Verdwaald in de ruimte

Na een rampzalige start is de satelliettelefoonservice van Iridium een financiële instorting nabij.

Vorig jaar november zou Iridium zijn “overal bruikbare” satelliettelefoonservice lanceren. “Als we nu de ether ingaan, staat Ed Staiano straks op straat,” zei John Richardson, het toenmalig hoofd Africa Operations bij Iridium, net een week daarvoor tegen een medebestuurslid. Het was een profetische waarschuwing. Zes maanden later werd vice-voorzitter en algemeen directeur Staiano eruit gewerkt. Hij voer in het kielzog van Roy Grant, de grote financiële man, en Mauro Sentinelli, de vice-president marketing.

Deze grote bestuurskuis geeft heel duidelijk de omvang van de Iridium-catastrofe aan. Nu bevindt het project van vijf miljard dollar zich aan de rand van de financiële afgrond. Het zit met een put van ruim drie miljard dollar, jaarlijkse renteaflossingen van 250 miljoen dollar en satellietonderhoudskosten van 550 miljoen dollar per jaar. De inkomsten, die via het relatief geringe aantal abonnees binnendruppelen, verzinken tegenover die kosten in het niet. Het Iridium-aandeel, dat op Nasdaq voor rond de 22 dollar werd gelanceerd, stond vorige week net boven de 3 dollar genoteerd.

Een financiële herstructurering, krachtens Chapter 11 van de Amerikaanse faillissementprocedures, vormt nu Iridiums laatste overlevingskans. Als het bedrijf – dat vandaag door John Richardson wordt geleid – geen akkoord bereikt met zijn investeerders en obligatiehouders zal het een van de grootste financiële fiasco’s worden sinds Continental Airlines in 1990. En zelfs als er een overeenkomst wordt bereikt, blijft er gerede twijfel bestaan of het bedrijf ooit zal floreren.

Het erbarmelijke parket waarin Iridium zich nu bevindt, is te wijten aan verkeerde inschattingen op financieel en managementvlak, een overdosis ambities en onenigheden binnen de directie. Maar het is ook een verhaal van gemiste kansen: hoe een indrukwekkend staaltje techniek werd uitgedacht om vervolgens onderbenut te worden, hoe het voordeel dat de groep “de eerste op de markt” zou zijn vrijwel werd verkwanseld, en hoe meer dan een miljoen afzetmogelijkheden werden verspild.

Stranddroom

De Iridium-droom begon in heel andere omstandigheden. In 1985 zat Karen Bertiger, de vrouw van Motorola-directeur Barry Bertiger, zich groen en geel te ergeren op een Caraïbisch strand. Zij wilde naar huis bellen en vroeg zich af hoe het in dit tijdperk van technologische vooruitgang toch mogelijk was dat er geen mobiele telefoon bestond die overal ter wereld kon worden gebruikt.

Barry Bertiger legde het idee voor aan Motorola en de Amerikaanse elektronicagroep stelde een onderzoeksteam samen. Er werden zevenenzeventig satellieten voorzien die in een lage baan rond de aarde zouden worden gebracht – vandaar de naam Iridium, het 77ste element. Dit aantal werd uiteindelijk teruggebracht tot 66 satellieten, maar de naam bleef behouden. Elke satelliet had een levensduur tussen de vijf en zeven jaar. Er waren wereldwijd vijftien “gateways” (poorten) van waaruit de telefoonsignalen van de satellieten naar telefoonnetwerken op aarde zouden worden geleid.

Motorola wilde de hoge kosten en risico’s van het project enigszins compenseren. Daarom trok het bedrijf ondernemingen en consortia als eigenaars en operators van de “gateways” aan. Zij werden ook aangemoedigd om investeerders in het project zelf te worden. In 1993 haalde Iridium in de eerste ronde 800 miljoen dollar aan kapitaal binnen via deze en andere strategische investeerders. Op dat moment voorspelde het businessplan van Motorola voor Iridium twee miljoen gebruikers tegen 2002, en winsten die reeds eerder zouden binnenstromen.

