Veel jagers, schaars wild

In België zit veel geld te azen op de overname van kmo’s, leert een enquête van Vlerick Business School. Vermogende families hopen zo aan een mooi beleggingsrendement te geraken. Slechts weinig kmo’s halen de nodige kwaliteit.

De appetijt is terug, en het geld ook. Het kmo-segment van de Belgische overnamemarkt staat er goed voor, blijkt uit een enquête van Vlerick Business School. De belangstelling van zowel kopers als verkopers stijgt, en de overnameprijzen komen uit hun crisisdip (zie kader De overnamemarkt klaart op). Vanwaar dat herstel? De economische vooruitzichten zijn beter, en er is vooral een massa geld op zoek naar rendement. “Op de bank brengt het niks op. Vastgoed doet niet veel en de beurs is wispelturig. Dan valt er op de bedrijvenmarkt meer te winnen”, zegt Hans Vanoorbeek, gastdocent bij Vlerick en de man achter het private-equitybedrijf Capital Partners.

Het geld komt vooral van de zogenoemde family offices, financiële vertegenwoordigers van rijke families die op zoek zijn naar rendement voor hun vermogen. Een andere geldbron zijn geslaagde ondernemers die hun bedrijf hebben verkocht, een leven onder de palmbomen niet zien zitten en via de overname van een of meer kmo’s hun ondernemerszin blijven botvieren. De derde geldbron zijn private-equityfondsen. Nieuwe fondsen zagen het daglicht, bestaande fondsen komen naar buiten met geld dat door de crisis geen investering heeft gevonden.

Vergrijzingsgolf

Dat er voor kmo’s zoveel gegadigden zijn, is goed nieuws, maar een deel van hen heeft weinig ervaring met overnames. Ongelukken zijn niet uitgesloten. Volgens het PEBO, het kenniscentrum van Vlerick Business School over buy-outs of schuldgefinancierde overnames, zijn op de Belgische overnamemarkt al 150 spelers actief, inclusief de overheidsgelinkte fondsen.

Dat is mogelijk te veel van het goede, vindt professor Miguel Meuleman van het PEBO: “Ik krijg enorm veel e-mails van mensen die allemaal iets willen doen op de overnamemarkt. Maar de vraag is of ze na de overname het vooropgestelde rendement zullen halen. Zijn ze in staat degelijke beheersstructuren op te zetten en te runnen? Dat geldt ook voor de gewezen ondernemers onder de overnemers. Een goede ondernemer is nog geen goede investeerder.”

Ook aan de verkoopzijde is het beeld gemengd. Er komen meer kmo’s in de etalage, onder meer door de vergrijzingsgolf bij de familiale bedrijfsleiders. Maar de kwaliteit van de koopwaar laat vaak te wensen over. “Veel kmo’s missen professioneel management”, zegt Veerle Catry, partner van het audit- en advieskantoor BDO België, dat het PEBO inhoudelijk en financieel steunt. “Ze teren op de eigenaar-bedrijfsleider. Zo’n bedrijf is in feite een one-manshow.”

Dat leidt vaak tot overspannen prijsverwachtingen bij de eigenaar-bedrijfsleider. “Hij plakt een waarde op zijn kmo, inclusief zijn dragende rol in het bedrijf”, zegt Catry. “De koper moet na de overname de leemte opvullen met nieuwe structuren. Dat creëert een kloof tussen verkoop- en biedprijs.”

Zakenbankier

Ook de voorzichtigheid van de banken zet druk op de prijzen. Door de nieuwe Bazel III-regels zijn de banken kariger met kredieten, zodat de koper meer eigen middelen moet investeren. Dat komt duurder uit, zodat hij zijn biedprijs verlaagt. Hapt de verkoper dan nog toe? “Sommige verkopers vinden de prijs te laag en wachten betere tijden af”, zegt Vanoorbeek. “Anderen draaien bij. Ik hoor dat kmo-bazen de telefoon niet meer dichtgooien als ze een zakenbankier met een voorstel aan de lijn krijgen.”

JOZEF VANGELDER, FOTOGRAFIE WOUTER RAWOENS

“Een goede ondernemer is nog geen goede overnemer”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content