Verzekeraars klimmen uit het dal

An Goovaerts An Goovaerts is redacteur bij Trends

Vandaag, donderdag 19 februari, is eindelijk weer eens een vrolijke dag in verzekeringsland. De beroepsvereniging BVVO kondigt gunstige cijfers aan en blikt terug op een geslaagd sociaal akkoord en productief lobbywerk. Wie wordt hier allemaal beter van?

“Ik mag het echt niet verklappen, hoor,” zegt Michel Baecker tot driemaal toe. De gedelegeerd bestuurder van de Belgische Vereniging van Verzekeringsondernemingen ( BVVO) zit op hete kolen. Vandaag, 19 februari, maakt hij voor het eerst in drie jaar positief nieuws over de sector bekend, maar dat is niet alles. Hij zal de nieuwe naam en het nieuwe logo van de beroepsvereniging onthullen. “De naamsverandering is geen modegril,” drukt hij ons op het hart. “Het is de bekroning van de toenadering tussen de BVVO, Ethias – het vroegere Omob – en FB Verzekeringen.” Baecker houdt zijn lippen stijf op elkaar, maar via via hebben we vernomen dat de naam goed voorzien is van de letter a.

Half dozijn verzekeraars uit de markt

“In de veertien jaar dat ik in de sector actief ben, is het de eerste keer dat ik zo’n toestand heb meegemaakt,” fronst Baecker. “Zes verzekeraars, waaronder Ohra Belgium en CB Direct, hebben de markt gedeeltelijk of volledig verlaten. Sommige grote groepen hanteren centralisatie als nieuwe strategie. Ze denken hard na over welke markten ze nu eigenlijk moeten bespelen en met welke producten. Dat is een Europees verschijnsel.”

De sector heeft de voorbije drie jaar zijn deel van de pech wel gehad: 11 september 2001, de malaise op de beurzen, natuurrampen, stijgende herverzekeringspremies… 2002 staat in het geheugen van de Belgische verzekeraars gegrift als “het jaar van de 821 miljoen euro”. Zoveel verlies maakten ze met z’n allen. Gevolg: premiestijgingen, kapitaalverhogingen en opgedoekte activiteiten.

“Ik weet wat een crisis is,” aldus Baecker, die vijftien jaar lang de neergang van de textielsector meemaakte. “De verzekeringssector heeft een crisis doorworsteld. Maar de financiële sector heeft het grote voordeel dat ze niet zonder lokale activiteiten kan. Financiële dienstverlening is plaatsgebonden. Dat is een fundamenteel verschil met de industrie, die veel meer zaken kan delokaliseren ten nadele van de werkgelegenheid hier. De schrijnende taferelen die ik heb gezien door de delokalisatie van de textielsector, heb ik nu niet meegemaakt.”

Niet onbelangrijk in het gevecht tegen de crisis is het sociale akkoord met de vakbonden. Tot eind 2004 worden geen loonsverhogingen toegekend, met uitzondering van de indexering. In ruil krijgt elke werknemer in 2005 een premie van 185 euro. “Het akkoord was ook een belangrijk signaal voor de buitenlandse groepen dat het ons menens was om te vechten voor het herstel,” licht Baecker toe. Hij noemt het akkoord historisch en zegt dat het hem bloed, zweet en tranen heeft gekost.

Cijfers klimmen uit het dal

Voordat Baecker de jongste cijfers van 2003 – gebaseerd op een steekproef die 90 % van de markt vertegenwoordigt – uit de doeken doet, geeft hij de volgende waarschuwing: “Het is niet het moment om euforisch te zijn. De cijfers zijn aan de beterende hand en de conjunctuur geeft een duwtje in de rug. Maar een nieuwe 11 september volstaat om alles weer op zijn kop te zetten.”

We beginnen met het goede nieuws: het totaal aan geïnde premies (de incasso-inkomsten) is gestegen met 18,9 %, van 22,5 miljard tot 26,5 miljard euro. De verzekeraars zijn operationeel weer rendabel en de solvabiliteitsratio van de sector is 2,5 keer hoger dan het wettelijke minimum. “Ik kan me niet uitspreken over de solvabiliteit van individuele bedrijven,” voegt Baecker er dadelijk aan toe.

De incassostijging van 18,9 % betekent een spectaculaire groei vergeleken met 2002 (+7,9 %) en 2001 (3 %) en is grotendeels te danken aan de tak leven, die 68 % van alle premies voor zijn rekening neemt. Vorig jaar stegen de premies voor individuele levensverzekeringen met 28,2 % en die voor groepsproducten met 17,3 %. Dat laatste is duidelijk het gevolg van de wet over aanvullende pensioenen. De levensverzekeringsproducten gekoppeld aan een beleggingsproduct (Tak 23) daalden met bijna 40 %, terwijl de formules met een gegarandeerd rendement (Tak 21) met 63 % stijgen. De Belg neemt geen risico meer.