Toen Iridium vorig jaar klaar voor de start was, had Motorola zijn aandelenbelang al tot amper 18% herleid. Tevens had het 3,6 miljard dollar van Iridium uitbetaald gekregen voor de satellieten en de aanverwante diensten. De investering van Motorola bedraagt net iets boven de twee miljard dollar.

Het assortiment “gateway operators” was volgens één directeur van Iridium echter een bijeengeraapt zootje. Tot de investeerders in Iridium Afrika behoort bijvoorbeeld de Mawarid Group, een grote Saoedi-Arabische industriële groep. Iridium Andes-Carib, mede-eigenaars van de Latijns-Amerikaanse gateway, is een consortium van Venezolaanse investeerders, die onder meer in de levensmiddelen en de bouw zitten. Iridium Brasil is in handen van een Braziliaanse maatschappij met uiteenlopende belangen. Iridium India is een consortium van plaatselijke financiële instellingen.

Die investeerders wilden met plezier meer financieren zolang de voorspellingen voor de nieuwe markt uiterst rooskleurig bleven. Deze toekomstverwachtingen waren niet alleen afkomstig van Iridium en Motorola, maar ook van een stuk of vijf andere concurrerende projecten die op stapel stonden.

Eind 1996 had Iridium 1,9 miljard dollar bij elkaar gekregen van investeerders en een kredietlijn van 750 miljoen dollar bemachtigd bij Chase Manhattan en Barclays Bank.

Misvattingen

Op zestigjarige leeftijd werd Ed Staiano, na een geslaagde carrière bij Motorola, in 1996 vice-voorzitter en algemeen directeur bij Iridium. Hij moest een cruciale rol gaan spelen in de Iridium-saga. Ingenieur Ed Staiano had aan het hoofd gestaan van de mobilofoonafdeling bij Motorola en stond binnen die onderneming bekend als een manager die spijkers met koppen sloeg. “Ed was een heel sterke persoonlijkheid,” aldus John Richardson over zijn vorige baas. “Hij kreeg altijd zijn zin”. Een andere directeur, die liever anoniem blijft, zegt: “Ed Staiano was iemand die je niet moest tegenwerken.”

De eerste opdracht van Staiano bestond erin om de strategie van Iridium ingrijpend te wijzigen. Voordat hij in dienst trad bij de satellietgroep was deze van plan geweest om rechtstreeks met de mobilofoonoperators aan land te concurreren. “Ik wist van meet af aan dat het niet lonend was om met hen te wedijveren, aangezien zij ons zowel qua capaciteit konden verslaan als druk op ons konden uitoefenen wat betreft de prijs,” zei Staiano in mei 1998.

Tijdens de voorbereidingen op de lancering van de service in 1998 bleek dat de telefoons van Iridium in de winkel echter ongeveer 3000 dollar moesten gaan kosten, terwijl de gesprekskosten tot zeven dollar per minuut konden oplopen. En dat terwijl de prijzen steeds verder zakten op de explosief groeiende markt voor draagbare telefoons.

Toch bleef Iridium ervan overtuigd dat internationale zakenbonzen bereid zouden zijn om een flinke meerprijs te betalen als dat betekende dat zij overal ter wereld via hun mobiele telefoons zouden kunnen bellen. Maar niet alleen de prijzen veranderden. Fabrikanten overspoelden de markt met steeds kleinere en lichtere toestelletjes. Vandaag de dag weegt een gsm niet meer dan 120 gram. De inmiddels beruchte kleine baksteen die Motorola als het Iridium-toestel leverde, woog 500 gram.

De opmars van Global System for Mobile (GSM) als de internationale standaard voor mobiele telefoonoperators was nog zo’n factor die door Iridium kennelijk genegeerd werd. De Europese norm werd, buiten de VS, langzaamaan wereldwijd gehanteerd. Dat bracht”roaming”-overeenkomsten met zich mee, waardoor gebruikers hun mobiele telefoons in het buitenland konden gebruiken. Dat ondermijnde het “overal bruikbaar”-voordeel van Iridium.

