaan we doen alsof onze groei maar 10 procent is. Dus alles naar beneden herzien, en ook bepaalde opportuniteiten laten liggen. Punt.”

RUDY VANHILLE (CONVENSO). “De ondernemer is een buffer op zich. Ik heb bij mij ook alles bijna op nul gezet. Ik zal wel een boterham met choco eten. Dit ontbijt hier is dan ook mooi meegenomen.” ( algemene hilariteit)

RYCKAERT. “Concreet heb ik een zestal freelancers moeten bedanken. Van mijn vaste mensen nog niemand.”

FAES. “Mijn vennoot en ik hebben vorig jaar al elk 50.000 euro van onze spaarcenten gebruikt om de bonussen en eindejaarspremies te betalen. Ondertussen heb ik ook mijn eigen loon naar beneden herzien en hebben we onze maandelijkse burnrate gehalveerd. Dat betekent dus mensen ontslaan en de buikriem aantrekken.”

FREDERIK MOORTGAT (ESTABLIS). “Wij zijn een tweedegeneratiebedrijf, zonder extern kapitaal. Maar ik heb ook een probleem om mijn mensen aan het werk te kunnen houden. Ik ben niet zo bang om de crisis te kunnen overbruggen, want ik heb geen cash- of liquiditeitsprobleem. Maar ik ben bang dat ik mijn mensen geen werk kan geven, waardoor ze met hun vingers moeten zitten draaien. En dat ze dus weg zullen gaan.”

Is tijdelijke werkloosheid voor bedienden relevant voor jullie soort bedrijven?

MOORTGAT. “Neen, het zijn knelpuntberoepen. Als ik aan die mensen moet zeggen dat ze tijdelijk werkloos worden, dan zal de reactie zijn: ‘dan ben ik hier weg’. Ik vind het idee op zich niet slecht voor bepaalde bedrijven, maar bij ons werkt dat niet.” ( algemene bijval)

FEHERVARI. “Ik geloof niet dat je op de overheid moet rekenen voor deze crisis. Waar ik wel in geloof, is dat de overheid in ruil voor de steun aan de banken kan eisen dat zij hun kredietrol blijven opnemen. En de overheid moet dat opvolgen. De banken hebben miljarden gekregen maar ik weet niet waarvoor ze die gebruiken. In ieder geval niet voor kredietverschaffing.”

Zijn er ook positieve kanten aan de crisis?

GEERDENS. “Het goede nieuws is dat we zien dat grote concurrenten veel meer moeite hebben om hun model te draaien. Het is bijna zalig om te zien dat ze nog zes maanden nodig hebben om iets of wat bij te sturen. Terwijl wij meteen kunnen beginnen. En ik denk dat we als ondernemers hier sterker gaan uitkomen. Desondanks vind ik de uitspraken die je hoort van ‘goede ondernemers overleven dit wel’ een beetje pijnlijk. Goede mensen en ondernemingen worden hier ook slachtoffer van.” (T)

Door Sjoukje Smedts en Lieven Desmet – Fotografie Pat Verbruggen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content