Vergeet Ensor niet

Je zou het bij alle Van Dyck-geweld bijna vergeten, maar 1999 is ook het jaar van James Ensor, die een halve eeuw geleden stierf.

Vorig weekend braken niet alleen de Antwerpse Van Dyck-feesten in alle hevigheid los. In Oostende werd met minder marketing- en mediageweld ook het jaar van James Ensor – daar geboren in 1860 – ingeluid. De badstad toont in haar Museum voor Schone Kunsten de werken die ze bezit van haar nu 50 jaar geleden gestorven schilder: 24 olieverfschilderijen en pakweg 125 etsen, 60 tekeningen en 70 litho’s. Als “randtentoonstelling” worden er tekeningen getoond die Ensor maakte bij teksten van Stéphane Mallarmé.

Zijn artistiek debuut vatte Ensor als volgt samen: “In 1877 begon ik aan de Brusselse academie. In 1880 ging ik er weg, zonder meer. Het was een instituut voor bijzienden, vol ouderwetse klassieken – verzadigd en zelfvoldaan. Ik was gekortwiekt door de complimenten van mijn onbeschofte leraars.” Het vervolg van zijn carrière verliep even moeizaam. Een groot aantal critici dreef de spot met hem, het publiek negeerde hem. Toch zette James Ensor door, met toenemende bitterheid. De meeste van zijn meesterwerken ontstonden tijdens deze moeilijke jaren aan de vooravond van de 20ste eeuw, zoals onder andere “De intocht van Christus in Brussel”.

Later dit jaar presenteert het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Brussel een Ensor-overzicht, met een 370 werken, waar de skeletten, maskers, liefdesfeesten, zeegezichten en satires van de samenleving onvermijdelijk als rode draden doorheen zullen lopen. Deze retrospectieve is voor het KMSK de laatste grote tentoonstelling van de eeuw, na Paul Delvaux (150.000 bezoekers) en René Magritte (302.000 bezoekers). Het wordt de belangrijkste expositie rond de schilder sinds zijn dood in 1949. Naast de Belgische musea werd een beroep gedaan op talrijke openbare en privé-verzamelingen. In totaal worden driehonderd werken van vóór 1900 getoond en zeventig andere uit de periode waarin de schilder wél erkenning was beginnen genieten. De bezoeker zal er kunnen kennismaken met de hele evolutie van de Engels-Oostendse schilder die een van de meest bijzondere artiesten uit zijn tijd blijft. Hoewel hij de Cercle XX en de Libre Esthétique frequenteerde, is Ensor toch niet bij een bepaalde stroming onder te brengen. Hij tekende en etste veel en liet dan ook een omvangrijk, maar hoogstaand oeuvre na. Hij had eveneens belangstelling voor muziek, folklore en volkstradities, was een belezen man en heeft verschillende redevoeringen geschreven, in een bevlogen en pittige stijl. De 190 schilderijen en 200 tekeningen en etsen van de Ensor-tentoonstelling zullen waarschijnlijk gedurende vier en een halve maand (tot half februari 2000) uitverkochte zalen trekken. Bedrijven die een exclusieve nocturne wensen, zouden dus beter hun voorzorgen nemen; dat geldt trouwens ook voor de gewone bezoekers. Reserveren is noodzakelijk.

De Ensor-verzameling van het Oostendse Museum voor Schone Kunsten wordt er geëxposeerd tot 30 augustus. Inlichtingen: Tel. (059) 80.53.35. Toeristische dienst Oostende: Tel. (059) 70.11.99.

Voor de Brusselse retrospectieve: KMSK Tel. (02) 508.32.11, of http://www.fine-arts-museum.be.

Alain Delaunois

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content