De Amerikaanse investeringsbank Morgan Stanley begon alle voorspellingen van Iridium over de potentiële grootte van zijn markt in twijfel te trekken. Ed Staiano bleef ervan uitgaan dat Iridium tegen het einde van zijn eerste jaar een positieve cashflow zou hebben en vlak daarna winst zou gaan maken. Tegen 2002, als Iridium drie tot vier miljoen gebruikers zou hebben, zou het drie miljard dollar aan schulden hebben afbetaald en nog zo’n drie miljard overhouden om aan zijn volgende generatie satellieten te spenderen. Halverwege 1998 werd er een glossy wereldwijde reclamecampagne van 140 miljoen dollar gelanceerd. In de businesstijdschriften die wekelijks verschenen, werden paginagrote advertenties opgenomen met de slogan “Overal en altijd”.

De ondergang

In die periode was de satelliettelefoonindustrie een financiële chaos. Eerst raakten er twee satellieten van Iridium uit baan. Dit had een ongunstig effect op een openbaar bod van concurrent ICO Global Communications, dat werd teruggeschroefd. Vervolgens kondigde Iridium aan dat de lancering, die gepland was voor 22 september 1998, zes weken uitgesteld zou worden vanwege “technische problemen”. Uiteindelijk verloor Globalstar, een andere concurrent, een vijfde van zijn satellieten tijdens een lanceringsexplosie.

De aandelen van alledrie de bedrijven kelderden: Iridium en ICO kwamen er nooit meer bovenop.

De periode van september tot december 1998 was cruciaal voor de ondergang van Iridium. Het bedrijf had bijna 1 miljard dollar aan extra kapitaal nodig om de lancering en de volgende twaalf werkingsmaanden door te komen. De dalende aandelenprijzen maakten het echter onmogelijk om nog kapitaal uit de markt te halen. Daar kwam nog bij dat de schuldmarkten inmiddels op hun hoede waren.

Naast deze mistroostige financiële situatie kreeg Iridium ook nog met technische problemen te maken. Terwijl de prototypes van de toestellen waren geleverd en getest, waren de commerciële versies in oktober nog altijd niet geleverd. Bovendien kampte het Japanse Kyocera – dat samen met Motorola een van de twee telefoonhoornproducenten van Iridium was – met softwareproblemen.

Intussen beweerden enkele “gateway operators” en servicepartners dat zij niet klaar waren voor de lancering van Iridium. Zij hadden geen opleiding gekregen in het gebruik van de telefoontoestellen en beschikten niet over promotiemateriaal. De dure reclamecampagne leverde maar liefst één miljoen vragen om informatie op, maar toch leidde dat enorme potentieel slechts tot 10.000 klanten in de vijf maanden na de lancering – een kostenpost van 14.000 dollar per klant op het reclamebudget.

“Ik heb tot de lancering toe tijdens bestuursvergaderingen zitten fulmineren dat we moesten uitstellen tot een stuk in 1999,” aldus John Richardson. “We hebben veel te vroeg en met het verkeerde product gelanceerd. Maar Ed Staiano had het in zijn hoofd gezet om tegen een enorme kostprijs te lanceren.” Die zet draaide uit op een ramp. Er was bovendien een tekort aan telefoons.

Sommige van de gateways- en serviceaanbieders waren niet alleen niet klaar, maar ook nog eens ongelukkig om de Iridium-service te verkopen. Er rolden klachten binnen dat de telefoons binnenshuis niet werkten en er was sprake van andere technische problemen. Maar het ging niet alleen om het product en de prijs. “Wij waren niet klaar om Iridium te verkopen, omdat zij ons geen garantie konden geven dat het netwerk veilig was,” aldus een van de grootste Europese serviceaanbieders. “Wij waren niet bereid om andere Iridium-gebruikers op ons netwerk toe te laten zonder enige fraudecompensatie. Dat was jammer, want het publiek toonde een enorme belangstelling.”

