UP WITH PETER

Parlementsleden vertegen-woordigen alle Belgen. Zegt de Grondwet. Dat handvest is verkracht door het ontstaan van partijen. Peter Leyman, ex-Volvo, schikt zich als feodale leenman onder vorst Leterme voor hij minister wordt. Zo is een particratie, die zich vals democratie noemt.

Nederland heeft een minister van Onderwijs, Ronald Plasterk, die Bob Dylan zingt en speelt op de gitaar. Kweekt België een minister die rock-‘n-roll laat knallen? Peter Leyman, sologitarist van de Rolling Amazon Band, is rijp voor een ministeriële jam session langs Schelde, Maas en Rijn. Anderzijds en gelukkig is Leyman niet gekozen om zijn muzikaal, sportief of mediatalent. Elke Margriet Hermans is er een te veel.

Leyman ruilt de ene power elite voor de andere power elite. De grenzen van de zakelijke macht ontdekte hij bij Volvo, divisie van Ford. Dat hij moeite had met zijn Amerikaanse bazen was geen geheim. Je blijft, hoe knap en hardwerkend ook, een fabrieksdirecteurtje in een provincienest als de grote jongens de stukken verschuiven.

Wordt het lot van Peter Leyman in de politiek meer voorspelbaar? Of ligt na het boek van Fernand Huts, ex-parlementslid van de VLD, het boek van Freddy Van Gaever, parlementslid van Vlaams Belang, en het mogelijke boek van Bruno Valkeniers, toekomstig parlementslid van Vlaams Belang, ooit het biechtverhaal van Leyman bij De Slegte?

Een belangrijke dochter van een multinational is een knooppunt van een net waarin rationaliteit meestal de boventoon haalt. Een politieke partij is een squashbal in een match waarin geluk, wendbaarheid en gevoel, de rationaliteit overklast. De triomfalistische aankondiging van Peter Leymans overstap staat symbool. Het sanhedrin van CD&V koos met de flair van koppensnellers. Veel backbenchers en militanten worden weggemoffeld om de trofee meteen te vermunten in stemmen en invloed. De aanbeden basisdemocratie van de Belgische partijen is het opium van de naïevelingen.

Peter Leyman belandt in de feodaliteit van de particratie. De particratie bestaat als politieke partijen het overwicht behalen op alle andere instellingen in het bereiken van de hoogste machtsposities, in het behoud van die posities en in het verwerven van nog meer macht in het politieke bestel. Dat is niet de meest vlotte zin, hij vloeit wel uit de pen van een Europese specialist van de politiek, emeritus professor Wilfried Dewachter. Hij kent het verschil tussen de Grondwet, de wetteksten en de politieke praktijk. Zei oud-minister Arthur Gilson niet in 1972, toen de partijen bescheidener waren, de vedettes minder hooghartig hun kiezers trachtten te belazeren en parlementsleden meer waren dan wormen aan een hengel: “Onze regeringen zijn onderworpen aan de partijen: ze worden erdoor gepland, in het leven geroepen, gedoopt en vervolgens onder strenge voogdij gehouden. Het baart dus geen verwondering dat de regeringen dag in dag uit gewoon het ritme volgen van de bezorgdheden en de ondernemingen van de partijen.”

De particratie in België is een oude zwam en groeit. Verhofstadt I en II verparticratiseerden ons land tegen een stuitend ritme. De twee regeringen troffen twintig structurele en diepgaande maatregelen. Zo werden de twee bewindsploegen ingebed in de grote politieke en parapolitieke constructies. Voorbeeld? De grotere kieskringen bij de senaats- en kamerverkiezingen, die de partijbonzen versterken en de lokale machthebbertjes verzwakken. Herman De Croo in Knack (2003): “Bij de lijstvorming beslist de partijtop. En nog meer in de financiering van de campagnes. Die financiering kraakt of maakt een kandidaat. De boegbeelden van SP.A, van VLD of CD&V – alle partijen zijn in het hetzelfde bedje ziek – zuigen alle middelen op.” U weet het en toch is de herhaling nuttig.

Politici zetten een grote mond op tegen het onrecht, de machtsconcentratie, de slagen onder de gordel die zij zien in het bedrijfsleven, in de internationale economie, in de milieus die zij zwak controleren. Dat is de pot die de ketel verwijt dat hij zwart ziet. Men weet sedert de economieleer van de public choice dat politici marchands zijn die even onethisch en vulgair handelen, doen en denken als de mensen die zij vanuit de hoogte bekladden. Onder de vechters voor het algemeen welzijn zijn de schavuiten in de meerderheid.

Hopelijk zal Peter Leyman voldoende rechtlijnigheid kunnen behouden in zijn nieuw emplooi. Maakt hij, met een Kris Peeters, Dirk Van Mechelen en Fientje Moerman, op Vlaams of federaal niveau de politieke klasse meer werkelijkheidsbewust, moediger, ondernemingsvriendelijker? De komst van de voormalige Volvobaas is hoe dan ook welkom als tegengewicht voor het smaldeel syndicalisten dat in de Wetstraat en in de regering werkt voor eigen leden en beweging.

Peter Leyman heeft alvast het financiële vermogen verworven, dat volgt uit zijn hoge Volvotaak, om een zekere zelfstandigheid te betonneren tussen de rekels waarvoor hij kiest.

De auteur is directeur van Trends.

Frans Crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content