Verzet tegen hedgefondsen komt op gang

Guy Legrand Freelance journalist

De Duitse kanselier, Angela Merkel, gaat de belangrijkste industrielanden aansporen om van de speculatieve fondsen meer transparantie te eisen. De ECB wil hen verplichten om de sluier te lichten over hun posities op de financiële markten. En de Amerikaanse overheid gaat de toegang tot diezelfde hedgefondsen voor particulieren beperken. Zijn ze dan zo gevaarlijk?

Angela Merkel, de Europese Centrale Bank, de Securities & Exchange Commission, iedereen roept tegenwoordig schande over de hedgefondsen. Het was dan ook geen toeval dat, amper enkele uren na de gespierde uitlatingen, een twaalftal verenigingen die het grootste deel van de spelers op de financiële wereldmarkt groeperen, al uitpakten met een gedragscode. Ze beseffen dat ze al enige tijd op de rooster liggen.

Eén punt hebben ze alvast gemeen: ze zijn allemaal actief op de markt van de niet-klassieke financiële producten, van het soort dat de jongste jaren een ware explosie kende en waarin de al even weinig klassieke investeerders zich vermaken. De Managed Fund Association, die een duizendtal speculatieve fondsen groepeert, ondertekende het manifest. Dat is wel het minste dat ze kan doen als ze de aanleiding is voor al die opschudding.

Wat is het probleem? In tegenstelling tot de andere beleggers zijn de hedgefondsen tegelijk actief op de klassieke aandelen- en obligatiemarkt, en op de erg private markt van de kredieten. Op die laatste markt, die vroeger uitsluitend in handen was van bankiers, is het gebruikelijk om de geldschieters gerust te stellen door wat details over de gang van zaken in de onderneming te openbaren. Vertrouwelijk, uiteraard. Maar is het ondenkbaar dat een beheerder van een hedgefonds, die net uit de biechtstoel van General Motors gekomen is, in de verleiding komt om het aandeel van GM op de beurs te verhandelen op basis van zijn geprivilegieerde informatie?

Die ethische kant van de kwestie is echter bijkomstig in vergelijking met de discretie en zelfs terughoudendheid die speculatieve fondsen kenmerken – wat hun statuut overigens toelaat. Dat neemt niet weg dat zowel de Europese als Amerikaanse financiële verantwoordelijken ermee worstelen, want hedgefondsen wegen zwaar door. Ramingen geven aan dat ze de helft van alle transacties vertegenwoordigen die op de Amerikaanse financiële markten worden gerealiseerd. Bovendien deinzen ze er niet voor terug om agressief te speculeren, wat voor de anderen gevaarlijk kan zijn.

Vandaar het voorstel dat de Europese Centrale Bank vorige week formuleerde: de hedgefondsen ertoe verplichten om op dagbasis een register bij te houden van al hun posities op de markt. De autoriteiten kunnen de eventuele gevaren inschatten zodra ze weten wat voor vlees ze in de kuip hebben.

Het gaat hier niet zomaar om een persoonlijke bevlieging van Jean-Claude Trichet, de voorzitter van de ECB, maar om de weerspiegeling van een bekommernis die in brede kringen in Europa leeft. Dezelfde dag nam de Duitse kanselier, Angela Merkel, de transparantie van de financiële markten, “en meer bepaald van de speculatieve fondsen”, op in het lijstje van de grote thema’s die moeten worden besproken door de G8, de club van de acht machtigste landen van de wereld, die Duitsland in 2007 voorzit.

De schande waarmee de speculatieve fondsen worden overladen, heeft verschillende oorzaken. Het is een subtiele mengeling van feiten, waarschijnlijk ook van jaloezie en van halve verzinsels. Hedgefondsen werden als grappig beschouwd zolang ze marginaal waren. Vandaag beschikken ze over ongeveer 1500 miljard, ja zelfs 2000 miljard dollar. Theoretisch zijn ze in staat om zowel het aandeel van de grootste onderneming ter wereld, als de markt van de obligaties die de Amerikaanse staat uitgeeft, aan het wankelen te brengen. En dat is niet meer zo grappig.

