Vlaamse giraffen

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

Het 40-jarige Arcomet verovert Berlijn. In september ’96 opent de Limburgse kranenbouwer een logistiek centrum in Niemegk (ex-DDR). Twee maanden later verhuist het familiebedrijf zijn hoofdzetel van Hasselt naar Beringen.

Berlijn.

Elke maand verhuurt de Limburgse constructeur Arcomet een tiental bouwkranen van eigen makelij in Duitsland. Vooral vanuit bouwput Berlijn, in ’98 de nieuwe hoofdstad van de Bondsrepubliek (zie kader Volksverhuizing), komen de orders aan de lopende band binnen. Op nog geen jaar tijd heeft de Duitse dochter van het Vlaams familiebedrijf onder de stuwende kracht van de commerciële verantwoordelijken Jürgen Riese en Walter Bauhofer (met ruime ervaring bij internationale marktleider Liebherr) een 90-tal van de Vlaamse giraffen aan de man gebracht.

Vandaag vertegenwoordigt de Duitse markt 40 % van de geconsolideerde omzet (1,2 miljard frank in ’95). Dirk Theyskens (35j.), gedelegeerd bestuurder van de Arcomet-groep (zie organogram) : “Brussel is volgebouwd. Berlijn wil de nieuwe hoofdstad van Europa worden. Bovendien vormt de regio dé ideale toegangspoort tot het oosten, waar een grote woningnood heerst. Stap-voor-stap boren wij de opportuniteiten in de Neue Länder aan. Onze kwaliteit is goed en onze prijzen liggen gemiddeld 5 % lager dan de plaatselijke concurrenten. Het aantal contacten en contracten stijgt gemiddeld met zo’n 15 % per jaar. Deze week leggen we de laatste hand aan een overeenkomst met VLK voor twee kranen. VLK is de joint venture tussen de Vlaamse bouwmaatschappijen Van Laere (Zwijndrecht) en Kumpen (Hasselt), die in Bernau actief zijn. In de herfst van dit jaar openen we nieuwe kantoren in Leipzig, Stuttgart en Duisburg. Polen, dat op nog geen 100 kilometer van Berlijn ligt, wordt door een Vlaamse verkoper van Poolse origine vanuit onze Limburgse hoofdzetel nauwlettend in ‘t oog gehouden. Maar deze markt is nog niet rijp wegens een tekort aan financieringsmogelijkheden en kredietverzekeringen. Intussen raakt Tsjechië wel op dreef. Praag is één grote bouwwerf, te vergelijken met Berlijn. In de hoofdstad staan nu al zeven van onze kranen. Wij verwachten daar een stijging van het bouwvolume tot 50 % per jaar.”

LAATSTE DER MOHICANEN.

In ’56 richt vader Karel Theyskens klassiek filoloog van opleiding in Beringen zijn eigen bedrijf op met een Franse naam, zoals het in die tijd nog gewoon was : Ateliers de Construction Métallurgique, kortweg Arcomet (want Atcomet vindt hij niet klinken). Het is een toeleveringsbedrijf van kleine gereedschappen aan de Kempense Steenkoolmijnen (KS). Al vlug ziet hij de toekomst van dit Limburgse goud somber in en werpt zich begin jaren zestig op de bouwsector met de constructie van kleine liften. Geleidelijk schakelt hij over naar hijs-, hef- en transportwerktuigen. In een kwarteeuw klimt senior Theyskens naar de top van de Belgische kranenbouwers.

In ’86 nemen zijn drie zoons Dirk, Leo en Luc het familiebedrijf over. Op tien jaar tijd verviervoudigen zij de omzet van 300 miljoen naar 1,2 miljard frank met een totaal personeelsbestand van 115 werknemers. Op dit ogenblik is Arcomet zowat de enige onderneming in haar soort, die de Belgische bouwcrisis eind vorig decennium overleefd heeft. Sinds de reorganisatie van 10 juni ’92 telt de groep acht dochters, waarvan zeven werkmaatschappijen en één immobiliënvennootschap ( De Schemkens, dat in Beringen een distributiecentrum aan de Amerikaanse aluminiumfabrikant Alcoa verhuurt). In ’95 is daar een buitenlands filiaal Duitsland bijgekomen.

