Vakbonden zitten al in kmo’s

De sociale partners zetten de deur iets meer open voor een vakbondsvertegenwoordiging in kmo’s. Maar eigenlijk kunnen in het kmo-overleg vakbonden allang hun stem laten horen. Toch al in heel wat sectoren.

trends.be

Een uitgebreid overzicht van

drempels voor syndicale delegaties vindt u op de site.

“Dankzij het akkoord over vakbondsvertegenwoordiging in kmo’s dat de sociale partners vorige week afsloten, hebben wij het probleem voor de regering opgelost”, lacht Unizo-topman Karel Van Eetvelt. De Europese boete van 3 miljoen euro die België boven het hoofd hing, is verdwenen. Van Eetvelt is tevreden over het bereikte akkoord en wil niet gezegd hebben dat de deur nu automatisch wagenwijd wordt opengezet voor syndicale delegaties in kmo’s: “De richtlijn heeft betrekking op informatie aan werknemers in kmo’s. We voeren die dus uit en daar blijft het ook bij.” Een van de aanbevelingen die de Groep van Tien – de verzamelde vakbonden en werkgevers – heeft gemaakt, houdt inderdaad in dat de verschillende sectoren voor kmo’s met twintig tot vijftig werknemers tegen eind 2010 een formule voor werknemersinformatie moeten invoeren. Dat wil zeggen dat er een vakbondsdelegatie kan komen, maar dat het nog geen verplichting wordt. Een regeling die aan iedereen wordt opgelegd, is dus niet aan de orde. Het zal aan de sectoren zijn om tot concrete oplossingen te komen.

Daarmee sluit het akkoord eigenlijk naadloos aan bij wat tot nu toe de regel was, namelijk dat er al in heel wat sectoren afspraken zijn gemaakt over sociaal overleg in kmo’s. Dat werd de voorbije maanden meer dan eens uit het oog verloren toen er soms zeer emotionele discussies zijn gevoerd over de vakbondsvertegenwoordiging in kmo’s. De realiteit is dat er in veel sectoren wel degelijk vakbondsdelegaties in kmo’s aanwezig zijn. In de bouwsector is een syndicale delegatie al toegelaten vanaf dertig arbeiders. (zie tabel: Minimumdrempels voor vakbondsdelegaties) In de schoonmaaksector ligt de grens op twintig en in sommige branches ligt dat nog lager. Denken we maar aan de garagesector (vijftien arbeiders) of de bewakingssector (vijf werknemers). Idem voor de grafische sector die toch 16.000 werknemers telt, een branche goed voor een jaaromzet van 3,85 miljard euro. Daar is er een syndicale delegatie vanaf vijf werknemers. Het is bovendien een typische kmo-sector want 95 % van de grafische bedrijven heeft minder dan vijftig werknemers en 75 % zelfs minder dan tien. Wel is het zo dat in sectoren waar een syndicale vertegenwoordiging mogelijk is, die er pas zal komen als een meerderheid of bijvoorbeeld 25 % van de werknemers erom vraagt.

Ook gaan de afspraken die bijvoorbeeld in de voedingsindustrie, de zelfstandige detailhandel en voor de garagehouders zijn gemaakt, niet om syndicale afvaardigingen in de onderneming, maar wel om regionale overlegorganen buiten de kmo. Het regionaal overlegorgaan is bevoegd op vlak van individuele of collectieve geschillen inzake arbeidsverhoudingen. Via dit orgaan wordt eveneens informatie verspreid over de arbeidsverhoudingen en de toepassing van de sociale wetgeving, de CAO’s en het arbeidsreglement. Volgens het VBO blijken deze organen in de praktijk echter niet te werken en komen ze nauwelijks nog samen.

Geen extra beschermde werknemers

Afgezien van de overlegorganen en de syndicale delegaties in een aantal sectoren zijn de pogingen van de vakbonden om ‘in te breken’ in kmo’s niet overal geslaagd. In de banksector of de hotelbranche ligt de grens nog altijd op vijftig werknemers. Idem voor het aanvullend paritair comité voor bedienden (het beruchte PC 218) waar de grens ook op vijftig werknemers ligt. In dat PC bevinden zich 355.000 werknemers waarvan twee derde in kmo’s werkt. Van Eetvelt: “Wat ons betreft, verandert daar niets aan en komt er geen syndicale delegatie. Het akkoord van de Groep van Tien vermeldt expliciet dat in bedrijven met twintig tot vijftig werknemers er door de sociale partners afspraken moeten worden gemaakt over de te verstrekken informatie. Daar zullen wij ons aan houden.”

Zowel vakbonden als werkgevers kunnen met dit akkoord verschillende richtingen uit. Bij het afsluiten van dit artikel was nog niet duidelijk of de achterban van de vakbonden definitief zijn fiat heeft gegeven over het akkoord van de Groep van Tien. Bij het ABVV klonk alvast het nodige optimisme: “Onze syndicale rol is feit in kmo’s. Dat wordt voor het eerst een definitieve verworvenheid. Werknemers in bedrijven met twintig tot vijftig werknemers zullen eindelijk ook kunnen deelnemen aan de sociale dialoog in hun bedrijf en recht hebben op economische en financiële informatie, en informatie in verband met veiligheid en preventie. Dat overleg zal niet langer gebeuren via een ombudsman, hr-managers of huisvakbonden, maar via een echte syndicale delegatie.” Volgens de vakbonden maakt dit akkoord op termijn mogelijk dat er binnen een kmo minder voor confrontatie en meer voor overleg wordt gekozen. Twee derde van de juridische procedures tussen werknemers en werkgevers doen zich immers voor binnen kmo’s en hebben te maken met het niet respecteren van loonbarema’s, overuren, vakantiedagen, ontslagprocedures,…

Wat ook opvalt, is dat er met het akkoord weinig verandert inzake het aantal werknemers dat beschermd is tegen ontslag. Hun aantal neemt niet toe in bedrijven met meer dan vijftig werknemers en in het akkoord over bedrijven met minder dan vijftig medewerkers wordt er niet meer over gerept. Unizo heeft zich altijd geërgerd aan het hoge aantal beschermde werknemers dat in kmo’s snel kan oplopen tot een meerderheid van het personeel. De vakbonden verdedigen zich door te stellen dat ze nooit meer dan 10 % van het personeel willen beschermen en dan enkel nog bij ‘ontslag omwille van vakbondsactiviteit’. (T)

Door Alain Mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content