Hedgefondsen veroorzaken ergernis omdat een aantal van hen niet alleen zeer agressief is bij de posities die ze innemen op de financiële markten, maar ook omdat ze een hefboomeffect uitoefenen door massaal te lenen bij de banken. Op die manier speculeren ze bijvoorbeeld voor 5000 en zelfs 10.000 dollar met 1000 dollar aan eigen fondsen. Vandaar de vraag: is dat niet met vuur spelen? Die vraag stellen, is ze beantwoorden met een ja, vinden verschillende financiële verantwoordelijken. Onder hen Alan Greenspan zelf, die al waarschuwingen de wereld instuurde toen hij nog voorzitter was van de Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank.

Al jaren omringt de geur van zwavel de hedgefondsen. De wil echter om die kleine ondoorzichtige wereld te besturen bleef relatief zwak, tot het accident met het Amaranthfonds. Op 18 september deelde dat Amerikaans hedgefonds mee dat het op drie weken tijd 6 miljard dollar verloren had. Dramatisch, maar niet fataal: het fonds zag ‘gewoon’ 60 % van het voordien gewonnen geld in rook opgaan en het financieel systeem werd niet bedreigd. Het was echter wel de druppel die de emmer deed overlopen.

Het is duidelijk dat de speculatieve fondsen er zich niet langer mee vergenoegen te ‘spelen’ met financiële producten. Ze beginnen sommige ondernemingen te belagen. De Britse fondsenbeheerder Gartmore heeft berekend dat de hedgefondsen in niet minder dan 38 % van alle beursgenoteerde bedrijven 5 % of meer van het kapitaal in handen hebben. Omdat ze zich daarbij vaak agressief opstellen, hebben de speculatieve fondsen zich in de zakenkringen stevige vijanden op de hals gehaald. Daarnaast weten ze een toenemend aantal pensioenfondsen te verleiden, die soms aanzienlijke sommen in hen investeren. Maar is de zekerheid die de gepensioneerden verwachten wel verenigbaar met de pokerspelletjes van de hedgefondsen? In de Verenigde Staten hebben enkele spectaculaire incidenten alvast voor hevige beroering gezorgd.

Er is weliswaar iets meer fundamenteels aan de hand. De hedgefondsen wordt niet verweten dat ze speculeren: de economische actoren hebben behoefte aan speculanten die bereid zijn de risico’s op zich te nemen die zij willen afstoten. Door gebruik te maken van afgeleide producten die genoteerd staan op een gespecialiseerde markt, zullen die speculanten bijvoorbeeld garanderen dat een Europese onderneming die een dollar verkoopt op de betaaldag 0,88 euro zal ontvangen, ook al is de dollar tegen dan naar 0,80 euro gezakt. De premies voor de speculanten die bereid zijn het risico op zich te nemen, stellen hen in staat om meer dan behoorlijk hun brood te verdienen.

De formidabele groei van de hedgefondsen heeft er echter toe geleid dat men staat te springen om dergelijke risico’s op zich te nemen. Het logische gevolg is dat de vergoedingen weggesmolten zijn. Om veel geld te kunnen blijven verdienen, moeten de speculatieve fondsen dus meer risico nemen. Daardoor dreigen ze bij een tegenvaller hun verplichtingen niet te kunnen nakomen. Als ze over de kop gaan, is dat pech voor hen. Maar als er een gat in de kas is, wie moet er dan voor opdraaien? Men mag dan wel beweren dat de banken niet zomaar lenen aan de hedgefondsen, maar een Belgische financier die vertrouwd is met de sector zegt toch: “De banken lenen aan die speculatieve fondsen uiteraard niet tegen 4 of 5 %, maar tegen 8 of 10 %. De verleiding is dan ook groot om eerder te veel dan te weinig te lenen.”

