Verplicht tot onderhoud

Onderhoudsuitkeringen die worden betaald na een echtscheiding of door een onderhoudsplicht, zijn fiscaal aftrekbaar. Maar dat belastingvoordeel is aan voorwaarden gebonden.

Heel wat Belgen dragen bij in het levensonderhoud van hun ex-partner of hun kinderen na een echtscheiding. Of ze voldoen een deel van de kosten van hun ouders, bijvoorbeeld omdat hun pensioen niet volstaat om de rusthuisfactuur te betalen. Die steun kan zwaar wegen, maar volgens het fiscale wetboek zijn onderhoudsuitkeringen aftrekbaar als ze “regelmatig betaald zijn aan behoeftige personen aan wie de belastingplichtige onderhoud verschuldigd is ter uitvoering van een wettelijke verplichting en die geen deel uitmaken van het gezin”.

De onderhoudsplichtige kan zulke uitkeringen voor 80 procent aftrekken van zijn belastbare inkomen. De aftrek levert een belastingvoordeel op tegen het marginale tarief — maximaal 50 procent, plus de uitgespaarde gemeentebelasting. Belangrijk om te weten is dat de begunstigde in principe belasting betaalt op 80 procent van de bedragen die hij ontvangt. Maar doorgaans heeft dat weinig gevolgen. De begunstigde — bijvoorbeeld een minderjarig kind of een gepensioneerde met een karig pensioen — heeft vaak een heel laag inkomen, zodat hij weinig of mogelijk zelfs geen belasting betaalt op de uitkeringen.

Regelmatige betaling

De onderhoudsuitkeringen moeten regelmatig worden betaald, bijvoorbeeld driemaandelijks, maandelijks of tweewekelijks. Wie alleen af en toe eens bijspringt naargelang het hem uitkomt, kan die bedragen dus in principe niet aftrekken.

Ook wie in één keer een groot bedrag stort, kan dat aftrekken in het jaar dat hij het betaalt. Dat is ook het geval voor wie uitzonderlijke kosten van zijn kinderen voldoet. Denk aan de betaling van een stookoliefactuur in een strenge winter, of aan de aankoop van een wagen als een kind die nodig heeft om een hogere studie te kunnen volgen. Dat zulke uitkeringen aftrekbaar kunnen zijn, werd onlangs nog eens bevestigd door de fiscus.

Betaling bewijzen

De onderhoudsplichtige moet bewijzen van de betaling kunnen voorleggen om aanspraak te kunnen maken op de belastingaftrek. Rekeninguittreksels volstaan daarvoor. Betaalt hij onderhoudsuitkeringen aan zijn ouders die in een rusthuis verblijven, dan aanvaardt de fiscus de aftrek als de sommen rechtstreeks aan het rusthuis worden betaald.

Stelt een onderhoudsplichtige gratis een woning ter beschikking, dan aanvaardt de fiscus dat als een onderhoudsuitkering in natura. Hij kan een bedrag aftrekken in verhouding tot de huur die de woning per jaar zou opbrengen. Ook studiekosten, de huur van een huis, medische kosten en de rekeningen van gas, water, verwarming, elektriciteit en telefoon kunnen als onderhoudsuitkeringen worden ingebracht. Maar ook dan geldt het principe dat de belastingplichtige de kosten regelmatig voor zijn rekening neemt, tenzij het om uitzonderlijke uitgaven zou gaan.

Verplichting tot onderhoud

Onderhoudsuitkeringen zijn alleen aftrekbaar als ze worden betaald aan personen tegenover wie de belastingplichtige een onderhoudsplicht heeft. Die plicht hebben bijvoorbeeld ouders ten opzichte van hun kinderen, en kinderen ten opzichte van hun ouders en grootouders. Onderhoudsuitkeringen die worden betaald aan een vriend of zelfs aan een broer of een tante, zijn nooit aftrekbaar.

Wie onderhoudsuitkeringen betaalt aan zijn ouders, kan die steun enkel aftrekken als de begunstigden behoeftig zijn. Dat is een subjectief criterium. Als het pensioen van de ouders niet volstaat om de rusthuisfactuur te betalen, maar ze nog wel veel beleggingen bezitten, zijn ze volgens de fiscus niet behoeftig. De onderhoudsuitkeringen zijn dan niet aftrekbaar.

Niet onbeperkt

Onderhoudsuitkeringen zijn slechts aftrekbaar in de mate dat ze nodig zijn. Als de verstrekker te veel betaalt, loopt hij het risico dat de fiscus een deel van de aftrek verwerpt. Daarnaast kan hij enkel zijn eigen aandeel in de onderhoudsplicht aftrekken. Als hij bijvoorbeeld een broer of een zus heeft, moeten ze in principe maar de helft van het nodige bedrag betalen. Als een van beiden het volledige bedrag voor zijn rekening neemt, kan die maar de helft aftrekken.

Niet inwonen

De begunstigde die de onderhoudsuitkeringen krijgt, mag geen deel uitmaken van het gezin van de verstrekker. Vaak ontstaat discussie als een ouder onderhoudsuitkeringen betaalt aan zijn studerende kinderen die op kamers wonen, en die bedragen wil aftrekken. De fiscus gaat ervan uit dat de kinderen tijdens hun studie deel blijven uitmaken van het gezin, zelfs al komen ze nog slechts sporadisch naar huis.

In de rechtspraak is wel al aanvaard dat kinderen die in het buitenland studeren in die periode geen deel meer uitmaken van het gezin, zodat het zakgeld dat hun ouders hen geven, wel aftrekbaar kan zijn als onderhoudsuitkering.

Algemene onderhoudsplicht

De onderhoudsuitkeringen die worden betaald na een echtscheiding met onderlinge toestemming, maken doorgaans deel uit van de echtscheidingsakte en moeten dus worden betaald. Maar wat zijn de fiscale gevolgen als de uitkering niet is opgenomen in de echtscheidingsovereenkomst en dus vrijwillig wordt betaald? Het hof van beroep in Gent gaf het antwoord in een arrest van 24 december 2013.

De zaak ging over een gescheiden man en vrouw, met een tienerdochter die op internaat was. De vader betaalde vrijwillig de schoolkosten en trok het bedrag — ongeveer 9000 euro — voor 80 procent af als een onderhoudsuitkering. De rechter oordeelde dat die kosten wel degelijk een aftrekbare onderhoudsuitkering zijn. Het speelt daarbij geen rol of over die kosten afspraken zijn gemaakt in de echtscheidingsakte. Ze maken volgens de rechter deel uit van de algemene onderhoudsplicht die is vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. De aftrek van de kosten door de vader leidde er wel toe dat de gestorte bedragen werden belast bij de dochter.

JOHAN STEENACKERS

Onderhoudsuitkeringen zijn aftrekbaar als ze regelmatig worden betaald.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content