Van groenten word je groot

Van diepvriesgroenten tot tropisch fruit. Als het eetbaar is, zal Crop’s het telen, verwerken en verkopen. Meestal zonder veel poeha. Michel Delbaere houdt immers van discretie.

Alomtegenwoordig is hij, Michel Delbaere (56). Hij werd door voorzitter Luc De Bruyckere aangesteld in de raad van bestuur van Voka, is bestuurder bij het VBO, zit in de raden van bestuur van De Warande, van de voedingsfederaties Fevia en Federation de l’Industrie Alimentaire en heeft een mandaat in de Europese koepelorganisatie Confederation of the Food and Drink Industries. Tot de belangen in 2003 werden gegroepeerd, was Delbaere ook actief bij Vanden Avenne, het bedrijf van zijn schoonfamilie. Sindsdien is hij er nog bestuurder.

Je zou bijna vergeten dat deze voormalige bankier ook nog een taak heeft als gedelegeerd bestuurder van zijn voedingsverwerkingsbedrijf Crop’s in Ooigem en dat hij eigenlijk liever niet in de schijnwerpers staat. Laat staan dat hij de cijfers van Crop’s meedeelt. “Onze resultaten zijn niet geconsolideerd en we hebben niet de ambitie om daar ooit voor te kiezen”, herhaalt Delbaere wel tot vijf keer toe. Correcte omzet- en winstcijfers achterhalen wordt dan wel erg moeilijk, want het diepvriesbedrijf is mondiaal vertakt en participeert in meer dan één onderneming.

“Crop’s heeft de jongste vijftien jaar nooit minder dan 10 procent groei gekend”, wil Delbaere wel kwijt. Op basis van de enkelvoudige resultaten van de nv Crop’s in België van de afgelopen jaren noteerde Crop’s daarom vorig jaar in de categorie grote bedrijven op een veertiende plaats in de West-Vlaamse lijst van Trends Gazellen, waarin de snelst groeiende bedrijven staan opgelijst. “En”, voegt Delbaere eraan toe, “in elk van de segmenten waarin we actief zijn, behoren we tot de tien belangrijkste firma’s op Europees niveau.”

Crop’s legt zich met de divisies groenten (goed voor 45 procent van de omzet), fruit (20 procent) en maaltijden (35 procent) volledig toe op de productie van diepvriesgoederen. Het leeuwendeel van de omzet komt van de afzet bij Europese supermarkten, maar ook restaurant- en hotelketens, en industriële voedingsverwerkers zijn klant. Zowat 98 procent van wat er in de fabrieken van de band loopt, gaat buiten onder private label.

Volgens Dirk Decoster, de nieuwe voorzitter van Fevia en directeur van het diepvriesbedrijf Unifrost, hebben privatelabelproducenten geen reden om tevreden te zijn. “Ze gaan nog steeds vooruit, maar op een achteruitgaand tapijt en ze moeten bovendien veel marge afstaan”, zei hij in Trends. Delbaere weerlegt: “Goh, je vindt altijd een evenwicht. Je productiekosten zijn trouwens lager en je afzetvolumes hoger als je onder private label werkt. Iedereen moet zijn eigen rekening maken, maar bij ons is het een heel bewuste keuze.”

Ook de kritiek van Karel Van Eetvelt, gedelegeerd bestuurder van Unizo, dat winkelketens hun leveranciers geen ademruimte meer laten, pareert Delbaere. “België kent heel professionele retailers. Ja, ze proberen zich altijd te verbeteren, maar ik merk niet dat ze het ons vandaag moeilijker maken dan anders. Op de kosten van basisproducten als de onze kunnen ze trouwens niet veel beknibbelen. En buitenlandse retailers zoals Tesco zijn inderdaad veeleisende mensen, maar zo hebben we ze het liefste. Zij verplichten ons om te professionaliseren. Ik durf dus niets slechts over hen te zeggen.”

