Van zomerblues en conjunctuurdip

De zomer wordt heter dan anders. Ondernemingen proberen de periode uit te zweten, maar in vele gevallen staat het water hun aan de lippen. Trends ging de temperatuur opmeten.

De geur van zonnecrème, de smaak van sangria die net iets te lang in de zon heeft gestaan, het betalen van de rsz-bijdrage, het vakantiegeld van bedienden en jaarlijkse productieverminderingen. Het begin van de zomer kent zo zijn clichés, ook bij bedrijven. Het typische probleem waar ondernemingen jaarlijks tijdens de grote vakantie mee kampen is simpel: er is veel geld nodig om vakantiegebonden kosten te betalen terwijl er maar weinig cash binnenstroomt in de seizoensgebonden industrieën, die in deze tijd van het jaar noodgedwongen hun productie moeten verlagen. Niet zelden moeten leveranciers in de zomermaanden langer op de betalingen van hun klanten wachten. Net als de eindejaarsdagen is de zomer dus het perfecte moment om de liquiditeitspositie van firma’s onder de loep te nemen.

Het zomerfenomeen komt dit jaar wel erg ongelegen, op een moment dat extern geld zeer moeilijk te vinden is en klanten al enkele maanden lang hun betalingen uitstellen en zo bedrijven dwingen eigen betalingen of investeringen uit te stellen. De crisis is in ons land nog volop aan het uitdiepen. De macro-economische indicatoren die erop wijzen dat de val van de economie gebroken is, zoals het Duitse consumentenvertrouwen dat opnieuw steeg, staan in schril contrast met de berichten over de Belgische faillissementenrecords die elkaar maand na maand opvolgen. “De verbeteringen vertalen zich nog niet in een stijging van de handel of omzet in België”, merkt Geert Janssens, projectmanager van VKW Metena, op. “Het is niet omdat we minder hard vallen dan voorheen dat er opnieuw meer geld in omloop is. We zijn nog niet op onze poten geland”, voegt hij eraan toe.

Meer faillissementen

Toen er 779 bedrijven de boeken moesten sluiten in mei, waren dat er al 74 meer dan in diezelfde maand in 2008. Er gingen dit jaar al 4135 bedrijven over de kop. Vorig jaar waren dat er in dezelfde periode nog maar 3407, in 2007 bleef de teller eind mei nog hangen op 3290 faillissementen.

Dat er enkele jaren geleden ook opvallend meer starters waren, kan al even niet meer doorgaan als belangrijkste reden voor de hoge faillissementsaantallen. Al ondervinden veel zelfstandigen die in 2005 of 2006 de deuren openden dat het omzetvolume dat ze draaien niet in verhouding staat tot hun businessplan en dat de omzet bijgevolg niet voldoende hoog is in verhouding tot de investeringen die ze enkele jaren geleden deden.

Steeds meer bedrijven die de crisis tot hiertoe wisten uit te zweten, zitten duidelijk op hun tandvlees. De moeilijke zomermaanden kunnen voor hen wel eens de doodsteek betekenen. Of op zijn minst grote – gedwongen – veranderingen met zich brengen. “Er komen nog heel wat ontslagen aan, want ook in de sectoren die eerst redelijk gespaard bleven van de crisis, gaat de omzet nu achteruit”, zegt Voka-voorzitter Luc De Bruyckere.

Het uur van de waarheid komt volgens Jos Stalmans, bestuurder-directeur van VKW-Limburg, in het najaar. Maar de bedrijven die de hete weken overleven, staan even later wel dicht bij wat het dieptepunt van de crisis heet te zijn, daar zijn meerdere waarnemers het over eens. Stalmans: “Het einde van het jaar dreigt voor sommigen wel te laat te komen. Ik schat dat een kwart van de ondernemingen het de komende weken erg moeilijk krijgt.”

Paraplu’s voor de donderwolken

Of het merendeel van de kmo’s de herfst min of meer ongeschonden haalt, hangt volgens gedelegeerd bestuurder van Unizo, Karel Van Eetvelt, af van een paar gebeurtenissen. “Als de Opel-vestiging in Antwerpen bijvoorbeeld wordt gesloten, volgt er waarschijnlijk opnieuw een vertrouwensschok en een consumptievermindering. Kmo’s verwachten niet dat ze nog meer moeilijkheden zullen ondervinden als zulke gebeurtenissen uitblijven, maar ze verwachten ook geen verbetering.” Al voorspelt gedelegeerd bestuurder Luc De Bauw van Ho.Re.Ca. Vlaanderen dat het aantal falingen ook in zijn sector in het derde kwartaal nog sterk zal toenemen, de donderwolken pakken zich deze keer niet alleen samen boven de kleinere zelfstandigen. “Hoe groter het bedrijf, hoe meer last het ondervindt van de crisis”, vat Stalmans de klachten van de leden van de Limburgse werkgeversorganisatie samen. “De overlevingskansen van wie aan consumenten levert, liggen daarom hoger dan de overlevingskansen van wie in het business-to-businesssegment actief is.”

