Van industriële stadskanker tot residentiële oase

Aan de rand van de Gentse binnenstad verrijst Cotton Island, een grootschalig residentieel project op een complex terrein. De projectontwikkelaar is Aclagro Projects, een nieuweling op de markt.

Gent is weer een stukje van zijn rijke industriële verleden kwijt: de Metzelerfabrieken aan de Pynaertkaai zijn niet meer. Een echt groot verlies lijkt dat niet. Integendeel, de grauwe, hermetische fabrieksgebouwen en de industriële activiteiten (productie van technische rubberen toepassingen) van Metzeler waren een doorn in het oog van de buurtbewoners. Eind 2005 stopte Metzeler zijn activiteiten in Gent. De buurt dreigde opgezadeld te worden met een industriële stadskanker.

Op de site, een schiereilandje tussen de Schelde en de Fransevaart, verrijst nu het residentiële complex Cotton Island. Met 86 appartementen, dertien lofts en drie eengezinswoningen is het een van de grootste woonprojecten in Gent. Een deel van het industriële erfgoed blijft overigens behouden. De centrale fabriekshal wordt helemaal gestript – alleen de stalen constructie en de bakstenen buitenmuren blijven overeind – gerenoveerd en opgedeeld in lofts. Ook de 25 meter hoge fabrieksschoorsteen is bij de sloopwerken gespaard gebleven en ondergaat binnenkort een grondige opknapbeurt.

De buurt krijgt er ook een groenzone bij: overeenkomstig het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) zal de projectontwikkelaar de terreinen saneren er een openbaar park aanleggen. Het stadspark van 5300 m2 zal deel uitmaken van de nieuwe groene gordel rond Gent.

Moeilijk terrein, moeilijke buurt

Cotton Island is een project van Aclagro Projects, een nieuwkomer op de markt maar toch met enige ervaring: het is een dochteronderneming van Aclagro, het aannemings- en saneringsbedrijf dat in 2004 werd overgenomen door Jean-Marie de Buck (ex-De Buck Vermogensbankiers). Met de expertise van Aclagro in afbraak, sanering en recyclage, had Aclagro Projects een streepje voor op andere projectontwikkelaars, stelt Jean-Marie de Buck. “Ik denk dat zowat alle grote projectontwikkelaars uit het Gentse dit dossier bestudeerd hebben”, zegt hij. “Maar dit is een typische brownfield. Dat houdt risico’s in die je goed moet kunnen inschatten. En blijkbaar deinzen klassieke projectontwikkelaars daar toch wat voor terug.”

Ook de buurt lijkt een risico voor een dergelijk grootschalig en behoorlijk luxueus residentieel project. Cotton Island ligt op de grens van deelgemeente Ledeberg, samen met de Brugse Poort zowat de mindere kant van Gent. Maar ook dat schrikt Jean-Marie de Buck niet af. “Het stadsbestuur is zich goed bewust van het mindere imago van Ledeberg. Het is dan ook een van de prioriteiten in de stadsherontwikkeling.” Onder het motto ‘Ledeberg leeft’ heeft het Gentse stadsbestuur 25 miljoen euro gereserveerd voor structurele ingrepen in de deelgemeente. “Overigens zorgt ons project ook al voor een opwaardering van de buurt”, vervolgt Jean-Marie de Buck. “Vroeger stonden er hier veel woningen te koop. Dat is gedaan. De mensen geloven weer in de buurt en investeren in hun woningen.”

Brownfieldexpertise

Van een overaanbod of een malaise op de appartementmarkt merkt Jean-Marie de Buck niet veel: “Fase 1 is op vier appartementen na volledig verkocht. En fase 2 is al voor de helft verkocht.” De Buck wijst voor dit verkoopsucces op de compromisloze keuze voor kwalitatieve leefappartementen. “We bieden alleen twee- en drieslaapkamerappartementen aan, geen studio’s. Alle appartementen beschikken ook over naar het zuiden georiënteerde leefterrassen van minimaal 24 m2.” De prijzen van de meeste appartementen liggen tussen 285.000 en 300.000 euro.

Is Cotton Island een eenmalige zijstap van Aclagro? “Nee”, antwoordt Jean-Marie de Buck. “Aclagro Projects is een aparte nv. En we hebben al enkele projecten in de pijplijn. We concentreren ons op Oost- en West-Vlaanderen, de regio die we het beste kennen. En we gaan alleen voor projecten waar we onze juridische en/of brownfieldexpertise kunnen uitspelen. Het is niet onze ambitie om een klassieke promotor te worden.” (T)

Door Laurenz Verledens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content