Slechte kandidaten

Delbaeres uitspraken klinken opvallend positiever dan die van enkele collega’s uit de voedingsindustrie. “De crisis is nog maar net begonnen, maar ik zie geen noemenswaardige veranderingen. Ik denk dus wel dat onze sector goed zal overleven. Ik hoop trouwens dat het ergste al voorbij is, maar daar durf ik niet op te wedden. Ik wil pessimist noch optimist zijn.” Omdat het werkelijk goed gaat of omdat de mediaschuwe Delbaere de eventuele zwaktes liever verhult? Gevraagd naar de sectormoeilijkheden haalt hij bijvoorbeeld het veilige antwoord voedselveiligheid aan, terwijl er in de diepvriessector en algemener in de voedingsindustrie vandaag andere katten te geselen zijn. De concurrentie van Oost-Europese diepvriesgroentefabrikanten, die al even aan hun opmars bezig zijn, wordt bijvoorbeeld steeds scherper. Zij kunnen namelijk goedkoper leveren dankzij de devaluatie van hun munteenheden. “Oost-Europa gaf toch nog niet wat we ervan konden vrezen”, reageert Delbaere na lang nadenken.

Delbaere ziet de schommelende voedselprijzen niet als een extra uitdaging, want Crop’s teelt erg veel zelf. Het plant onder andere groenten in België en in Portugal, waar het samenwerkt met het diepvriesbedrijf Ardo van de familie Haspeslagh. Crop’s participeert trouwens ook in het verwerkingsbedrijf Hesbayefrost van Ardo in Geer. Fruit verwerkt Crop’s in Oost-Europa en in Costa Rica.

De keuze om als verwerkingsbedrijf ook te telen, wordt door sommige concurrenten als te risicovol bestempeld. Bij een goede oogst brengt het je veel geld op, bij een slechte oogst zit je met een zeer duur product opgescheept. “Als je goede relaties hebt met je klanten zijn die prijsschommelingen geen reden om de onderhandelingen op de spits te drijven”, relativeert Delbaere. “Klanten zijn wel trager in het toestaan van een prijsstijging en sneller in het vragen van een korting. Dat is nu eenmaal de name of the game.”

Achterwaartse integratie blijft dus het modewoord bij Crop’s en Delbaere zoekt ook volop naar industriële participatiemogelijkheden. De commerciële participatie in KDC Foods in Polen liet hij daarom al schieten, net zoals Crop’s’ aandeel in Pittman Seafoods uit Brugge, dat diepgevroren zeevruchten verkoopt. “Tot nu toe kenden we jaarlijks 10 procent organische groei en die is toch nog altijd het goedkoopste. De crisis vergroot de overnamemogelijkheden ook nog niet. Alleen de slechte kandidaten staan vandaag te koop.”

Pretentie

De kans dat Crop’s ooit zelf op de overnamemarkt terechtkomt, lijkt vandaag miniem. Ook dat de onderneming in familiehanden zal blijven, herhaalt Delbaere wel ettelijke keren als een mantra. Nu Delbaeres zoon mee in de onderneming stapte, is de opvolging verzekerd. Als hij op zijn vader lijkt, is hij naar diens zeggen een toekomstgerichte, bereikbare en sobere manager. Delbaere wordt nochtans door meer dan één kennis omschreven als iemand die eerder hautain overkomt en een leider onder wie mensen snel opbranden. “Daar kan ik weinig commentaar op geven”, vindt Delbaere. “Ik stel alleen maar vast dat de anciënniteitgraad van onze medewerkers erg hoog ligt.”

Zijn argument dat Crop’s in de diepvriessector en daarbuiten erg wordt gerespecteerd, wordt door Delbaeres kennissenkring bevestigd. Zo trok hij bijvoorbeeld Louis Verbeke, de voorzitter van de Vlerick Management School, als extern bestuurder aan en had hij tot voor kort zelf een zitje in de raad van bestuur van de retailholding Mitiska.

“Ach, dat zogezegde netwerk”, verzucht Delbaere. “België is zo’n klein land, amper goed voor 7 procent van onze omzet. Zelfs al zou ik dat netwerk hebben, zou dat niet het verschil maken. Mijn aanwezigheid in verenigingen uit het bedrijfsleven toont gewoon mijn interesse in omgevingsfactoren. Ik heb niet de pretentie om onze politici lessen te leren, maar bedrijfservaringen wil ik graag met hen delen.”

Houdt u dan nog tijd over voor hobby’s, mijnheer Delbaere? “Ja, ik heb hobby’s, maar die hang ik niet aan de muur.” Een droom die u nog graag wil verwezenlijken dan? “Ik voel geen behoefte om bijvoorbeeld een wereldreis te maken op een zeilboot. Daar ben ik helemaal niet mee bezig. Zolang ik actief ben en de zaken groeien en bloeien, houd ik me bezig met de nabije toekomst.”

Door Sjoukje Smedts/Foto: Thomas De Boever

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content