Uw successieplanning in 6 vragen

“Mensen die hun successie willen voorbereiden, moeten voor zichzelf zes vragen beantwoorden”, zegt Joost Bossier, expert bij BFO. “Zo komen ze erachter welke vorm van successieplanning het beste aan hun behoeften voldoet.”

An en Geert hebben drie kinderen. An is loontrekkende, haar man Geert zelfstandige. Ze zijn allebei 55. “Dat is een leeftijd waarop er al gezondheidsproblemen kunnen optreden”, zegt An. “Daarom willen we nu beginnen na te denken over onze successie, zodat we elkaar en onze kinderen niet in een moeilijke situatie achterlaten als we zouden overlijden. De successierechten zijn dan wel gedaald, maar toch moet die factuur worden betaald. Bovendien moeten we een regeling vinden voor het appartement dat we als belegging hebben gekocht. En dan is er ook nog het bedrijf van Geert dat moet worden voortgezet. Hoe pakken we dat allemaal het beste aan?”

“Mensen die hun successie willen voorbereiden, moeten voor zichzelf zes vragen beantwoorden”, zegt Joost Bossier, expert bij BFO. “Zo komen ze erachter welke vorm van successieplanning het beste aan hun behoeften voldoet.”

Vraag 1. Heb ik een successieplanning nodig?

“De eerste vraag die mensen moeten beantwoorden, is of een successieplanning voor hen echt relevant is”, zegt Joost Bossier, expert bij BFO. “Zo levert een successieplanning weinig fiscale voordelen op voor mensen met een klein vermogen, dat bij een erfenis in rechte lijn niet in de hoogste belastingschijven valt. Voor An en Geert is een successieplan wel een goede zaak. Bovendien is zo’n regeling noodzakelijk als ze hun appartement of aandelen van hun bedrijf willen schenken aan een kind en cash aan hun andere kinderen. Bepaalde delen van de nalatenschap zullen in waarde zijn gedaald of gestegen tussen het moment dat het testament wordt opgesteld en hun overlijden.”

Vraag 2. Heb ik een expert nodig?

Volgens Joost Bossier is het noodzakelijk dat als An en Geert hun successie plannen, ze vanaf het begin een expert in de arm nemen. “Doe-het-zelven leidt vaak tot ernstige problemen. Schriftelijke schenkingen en testamenten moeten voldoen aan strikte vormeisen. Een fout kan al snel leiden tot de nietigheid van een akte of nadelige fiscale gevolgen hebben. Een voorbeeld: stel dat An en Geert een onrechtstreekse schenking doen via een bankoverschrijving en ze die betaling in de mededeling een ‘schenking’ noemen. De storting wordt daardoor automatisch een schriftelijke schenking. Zo’n schenking moet worden geregistreerd door een notaris en er moeten registratierechten op worden betaald. En als An en Geert een burgerlijke vennootschap zouden oprichten en niet elk jaar een jaarverslag opstellen dat ze laten goedkeuren door de algemene vergadering, kan de oprichting nietig worden verklaard.”

“Bovendien heb ik in mijn praktijk meermaals vastgesteld dat veel mensen die alles zelf in handen nemen na verloop van tijd vergeten welke schenkingen ze al hebben gedaan. Dat kan tot ernstige problemen leiden”, vertelt Bossier. De nieuwe antimisbruikbepaling is een andere factor die professioneel advies nodig maakt (zie kader Successieplanning is geen fiscaal misbruik). Mensen die hun successie plannen, moeten daardoor veel voorzichtiger zijn als ze een akte opstellen. Ze moeten telkens kunnen aantonen dat ze ook niet-fiscale motieven hadden om voor die constructie te kiezen.

Vraag 3. Wat wil ik bereiken?

“Veel mensen beginnen aan een successieplanning zonder juist te weten wat ze willen, of ze kijken uitsluitend naar de fiscale voordelen”, stelt Joost Bossier vast. “Een cliënt kwam erachter dat hij door de jaren bijna 90 procent van zijn roerend vermogen had geschonken aan zijn kinderen. Toen hij dat besefte, werd hij erg ongerust over zijn financiële toekomst. De kinderen moesten uiteindelijk zelfs geld terugschenken aan hun vader. Gelukkig werkten ze zonder problemen mee. Een schenking — tenzij tussen echtgenoten — is onherroepelijk. Voordat An en Geert hun successie plannen, moeten ze dus goed weten wat ze op korte en op lange termijn willen bereiken.”

Vraag 4. Wanneer begin ik ermee?

“De meeste fouten bij een successieplanning zijn het gevolg van een verkeerde timing”, vindt Bossier. “Soms beginnen mensen er te vroeg mee. Als An en Geert alleen een testament opmaken, hoeven ze dat alleen maar aan te passen als hun situatie verandert. Maar als ze tegelijk ook schenkingen aan hun kinderen willen doen, denken ze daar het beste goed over na: een schenking zoals gezegd is onherroepelijk.”

“Andere mensen wachten te lang. Nadenken over je dood is geen leuk vooruitzicht. Daarom wordt een successieplanning weleens op de lange baan geschoven. Meer dan de helft van de 65-jarigen heeft geen testament of heeft nog nooit informatie ingewonnen over zijn successie bij een notaris. Als er een familiebedrijf in de nalatenschap zit, zoals het geval is met An en Geert, is een tijdige successieplanning nog belangrijker.”

Vraag 5. Moet ik mijn kinderen erbij betrekken?

“Veel mensen spreken niet graag over hun vermogen, vooral niet met hun kinderen”, vervolgt Joost Bossier. “Toch is het belangrijk dat An en Geert de mening van hun kinderen vragen over de verdeling van hun goederen. Dat kan heel wat conflicten voorkomen. Zo’n gesprek is zeker nodig als de toekomst van een familiebedrijf op het spel staat. Zijn de kinderen van An en Geert alle drie bereid het bedrijf later over te nemen? Of ziet slechts één van hen dat zitten? Of misschien twee? An en Geert moeten hun successieplanning aanpassen aan elk scenario. Het is dus beter dat ze daaraan beginnen te denken als er nog ruimschoots de tijd voor is.”

“Ik heb eens een tragisch geval meegemaakt”, vertelt Bossier. “Nadat de bedrijfsleider van een familieonderneming was overleden, kwamen de aandelen in handen van zijn echtgenote. De vrouw heeft haar man bijna dertig jaar overleefd en heeft nooit haar successie willen organiseren. Na haar overlijden is er een ruzie uitgebroken tussen de erfgenamen. Het bedrijf heeft dat conflict niet overleefd.”

Vraag 6. Is de successieplanning nog up-to-date?

Nadat An en Geert hun successie hebben gepland, is het belangrijk dat ze regelmatig de gemaakte schikkingen evalueren. “Bij zo’n controle moeten ze om te beginnen nagaan of hun gezinssituatie niet is veranderd — denk aan mogelijke scheidingen of overlijdens. Bovendien kan het gebeuren dat een van de kinderen achteraf beslist toch niet in het familiebedrijf te stappen”, zegt Bossier. “Een tweede belangrijk aandachtspunt is de evolutie van de wettelijke context. De wetgever verandert geregeld de spelregels en bepaalde constructies die vroeger waren toegestaan of fiscaal werden bevoordeeld, zijn vandaag verboden of worden fiscaal afgestraft.”

FRÉDÉRIC WAUTERS

“Schriftelijke schenkingen en testamenten moeten voldoen aan strikte vormeisen. Doe-het-zelven leidt vaak tot ernstige problemen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content