Volgens Baecker is de toegevoegde waarde voor de verzekeraars meer te vinden in de niet-levenproducten, zoals de brand- en autoverzekering. Maar hoewel deze markten in Europa grotendeels verzadigd zijn, stegen de incasso’s toch met 6,7 % (7,5 % in 2002). “Een groot deel van de toename is te danken aan premiestijgingen en dus niet aan een betere verkoop,” nuanceert Baecker. “De prijsverhogingen waren noodzakelijk om de verzekeraars weer met zwarte inkt te laten schrijven. Vroeger rekenden de verzekeraars op financiële opbrengsten om het gat te dichten tussen de premie-inkomsten enerzijds en de schadevergoedingen en kosten anderzijds. Sinds de beursmalaise beseffen de verzekeraars dat dit geen goede manier van werken is. Vandaar de premieverhogingen.”

De laatste nuance die Baecker wil maken, gaat over de rentabiliteit van de sector. “Als ik zeg dat de sector rendabel is, baseer ik me op de eerste negen maanden van 2003. Ik kan niet voorspellen dat de verzekeraars in hun laatste kwartaal geen provisies zullen aanleggen die de winsten drukken. Laten we het houden op de stelling dat de verzekeraars met hun operationele activiteiten weer rendabel zijn. En dat ook hier nog een lange weg af te leggen valt.”

Een autoverzekering voor iedereen?

België is geen veilig land om met de auto in rond te rijden. Het aantal ongevallen dat de burgers hier veroorzaken, ligt beduidend hoger dan het Europese gemiddelde. De Europese trend tussen 1997 en 2001 vertoont trouwens een dalende lijn, wat van de Belgische niet gezegd kan worden (zie grafiek: Belgen zijn een gevaar op de weg). De premies voor een autoverzekering stegen de voorbije twee jaren zo spectaculair, dat steeds meer brokkenmakers zonder verzekering rondtoeren. De overheid en de verzekeraars sloegen de handen in elkaar om de problematiek te bestrijden.

Voor de echte brokkenmakers en wanbetalers werd het Tariferingsbureau opgericht. Wie drie keer door een maatschappij wordt geweigerd of alleen voorstellen krijgt die vijfmaal zo duur zijn als de gunstigste voorwaarden, mag bij het bureau aankloppen. Het bureau maakt een nieuw en realistisch voorstel, dat voor de aanvrager te nemen of te laten is. De hele verzekeringssector draait op voor de kosten en schadevergoedingen. Baecker geeft de jongste cijfers: “In twee maanden tijd zouden ongeveer 3350 dossiers zijn ingediend, waarvan 1300 een positief antwoord hebben ontvangen en 675 aangesloten zijn.”

Voor de jonge chauffeurs die geen brokkenmakers zijn maar wel hoge premies moeten betalen vanwege hun jeugdige leeftijd, sloten overheid en privé het Contract 29/29. Grosso modo waarborgt het contract aan jongeren onder 26 jaar een premie die niet hoger ligt dan 29 % van de premie voor een 29-jarige. Daar hangen wel voorwaarden aan vast. De bestuurder mag bijvoorbeeld niet met het verzekerde voertuig rijden van middernacht tot 7 uur ‘s ochtends op vrijdag, zaterdag en zondag.

Alles leek in kannen en kruiken, tot Baecker op een zaterdagochtend door minister van Economie Fientje Moerman ( VLD) uit zijn bed werd gebeld. “Het akkoord zou niet wettig zijn.” Baecker: “Het akkoord is een herenakkoord waar 85 % van de sector zich in kon vinden bij de ondertekening. De Vlaamse leden van de Federatie van Verzekerings- en Financiële Tussenpersonen roepen nu moord en brand dat het akkoord juridisch niet klopt. Nogmaals, wij hebben het kader geschetst en nu moet elke verzekeringsonderneming dat in een contract gieten. Ik ben geen juridisch expert, maar ik ben zeker dat elke verzekeraar wel zo iemand in huis heeft. De contracten die vanaf 1 maart aangeboden zullen worden, zullen juridisch piekfijn in orde zijn.”

De verzekeringssector doet dit uiteraard niet allemaal uit liefdadigheid. Zo wenst de sector dat de overheid de prijscontrole op verzekeringsproducten laat vallen. En dat diezelfde overheid drastische maatregelen neemt om het aantal ongevallen in ons land te doen dalen. “De regering heeft de doelstelling de ongevallenratio met 50 % te laten dalen tegen 2010. Wij willen sneller vooruit. We weten dat het tijd kost, maar na een jaar zullen we toch een eerste evaluatie maken,” stelt Baecker.

