Vaccins versus varianten

© Getty Images

Nieuwe covidvarianten kunnen misschien wel gevaarlijker zijn, maar de wetenschap zal ze stuiten voor ze grote schade aanrichten.

Tijdens de eerste twee jaar van de covid-19-pandemie werd het op de duur vrij eenvoudig om de golven van besmettingen en de daarmee verbonden sterfgevallen te voorspellen. Ziektemodelleurs konden met relatief grote nauwkeurigheid aangeven wanneer een nieuwe golf in aantocht was, en hoe gevaarlijk die was. Maar nu worden de zaken complexer.

Gemiddeld krijgen we te maken met twee nieuwe covidvarianten per jaar. Sommige zijn besmettelijker, andere ernstiger. Maar het valt moeilijk te voorspellen hoe die varianten eruitzien, of hoe betrouwbaar de verdediging zal zijn die de wereld intussen heeft opgebouwd. De mate waarin elke persoon beschermd is, hangt af van meerdere factoren: hoeveel vaccins en boostershots ze gekregen hebben, wanneer en hoe vaak ze besmet zijn, en met welke varianten ze moesten afrekenen. Vandaag is covid een pak minder dodelijk dan vroeger, het sterftecijfer is intussen vergelijkbaar met dat van een gewone seizoensgriep.

Alleen is de griep veel minder besmettelijk en steekt die enkel in de winter de kop op. Covid is nog niet verveld tot een seizoensziekte, en omdat de immuniteit tegen infectie niet lang standhoudt – ongeveer drie maanden – zullen veel mensen elk jaar meer dan één keer besmet raken. Elk jaar krijgt 5 tot 20 procent van de Amerikanen de griep. Sommige wetenschappers schatten dat zowat 50 procent van alle Amerikanen elk jaar covid zal krijgen. Dat zou jaarlijks tot ongeveer 100.000 overlijdens leiden, dubbel zoveel als in een zwaar griepseizoen.

In neus of keel

Het zijn de covidvaccins van de volgende generatie die in 2023 het grootste verschil kunnen maken. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie WHO zitten er meer dan 170 in een klinische testfase. Twee mogelijke doorbraken die we het komende jaar in de gaten moeten houden, zijn nasale vaccins en variantbestendige vaccins.

Vaccins die in de neus of de keel gesproeid worden, hebben als doel immuniteit te creëren in de cellen die het eerst in contact komen met het virus. Ze moeten verhinderen dat covid zich daar vermenigvuldigt. Belangrijker nog is dat zulke vaccins de verspreiding van het virus kunnen tegengaan, iets wat de covidvaccins van de eerste generatie niet konden. In september 2022 keurden India en China covidvaccins goed die in de neus en de mond gesproeid worden. Op de data over hun doeltreffendheid is het nog wachten.

De wetenschap werkt ook hard om vaccins te creëren die bescherming zouden bieden tegen eender welke toekomstige variant van het virus. Bepaalde van die vaccins mikken op specifieke groepen van coronavirussen, waaronder de vier seizoensgebonden verkoudheidsvirussen, of op meer nefaste boosdoeners zoals het originele SARS-virus. In 2023 zullen voor sommige van die vaccins grootschalige proeven op mensen op gang komen.

Maar wetenschappers voegen al meteen enig voorbehoud toe aan hun covidvoorspellingen. Ze wijzen op de onbekende, maar zeer reële mogelijkheid van een nieuwe variant die extreem besmettelijk en veel dodelijker is dan de voorgaande virusstammen. De snelle vooruitgang die de wetenschap geboekt heeft tegen covid doet echter vermoeden dat die ergste angsten zelfs in dat geval niet zouden uitkomen.

De auteur is correspondent gezondheidszorg van The Economist

170 Covid- vaccins

zitten momenteel in een klinische testfase, volgens de WHO.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content