Vakbonden in het defensief

Alain Mouton

De recente spontane stakingsgolf in Vlaanderen doet het tegendeel vermoeden, maar de macht van vakbonden is de voorbije jaren afgenomen. Sociale acties stuiten steeds vaker op onbegrip en als vakbonden bedrijventerreinen afsluiten, kiezen werkgevers meer en meer voor juridisch verzet. Kortom, het stakingswapen komt onder druk. Deze conclusie trekken de politoloog Carl Devos en specialist Sociaal Recht Patrick Humblet in Arbeid vs. kapitaal. Een kwarteeuw staking(srecht). Het boek vloeide eigenlijk voort uit een studiedag over staken en stakingsrecht. Het waren de vakgroep Sociaal Recht (UGent) en het Instituut voor Politieke Besluitvorming en Conflictmanagement, een onderzoeksgroep van de vakgroep Politieke Wetenschappen van de Gentse universiteit, die de studiedag eind 2006 organiseerden.

In het boek schetst een aantal politologen en juristen de recente evolutie van het fenomeen staking en van het stakingsrecht. De auteurs trekken een aantal opvallende conclusies. Zo tellen landen als Spanje en Frankrijk met een lage syndicalisatiegraad toch een veel groter aantal stakingen en sociale conflicten dan België. Op de Europese stakingsindex bevindt België zich onder het gemiddelde. Een paar jaar geleden kregen we nochtans vaak te horen dat België opvallend veel stakingsdagen telde. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid mat voor 2005 in totaal 669.982 stakingsdagen. Vier keer meer dan in 2004 en zelfs tien keer meer dan in 2002. Maar de stakingen van 2005 waren vooral gericht tegen het Generatiepact. Het jaar bestempelen als een recordstakingsjaar is sterk overdreven vanuit een langetermijnperspectief, stelt politoloog Kurt Vandaele in het boek. “Vandaag ligt het aantal stakingsdagen historisch laag. In de periode die loopt van 1991 tot 2005, zijn er gemiddeld nauwelijks meer stakingsdagen dan in de stakingsluwe golden sixties.” Vandaele ziet structurele wijzigingen in de stakingsacties: ze zijn beperkt in duur en omvang en vormen vaak een defensieve reactie op werkgeversmilitantisme.

Ook al neemt de syndicalisatiegraad niet af, de verschillende auteurs van het boek concluderen dat de machtspositie van de Belgische vakbonden is verzwakt. Dat heeft verschillende oorzaken. Er is de globalisering, die maakt dat de economische besluitvormingscentra naar het bovenstatelijke niveau verschuiven waar de syndicale tegenmacht zwak is. Daarnaast spelen ook de feminisering, flexibilisering en tertialisering van de economie een rol. Dit leidt tot een toenemende heterogeniteit van de groep werknemers. Grote ondernemingen worden onderverdeeld in verschillende businessunits met aparte overlegcircuits. Het gewicht van kmo’s neemt toe. Outsourcing is een onomkeerbare trend, enzovoort.

De Belgische vakbonden zijn dus niet meer de arbeidsorganisaties die ze waren net na de Tweede Wereldoorlog. De tijd dat massa’s arbeiders met identieke contracten en belangen in grote fabriekshallen aan de slag waren en elkaar ‘s avonds ontmoetten in de volkshuizen, is definitief voorbij. Een heterogene werknemerspopulatie, en dus vakbond, veroorzaakt problemen bij het creëren van een collectieve identiteit. De organisatie van stakingen wordt minder evident en dat tast de macht van de vakbonden aan. Maar de syndicale beweging blijft creatief en grijpt alternatieve strategieën aan om het machtsverlies goed te maken. Bijvoorbeeld via de zogenaamde vliegende stakingspiketten waarbij de toegang tot industriezones wordt afgesloten of één ploeg binnen een bedrijf acties voert. (T)

Alain Mouton

CARL DEVOS & PATRICK HUMBLET (RED), ARBEID VS. KAPITAAL. EEN KWARTEEUW STAKING(SRECHT), ACADEMIA PRESS, 2007, 214 BLZ, 22,50 EURO

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content