“Van Largo Winch kunnen we nog leren”

Persoonlijk voelt hij de financiële crisis niet in zijn portefeuille, maar de CEO uit zijn zakenstrip Largo Winch des te meer. Jean Van Hamme, onze belangrijkste Belgische stripscenarist die ook Thorgall en XIII schreef, onthult in primeur zijn fictieve oplossing voor de economische malaise.

Het voorlopige scenario voor Van Hammes (70) volgende Largo Winch-strip werd meteen naar de prullenmand verwezen toen de huidige economische crisis de kop opstak. Largo Winch, de fictieve topmanager van Groep W, een multinational met in totaal 500.000 werknemers, móét maatregelen treffen voor het noodlot ook bij hem toeslaat. Maar zoals we al maandenlang merken, liggen de oplossingen in de non-fictieve wereld allesbehalve voor de hand.

JEAN VAN HAMME. “De strip komt eigenlijk pas uit in 2010, maar goed, omdat u aandringt, zal ik het maar verklappen. Om geen duizenden mensen aan de deur te moeten zetten, technisch werkloos te maken of vervroegd met pensioen te sturen, richt Largo een intern outplacementagentschap op. Groep W bestaat uit elf verschillende entiteiten, waaronder een vliegtuig-, petroleum-, distributie-, mijnbouw- en productietak. Winch heeft zoveel personeelsleden dat die, mits enige omscholing en stages, van post kunnen wisselen binnen de verschillende bedrijfstakken. Waar mensen te veel zijn, zoekt het outplacementbureau naar sectoren waar tijdelijk werkkrachten nodig zijn. Zo worden naakte ontslagen vermeden. Het is een wat egoïstische oplossing, want alleen zijn eigen onderneming wordt ermee gered. Maar misschien zit er wel iets in.”

Van overheidsinmenging tijdens de financiële malaise is in uw strips geen sprake. Bekent u daarmee politieke kleur?

VAN HAMME. “Neen, ik ben absoluut voorstander van overheidsinmenging in tijden van crisis. De politiek moet de welvaart van een land trachten te vrijwaren. Alleen vraag ik me af: als zoveel regeringen de slabbakkende economie willen heraanzwengelen door kapitaalinjecties, waarin gaan ze dan in godsnaam al die miljarden euro’s investeren? Welke bedrijven zullen ze redden en welke niet?”

Is het ‘maximale polyvalentiescenario’, zoals u in Largo Winch als oplossing suggereert, in realiteit mogelijk?

VAN HAMME. “We kunnen er nog uit leren, ja. Vergeet echter niet dat Groep W van Largo Winch niet beursgenoteerd is. Ik ben gechoqueerd dat behoorlijk wat grote, beursgenoteerde bedrijven een reeks werkkrachten aan de deur zetten om hun rentabiliteit én aandelenkoers weer de hoogte in te krijgen. De druk van de aandeelhouders, die uiteraard alleen maximale winst willen zien, is onhoudbaar. Wat is het menselijke aspect in dat mechanisme? De bedrijfsleiders moeten goed onthouden dat ze een patroonsfunctie vervullen: veel gezinnen moeten overleven met het loon dat ze verdienen.”

Bent u zelf geraakt door de crisis?

VAN HAMME. “Ik mag niet klagen. Mijn aandelenportefeuille bij een zakenbank is flink in waarde gezakt. Maar ik heb het gros van mijn centen indertijd in appartementsgebouwen geïnvesteerd die ik nu verhuur, dus dat is een continue bron van inkomsten. Er komen uit mijn werk nog altijd auteursrechten binnen. En ik schrijf, ondanks mijn pensioengerechtigde leeftijd, nog altijd scenario’s voor films, strips en boeken. Al moet ik zeggen dat mijn vrouw zich stilaan begint af te vragen wanneer ik het wat rustiger aan zal doen om nog eens een verre reis te maken.”

En voelt de stripindustrie de crisis?

VAN HAMME. “Vooral de uitgevers voelen de malaise in hun portefeuille. Maar de stripwereld zelf blijft relatief gespaard. Eén enkel cinematicket kost 8 euro, een strip die gemiddeld drie mensen lezen, tussen 10 en 14 euro. Het is dus een relatief betaalbare vrijetijdsbesteding. Het grootste probleem is de overproductie: er komen per jaar veel te veel nieuwe titels en albums uit, de boekhandelaars hebben nauwelijks plaats om oudere albums te verkopen. Maar dat heeft strikt genomen niets met de crisis te maken.”

Tot slot iets compleet anders: 2009 is in Brussel uitgeroepen tot het jaar van het stripverhaal. Vanaf 27 maart loopt in het Brusselse Museum voor Schone Kunsten de tentoonstelling ‘Belgisch stripverhaal: een kruisbestuiving’. De grote vraag daar: bestaat er zoiets als een typisch Belgische stripstijl? Kunt u daar, als de belangrijkste levende Belgische stripscenarist eenduidig op antwoorden?

VAN HAMME. “Er zijn nu twee groepen stripauteurs: een kleine groep durvers zoals Johan De Moor die baanbrekende strips maken en een grote groep ‘ouderwetse’ stripmakers die voortborduren op de eenvoudige titels genre Nero, Suske en Wiske en Kuifje. Volgens mij is er dus geen echte Belgische stijl meer. Maar misschien zal die tentoonstelling me compleet tegenspreken.” (T)

Door Thijs Demeulemeester

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content