In een recent rapport pakt de marktonderzoekgroep Dataquest met kritiek uit op de lanceringsvoorbereidingen van Iridium: “Het netwerk was niet afdoende getest. Gateway operators en serviceaanbieders waren niet klaar voor de service, de verkoopteams waren onervaren en van klantenbegeleiding was nauwelijks sprake.”

Iridium geeft niet prijs hoeveel abonnees er eind 1998 waren. Het bedrijf tekende tegen eind december een overeenkomst met de banken, opnieuw onder leiding van Chase en Barclays, waarin het zich verplichtte tot het binnenhalen van een uiterst scherp aantal abonnees. Met deze overeenkomst tekende Iridium zijn bankroet.

Het was de bedoeling dat de overeengekomen lening van 800 miljoen dollar Iridium door de volgende twaalf maanden heen zou loodsen. maar de lening was pas verworven wanneer tegen 31 maart 1999 het streefdoel van 52.000 abonnees zou gehaald zijn, vier miljoen dollar cash aan inkomsten binnengehaald zijn en 30 miljoen dollar aan verschuldigde betalingen.

Aangezien Iridium tegen die datum slechts 10.924 abonnees had weten te strikken en gezien de ernstige leveringsproblemen waarmee het kampte, kan het bedrijf in de twee maanden voordat de bankclausules overeen werden gekomen op zijn hoogst een paar duizend gebruikers hebben aangetrokken. Het was een verbijsterende beslissing van zowel het bedrijf als de banken om met dergelijke streefdoelen akkoord te gaan. Hoewel zij weigeren in het openbaar commentaar te geven, zeggen de bankiers van Iridium dat de clausules van het contract gebaseerd waren op de ramingen van het bedrijf zelf en niet op onredelijke eisen hunnerzijds.

Een van de leden van het financiële team van Iridium dat de overeenkomst onderhandelde, zegt dat het bedrijf er oprecht van overtuigd was dat de doelstellingen konden worden waargemaakt. Hij voegt daar echter aan toe dat het weinig anders kon dan akkoord gaan met de eisen van de bank. “Bij wie konden we anders aankloppen? De schuldmarkten keken ons met de nek aan, de investeerders waren niet blij, dus konden we alleen maar bij de banken terecht.”

Nauwelijks twee maanden later, tegen eind februari, opperde Ed Staiano de mogelijkheid dat de contractuele verplichtingen waarschijnlijk niet zouden worden nagekomen. In een interview met de Financial Times stelde hij de serviceaanbieders, die hij van “inertie” beschuldigde, verantwoordelijk alsook Motorola, die hij omwille van de grootte van de telefoon bekritiseerde. Hij zei dat de problemen het bedrijf zes tot negen maanden achteruit zouden stellen, maar dat het financieel op de goede weg zat.

Welke kansen nog?

Iridium staat verscheidene processen te wachten waarin wordt aangevoerd dat het management verzuimd heeft om de investeerders op de hoogte te stellen van de problemen waarmee het momenteel kampt.

John Richardson, een bikkelharde Australiër, geeft toe dat het geen sinecure zal zijn om Iridium uit het slop te halen. Investeerders en obligatiehouders zullen worden verzocht om fiks in de waarde van hun aandelenbezit te snijden. Richardson wil tevens dat de investeerders nog eens 600 miljoen dollar bij elkaar scharrelen om zijn nieuwe marketingplan kans van slagen te geven. Motorola heeft zich al bereid verklaard zijn schulden om te zetten in een belang van 12%.

Iridium heeft de prijzen van de telefoons en de gesprekken verlaagd. Maar zoveel aantrekkelijker kan een telefoon van 1500 dollar nu ook niet zijn. Het verkoopteam is versterkt en opgeleid, en de gateway operators krijgen meer ondersteuning.

Of die strategie nog kans van slagen heeft, hangt af van het feit of investeerders en obligatiehouders erin geloven dat Iridium er bovenop kan komen. Nog belangrijker is dat Richardson hen ervan overtuigt dat wat veertien jaar geleden ergens op een strand zo’n fantastisch idee leek, nog altijd te verwezenlijken is.

Financial Times

CHRISTOPHER PRICE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content