Ook ondernemingen die het grootste deel van hun omzet in het buitenland bijeensprokkelen, krijgen het nu waarschijnlijk nog kwader. De relatief sterke euro is een extra handicap in de concurrentieslag met de buitenlandse collega’s, die nu goedkoper kunnen leveren. Bovendien vinden exporteurs veel minder gemakkelijk kredietverzekeringen voor hun leveringen, waardoor ze het risico lopen – een gedeelte van – hun geld nooit te zien wanneer hun klant niet betaalt. De aanvullende kredietverzekering die de overheid daarom sinds kort aanbiedt, is volgens Chris Moris, gedelegeerd bestuurder van de voedingsfederatie Fevia, een goede oplossing, maar ze biedt naar zijn mening nog te weinig garanties. “De overheid past evenveel bij als de kredietverzekeraar wil verzekeren. Als dat vijftig procent is, is het probleem opgelost, maar als de kredietverzekeraar zich volledig terugtrekt, krijgen exporteurs ook van de overheid geen kredietverzekering. De aanvullende kredietverzekeringen worden daarenboven alleen gegeven voor leveringen in de Europese economische zone, terwijl bijvoorbeeld ook Rusland een belangrijke afzetmarkt is.”

Welke paraplu trekken ondernemingen die de bui bij het begin van de zomer voelen hangen best open om droog het najaar te halen? “Het is de eerste keer dat de crisis ook het privévermogen aantastte, en er dus veel minder risicokapitaal kan worden geïnvesteerd om de zomermaanden door te komen”, voorspelt Stalmans. De mogelijkheid om de betaling van de rsz-bijdrage uit te stellen tot maximaal anderhalf jaar na de vervaldatum – in een poging om de vrijgekomen cash te gebruiken voor de zomerkosten of om gewoon wat ademruimte te creëren – blijkt een maatregel waar weinig firma’s op zaten te wachten. Ze beseffen dat de centen later toch van de bankrekening verdwijnen, vrezen lagere waarderingen van de kredietverzekeraars van hun leveranciers of willen simpelweg geen gezichtsverlies lijden bij hun collega’s. “Ik schat dat amper 3 procent van de ondernemingen die bij ons zijn aangesloten daarvoor kiest”, liet Dave Bulteel, ervaren consulent central business services van hr-dienstverlener SD Worx vorige week nog in Trends optekenen. Ook het vakantiegeld voor bedienden wordt door de meeste bedrijven nog steeds netjes aan het begin van de grote vakantie betaald, terwijl dat in overeenstemming met de werknemers ook perfect op een ander tijdstip kan. “Firma’s zullen de komende maanden eerder loonsverlagingen of tijdelijke werkloosheid inlassen als buffer om de liquiditeit te behouden”, beaamt Rudi Thomaes, gedelegeerd bestuurder van het VBO.

Molotovcocktail

Hoewel managers die hun ervaren of hooggeschoolde werknemers graag zien vertrekken om ze na de crisis misschien bij de concurrentie terug te vinden echte uitzonderingen zijn, lijken er dus nog heel wat herstructureringen op stapel te staan. “Na de tijdelijke contracten zullen nu ook vaste contracten worden opgezegd. Dat zal een heel ander psychologisch effect hebben bij het personeel”, voelt Stalmans aan. “Ik ben ervan overtuigd dat de vakbonden dat ook beseffen, maar of ze dat kunnen overbrengen naar hun achterban is een andere vraag.”

Het kan ook omgekeerd. Fa Quix, de gedelegeerd bestuurder van de Belgische federatie van de textiel-, hout- en meubelindustrie Fedustria, merkt bijvoorbeeld sinds kort dat de werknemers van de aangesloten bedrijven duidelijk beseffen hoe hard de crisis wel toeslaat. “Zaken die enkele maanden geleden nog onbespreekbaar waren, zijn dat nu wel. Waar tot voor kort werd geklaagd over koopkracht, zijn de mensen nu bereid om in te leveren.”

En zijn de financiële instellingen – zo u wilt al of nog steeds – bereid om bedrijven van de nodige kredieten te voorzien? Luc De Bruyckere: “Wie beweert dat de kredietverlening feilloos verloopt, heeft het bij het verkeerde eind. Kredieten zijn duurder en worden tegen strengere voorwaarden toegekend. Het is moeilijk in te schatten of ondernemingen hierdoor hun plannen moeten opbergen.”

“De kredietlijnen verder opendraaien, is trouwens geen oplossing. Je moet later toch met rente terugbetalen”, vindt projectmanager Geert Janssens van VKW Metena. Het aantal opgenomen bankkredieten breekt toch ook records. Eind april werd voor 108,6 miljard euro aan bankkredieten opgenomen, dat was nooit meer. Op basis van de cijfers van eind maart besloot Marina De Moerloze, de directeur communicatie van Febelfin, de federatie van de Belgische financiële sector, nog dat ondernemingen niet in ademnood zaten. Ze spraken namelijk niet al hun kredietlijnen aan. Ondertussen kroop de aanwendingsgraad van de bedrijfskredieten bij grote firma’s eind april al naar net geen 60 procent, bij middelgrote ondernemingen tot 72 procent en bij kleine bedrijven zelfs tot boven de 85 procent.

Ook deze crisis kent dus duidelijk al clichés. Het is nog maar af te wachten of die, als ze worden gemixt met de zomerclichés en bij bedrijven in de maag worden gesplitst, verteren als een sangria die net iets te lang in de zon heeft gestaan of eerder een heuse molotovcocktail blijken te zijn.

Door Sjoukje Smedts / Illustratie Gideon Kiefer

“Er komen nog heel wat ontslagen aan”

Luc De Bruyckere, Voka

“Een kwart van de ondernemingen krijgt het de komende weken moeilijk”

Jos Stalmans, VKW-Limburg

“De kredietlijnen verder opendraaien, is geen oplossing”

Geert Janssens, VKW Metena

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content