VERHOFSTADT EN ADAM SMITH

Inderdaad, mijnheer Verhofstadt, Adam Smith was veel socialer van instelling dan de meeste liberalistisch (of kapitalistisch) denkenden die zich op hem beroepen. Sprekend in dit opzicht is zijn bekommernis over het afstompende werk in de speldenfabriek waar de eerste rudimentaire vorm van arbeidsdeling plaatshad vóór Taylor er een naam voor bedacht : scientific management. Dat is steeds de moeilijkheid met Adam Smith : is hij eerst de moraalfilosoof die de Theory of Moral Sentiments (1759) schreef of eerder de economist van The Wealth of Nations (1766), het alibi van diegenen die een minimale staat wensen en een maximale vrijheid voor de burgers. De moeilijkheid met mensen als Verhofstadt, als interpretator van Adam Smith, is het feit dat ze nogal eens voorbij zien aan de menselijke werkelijkheid. Ook al zou Verhofstadt Adam Smith een “humane en progressieve VLD’er” noemen (in Trends van 2 mei) omdat hij waarden als gemeenschapszin, zelfbeheersing en mensenliefde vooropstelt in zijn maatschappij van de “onzichtbare hand”, je kan je ogen niet sluiten voor het feit dat deze waarden in de huidige tijd meer en meer in de verdrukking komen zowel op het vlak van de feiten (fraude, corruptie, verkeersagressie…) als op het vlak van de ideeën (eigen volk eerst, eigen vrijheid eerst). Het gaat er bij mij dan ook niet in te pleiten voor een minimale staat en terzelfdertijd op te roepen voor gemeenschapszin, te pleiten voor meer vrijheid en verantwoordelijkheid wanneer de gemeenschap geen burgers ter verantwoording mag roepen wanneer ze van onverantwoordelijkheid getuigen. Dat laatste lijkt me eerder lafheid en onrecht t.a.v. deze burgers die wel rekening houden met anderen, gemeenschapszin aan de dag te leggen of slachtoffer zijn van de a-sociale vrijheid van de sterkeren. Wanneer Verhofstadt zo lekker grasduint in de denkers van de Enlightenment (“Verlichting” mag ook), kan hij wellicht ook zijn licht eens opsteken bij de Duitse filosoof I. Kant, die een kort, maar boeiend tekstje over deze periode geschreven heeft : Was ist Aufklärung ? Daarin pleit hij voor meer vrijheid van denken en handelen, maar onder de voorwaarde dat de burger ook meer besef heeft van zijn verantwoordelijkheid voor het grotere geheel waarvan hij deel uitmaakt. Vooral dit laatste, lijkt me te weinig aan bod te komen in onze samenleving, ook al wordt dit mooi verwoord, zelfs door Verhofstadt e.a. In de praktijk ziet men de gevolgen : ieder voor zich en God (of de Onzichtbare Hand ?) voor ons allen, de wet van de sterksten. Wil dit dan zeggen dat er meer staat moet komen ? Niet noodzakelijk. Maar hoe wil je mensen gemeenschapszin, burgerzin, solidariteit en mensenliefde bijbrengen ? Denkt Verhofstadt dat dit vanzelfsprekend in onze genen aanwezig is ? Je hoeft het nog niet meteen eens te zijn met Hobbes’Leviathan en zijn uitspraak dat mensen wolven voor elkaar zijn, om in te zien dat sociale en morele waarden generatie op generatie moeten worden verworven, desnoods met de zachte of harde dwang van rechtvaardige wetten. In crisissituaties zien we immers duidelijk dat ethiek en moraal slechts een laagje vernis is, of dit nu in Ruanda is of in Bosnië of elders. Enkel een opvoeding en onderwijs die kinderen geleidelijk zin voor verantwoordelijkheid leren ontdekken, en daarmee ook de andere sociale waarden, zullen er in slagen verantwoorde burgers te maken. Tot zo lang zijn we er nog niet en moet er nagedacht worden hoe de staat de zwaksten onder zijn burgers kan beschermen tegen het havikengedrag van de onverantwoorde sterksten. Daarover had ik ook graag eens de blauwe goeroe gehoord.

Lodewyckx Herman,docent ethiek & HRM, Oostende.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content