Hoe dan ook, in de voorbije weken werden herhaaldelijk waarschuwingen de wereld in gestuurd, soms in vrij heftige termen. Eind oktober benadrukte het ratingbureau Standard & Poor’s dat vooral de Amerikaanse banken steeds gemakkelijker lenen aan debiteurs van twijfelachtige kwaliteit en vervolgens het risico doorschuiven naar de hedgefondsen. Vraag is of het risico wel zo veilig wordt doorgeschoven als ze wel denken. In dat verband ging de Duitse Dresdner Bank een stap verder in de analyse. Volgens haar zijn alle ingrediënten voorhanden die uiteindelijk kunnen leiden tot een bloedbad. De Securities & Exchange Commission (SEC), die de financiële markten in de VS regulariseert, windt zich daar al enkele jaren over op, net als de Federal Reserve trouwens. De SEC heeft onlangs een voorstel voor een nieuwe reglementering ingediend en voorgesteld om de toegang van particulieren tot die speculatieve fondsen meer te beperken. Ze heeft goede hoop om haar slag thuis te halen omdat de Democraten sinds kort opnieuw de meerderheid hebben in het Amerikaanse Congres.

In die hele context kan het vreemd lijken dat Fortis vorige maand fier aankondigde dat het de controle had verworven over de Amerikaanse hedgefondsbeheerder Cadogan. Heeft onze bankverzekeraar, in navolging van de meeste andere grote westerse banken, ook zijn ziel aan de duivel verkocht? “Het is duidelijk een sector in volle groei, vooral omdat heel wat beleggers op zoek gaan naar een betere risicocontrole”, voert Christopher Wadsworth aan, die bij Cadogan in Londen belast is met de marketing.

Risicocontrole? Zijn uitgerekend de hedgefondsen niet de kampioenen van de risiconeming?

Absoluut niet, beweert Jean-Paul Gruslin, de oprichter van HDF Finance Benelux, een vennootschap die bij ons de hedgefondsen van HDF Finance, de sectorleider in Frankrijk, commercialiseert. Volgens hem is een hedgefonds integendeel een fonds dat systematisch zijn risico’s indekt.

Door gebruik te maken van de populaire techniek van long en short gaan, vormt een hedgefonds een veel kleiner risico dan een klassiek aandelenfonds. Dat risico wordt gemeten aan de hand van de zogenaamde volatiliteit. Een vergelijking kan leerrijk zijn, zegt de andere vennoot van HDF Finance Benelux, Philippe Lhoest: over de voorbije tien jaar gaf het fonds HDF Global Opportunities een volatiliteit van nauwelijks 7 % te zien, tegenover bijna 17 % voor de wereldwijde beursindex MSCI en over het algemeen 13 of 14 % voor een klassiek aandelenbevak die wordt verkocht aan het brede publiek. Het hedgefonds was dus twee keer keer veiliger.

Vrijbuiters van de financiën en rustige familievaders onder dezelfde noemer van hedgefonds? In zekere zin wel. Net zoals het woord auto zowel verwijst naar een Logan als naar een Rolls-Royce. Omgekeerd te werk gaan, is nog het makkelijkst om een definitie te geven van wat een hedgefonds is: het gaat om een niet-gereglementeerd beleggingsfonds omdat het niet wordt verkocht aan het brede publiek. Een bevak, die wordt verkocht door de bank om de hoek, moet zich houden aan het beleggingsbeleid dat op voorhand werd vastgelegd. Een hedgefonds eist het recht op om de kansen te grijpen wanneer ze zich voordoen en zelfs om zijn beleggingspolitiek zonder verwittiging te wijzigen. Het richt zich dus enkel tot ervaren kopers, zoals institutionele beleggers en zeer gefortuneerde particulieren.

Aan beide zijden van de oceaan is het cliënteel de jongste jaren echter groter geworden en treden hedgefondsen toe tot de beurs . Volgens diverse vaklui is dit nog maar het begin: we maken een geleidelijke convergentie mee, in zoverre zelfs dat er binnen een tiental jaar wellicht geen groot verschil meer zal bestaan tussen een hedgefonds en een klassiek fonds, en dat zowel op het gebied van de strategie als van de transparantie.

Intussen zullen de hedgefondsen doorgaan met hun activiteiten, beschut tegen indiscrete blikken. Aanmaningen waren onvermijdelijk omdat de meest agressieve speculatieve fondsen er een spelletje van gemaakt hadden de markt schrik aan te jagen. De tegenaanval is op gang gebracht door de SEC en de Fed, De BCE en Angela Merkel brachten de machine op een hoger toerental.

Guy Legrand

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content