Los je het probleem van de weekendongevallen op, dan los je bijna 50 % van alle ongevallen op, zegt Baecker. Minder ongevallen betekenen voor de verzekeraars natuurlijk minder schadevergoedingen, betere cijfers en redelijker prijzen. En de sector wil ook een duit in het zakje doen. “Wij zijn bereid een belangrijke financiële inspanning te doen. Wij kunnen bijvoorbeeld een bijdrage leveren aan het uitdelen van taxicheques aan de uitgang van discotheken. In het weekend dat de Responsible Young Drivers een brede actie hielden, daalde het aantal weekendongevallen tot een dieptepunt.”

Is de Belg solidair met zijn overstroomde buur?

Of de aarde nu opwarmt of niet, steeds meer huiseigenaars in België moeten geregeld hun kelder en gelijkvloers leegpompen na de zoveelste waterellende. Wordt die miserie veroorzaakt door een storm, dan dekt de verzekering de schade via de brandpolis. Maar wordt de waterellende veroorzaakt door een andere natuurramp, zoals een overstroming, dan kan de gedupeerde alleen rekenen op het Rampenfonds van de overheid. Die moet de ramp eerst wel bij Koninklijk Besluit bekrachtigen. Verzekeraars en overheid zoeken al meer dan een decennium naar een vlottere formule.

De laatste wet die onder voogdij van voormalig minister van Economie Charles Picqué ( PS) werd goedgekeurd, voorzag in een verplichte dekking voor overstromingen voor alle mensen die in een risicozone wonen. “Je mag er zeker van zijn dat die mensen torenhoge premies zullen moeten betalen,” waarschuwt Baecker. “Bovendien mag elk gewest zijn eigen risicozones aanduiden, wat tot een ongelijke behandeling kan leiden.”

Huidig minister Moerman draait de redenering om en wil de verzekeringen tegen overstromingen verplicht maken voor elke burger in het land. Dat zou de premies voor de brandverzekeringen voor iedereen doen stijgen, maar, zegt Baecker: “Zo maak je iedereen solidair en dat is toch het basisprincipe van verzekeringen. Eventueel kan je aan mensen in een risicozone een extra inspanning vragen. Iedereen praat over solidariteit, maar een hogere premie betalen? Ho maar.”

Een ander wetsvoorstel dat onder de loep wordt genomen, gaat over de dekking van terrorisme. Nog maar weinig verzekeraars en herverzekeraars willen het risico dekken, en áls ze het doen, schieten de premies door het dak. “Het is een heel moeilijke discussie,” beaamt Baecker. “In sommige grote Europese landen zag je dat de overheid fondsen uitbouwde met de privé-sector. Maar landen als België en Luxemburg zijn daar te klein voor. Het voorstel om één groot Europees initiatief te nemen werd geweigerd door enkele grote landen als Groot-Brittannië.”

Einde van het bankverzekeringsmodel?

Op de jaarlijkse economische hoogmis in Davos werd het einde van het bankverzekeringsmodel luidop aangekondigd. “Ik ben geen strateeg, maar ik zie gewoon dat het bankverzekeringsmodel in België niet gefaald heeft,” analyseert Baecker, die zelf niet in Davos aanwezig was. “Als je kijkt naar het stijgende succes van producten die typisch in dat concept worden verkocht, kan je je toch afvragen of we het zó slecht doen.”

In België zijn de controlediensten van de banken ( BVB) en verzekeraars ( CDV) gefuseerd tot de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen ( CBFA). Oorspronkelijk tegen de wil van de verzekeraars in, maar de sector is bijgedraaid. “We waren bang dat de specifieke kennis over de sector verloren zou gaan,” legt Baecker uit. “Maar van de CBFA hebben wij voldoende garanties gekregen dat dit niet zal gebeuren. De sector is ook tot het besef gekomen dat hij baat heeft bij een rigoureuze controle. Het gewicht van de CDV was onvoldoende om die uitdagingen aan te gaan. Nu staat ze sterker.” Maar zelf fuseren met de beroepsvereniging van banken ziet Baecker niet zitten. “We moeten optimale samenwerkingsverbanden uitwerken,” geeft hij toe. “Maar onze kernactiviteit is toch te verschillend voor een totaal samengaan.”

An Goovaerts

“Wij kunnen bijvoorbeeld een bijdrage leveren aan het uitdelen van taxicheques aan de uitgang van discotheken.”

Tot eind 2004 worden geen loonsverhogingen toegekend,

maar elke werknemer krijgt in 2005 een premie van 185 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content