In België telt Arcomet vier vestigingen : Hasselt (kantoor), Houthalen (assemblagefabriek), Beringen (servicecentrum), Beernem (onderhouds- en herstelplaats). Eind dit jaar verhuist de groep haar hoofdzetel naar Paal, waar ze 3,6 ha industriegrond bezit. In mei starten de werken, inclusief de bouw van een nieuwe werkhal en stapelruimte voor de verhuurafdeling. Kostprijs : 80 miljoen frank. En in Niemegk, ex-DDR, komt er dit jaar nog een nieuw logistiek centrum.

Aangezien de markt van verkoop naar verhuur evolueert ( nvdr van 25 naar 60 % op tien jaar tijd en een verwachte stijging naar 90 % volgende eeuw), investeert Arcomet tussen ’92 en ’95 zo’n 160 miljoen frank in nieuwe transport- en montagekranen. De huurvloot goed voor 650 miljoen frank nieuwwaarde bestaat nu uit 450 bouw- en torenkranen, waarvan de helft in Duitsland. Daarnaast heeft de groep sinds begin dit decennium 200 miljoen frank in de modernisering van het productengamma en de infrastructuur gestoken. Theyskens : “Alles samen investeren we een half miljard frank op vijf jaar tijd, deels gefinancierd met eigen middelen. Gelukkig kunnen we veel afschrijven ( nvdr zo’n 280 miljoen frank op een cashflow van 320 miljoen frank in ’95), maar nu is het welletjes geweest. Vanaf ’97 gaan we consolideren.”

Van enig protectionisme, zoals Besix met de overname van Halle West Bau tot zijn scha en schande ondervond (zie Trends van 3 augustus ’95), zegt Theyskens geen last te hebben. Ondanks de huidige recessie in de Duitse bouwsector voorziet de gedelegeerd bestuurder van Arcomet de eerste jaren nog een constante groei in de Neue Länder : “Het aantal nieuwe woningen in de oostelijke deelstaten nam vorig jaar met 16,3 % toe. De fiscale gunstmaatregelen voor investeringen in nieuwe huizen worden afgezwakt, waardoor de groei zou verminderen tot 4,5 % in ’96. Dit cijfer zal zeker tot 2000 behouden blijven. De nood aan (ver-)nieuwbouw in de ex-DDR is immers zeer groot.”

SYNERGIE.

Na anderhalf jaar onderhandelen, slaagt Arcomet er in augustus ’95 met de hulp van Guido Scharpé, economisch vertegenwoordiger van Vlaanderen op de Belgische ambassade in Duitsland, in een stuk grond van vijf ha te kopen in Niemegk, gelegen langs de E9-autosnelweg tussen Berlijn en Leipzig.

Daar bouwt de groep nu een nieuw logistiek centrum om de dienstverlening aan de Neue Länder te verzorgen (de productie van de kranen blijft in België). Ze doet dit met een Vlaamse aannemer die beduidend goedkoper was dan de Duitse concurrenten. Totale investering, inclusief grond : 40 miljoen frank. Naast een kantorencomplex en opslaghal voor eigen gebruik, plant Arcomet ook de oprichting van een bedrijvencentrum. Hierbij denkt Theyskens in de eerste plaats aan Vlaamse ondernemingen die zich in Oost-Duitsland willen vestigen. Zo kunnen administratieve taken gemeenschappelijk uitgevoerd worden. Dat drukt de kosten, wat de concurrentiekracht verbetert. Ook merkt hij op dat de terugreis van zijn transporten van Berlijn naar Limburg doorgaans met lege vrachtwagens gebeurt, zodat ook op transportvlak synergieën mogelijk zijn.

Tenslotte hoopt de gedelegeerd bestuurder van Arcomet met hart en ziel dat de regering binnenkort beslist de nieuwe luchthaven van Berlijn in het nabijgelegen Sperenberg te bouwen. Dat zou een enorme stimulans voor de regio van Niemegk betekenen. Maar voorlopig is concurrent Schönefeld, waar zich reeds een vlieginfrastructuur bevindt, nog aan de winnende hand.

ERIC POMPEN

DIRK THEYSKENS (ARCOMET) Tot 2000 constante groei van 15 % wat de huur van bouwkranen in de Neue Länder betreft.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content