‘Umicore en Solvay samen? Dat is niet realistisch’

De materialentechnologiegroep Umicore vaart resoluut haar eigen koers. Speculatie over overnemen of overgenomen worden, lijkt CEO Marc Grynberg nauwelijks te deren.

Nu nog nieuwe kantoormeubelen en dan heeft Marc Grynberg het helemaal naar zijn zin bij Umicore, een producent van katalysatoren en van basismaterialen voor onder meer zonnecellen en voor herlaadbare batterijen voor gsm’s en laptops en hybride en elektrische auto’s. De groep is ook ‘s werelds grootste recycleerder van edele metalen (zie kader Van Union Misère tot Umicore). Grynberg heeft zijn bleekbeige meubelen twee jaar geleden geërfd van Thomas Leysen, zijn voorganger en mentor. “Ik hou er niet van. Ze zijn niet warm genoeg, de kleur en de sfeer”, klinkt het enigszins verrassend. Want op Grynberg kleefde lang de perceptie van onderkoelde manager, maar dat imago stelt hij tijdens het gesprek ruimschoots bij. De 45-jarige nagenoeg perfect tweetalige Waals-Brabander leidt Umicore al ruim twee jaar. De opdoffer die het aandeel kreeg na de recente publicatie van de puike jaarresultaten, is alweer vergeten. Aan de, Grynberg storende, speculatie dat Umicore de Duitse katalysatorproducent Süd-Chemie zou willen overnemen, was kort voor ons gesprek een einde gekomen. Süd-Chemie komt in handen van het Zwitserse fijnchemiebedrijf Clariant, voor bijna 2 miljard euro.

Umicore boekt mooie jaarresultaten, verhoogt het dividend en toch krijgt het aandeel een klap. Wat denkt u dan?

MARC GRYNBERG. “Het aandeel had het zeer goed gedaan. Het was dus te verwachten dat sommige beleggers winst zouden nemen. Het was initieel wel een beetje frustrerend. Maar de koers is achteraf hersteld, nadat we de kans hadden gekregen de beleggers meer in detail te wijzen op de onderliggende verbeterende vraagtendens.”

U durft zowaar een tweecijferige organische groei aan te kondigen voor de komende vijf à tien jaar. Is dat niet gevaarlijk? U zit deels met een heel cyclische business.

GRYNBERG. “Maar wel veel minder cyclisch dan in het verleden. De raffinageactiviteiten werden volledig afgestoten. De activiteiten waar we nu op focussen, zijn die met het grootste groeipotentieel. Want de vraag naar milieuvriendelijkere technologie en oplossingen blijft stijgen. En we zijn zeer sterk gepositioneerd in die sectoren waar de vraag het meest toeneemt, zoals elektrische wagens of materialen voor hernieuwbare energietoepassingen, nieuwe toepassingen voor katalysatoren om emissies verder te reduceren. En onze recyclageactiviteiten hebben steeds meer groeipotentieel door de strengere wetgeving voor productafvalmateriaal.”

Umicore werd lang beschouwd als potentiële koper van Süd-Chemie.

GRYNBERG. “Dat we interesse hebben voor die sector is een feit, want we zijn er al in actief. Maar of we interesse hadden in of geboden hebben op dat bedrijf, is een hypothese. Het is bovendien een academische discussie geworden. Ik wil wel zeggen dat we absoluut geen spijt gehad zouden hebben, omdat het tegen dit soort prijs onmogelijk zou zijn om waarde te creëren voor de aandeelhouders. Het verschil is niet marginaal. Het is ver boven wat redelijk is.”

Het verschil tussen de overnameprijs van 2 miljard euro en uw oorlogskas, die ‘slechts’ honderden miljoenen zou bedragen, lijkt enorm. Is dat het bewijs dat u niet meekan?

GRYNBERG. “Neen. Zeker niet, want externe groei blijft optioneel. Het is een middel om de groei van de firma te versnellen, maar de echte focus van onze strategie ligt op organische groei.”

Mogen we uit het dossier-Süd-Chemie besluiten dat de waarderingen te hoog zijn en u noodgedwongen een rustpauze inbouwt in die externe groei?

GRYNBERG. “Niet noodzakelijk. We bekijken het opportunistisch. We blijven zoeken, maar overnames zijn geen must. We moeten alleen zorgen dat we op het juiste moment klaarstaan. Dit gezegd zijnde, hebt u gelijk. Tegen dit soort prijzen zijn we niet geneigd overnames te doen.

“Maar om terug te komen op uw vraag over de oorlogskas. Als je kijkt naar onze balans en ons beleid om op ieder moment in een economische cyclus investment grade-kwaliteit te behouden, kunnen we waarschijnlijk nog meer dan een miljard euro lenen om overnames te doen. Grote overnames zijn dus wel degelijk mogelijk, en voor een zeer groot project kunnen we altijd naar de markt gaan om kapitaal op te halen.”

U hebt met andere woorden een potentiële oorlogskas van bijna 1,5 miljard euro, los van een eventuele kapitaaloperatie?

GRYNBERG. “Dat klopt ongeveer met onze berekeningen.”

Stoort het u dan niet dat u wordt geportretteerd als een speler die niet de middelen heeft om nog mee te spelen bij de grote dossiers?

GRYNBERG. “Neen, want grote dossiers zijn niet noodzakelijk een indicatie van de kwaliteit ervan. Het is altijd beter om geportretteerd te worden als een firma die zich richt op kwaliteit, duurzaamheid en rendabiliteit. We laten het aan anderen om grotere en misschien minder aantrekkelijke zaken te doen.”

En ook kleinere en minder aantrekkelijke zaken, want ook daarvoor worden hoge prijzen betaald.

GRYNBERG. “Dat klopt. En dat stoort me hoegenaamd niet. Ik lig daar niet wakker van.”

U krijgt veel overnamedossiers op uw tafel, maar hoe vaak hebben anderen het dossier-Umicore al bekeken?

GRYNBERG. ( grijnst) “Ik zou het niet weten. Indien ze gebeld zouden hebben, is dat geen public information. We zijn vereerd dat we als een aantrekkelijke prooi worden beschouwd ( lacht). Dat moet ook geen invloed hebben op ons beleid en onze strategie. Ik moet vermijden dat onze organisatie daardoor verstrooid wordt.”

Hebt u statutaire gifpilconstructies?

GRYNBERG. “Neen. Dat maakt geen deel uit van onze corporate governance.”

Maakt dat u niet zenuwachtig? U bent een sitting duck, waarop eender welke wilde jager kan beginnen te schieten.

GRYNBERG. “Toegegeven, we zijn een target, maar geen sitting target dat niets kan doen. We zijn een moving target, want we blijven onze strategie op een zeer coherente manier uitvoeren zonder te veel beïnvloed te zijn door die geruchten of het risico dat er ooit iets kan gebeuren. Door die strategie hebben we de jongste jaren waarde gecreëerd, zodat het een stuk moeilijker wordt voor potentiële jagers.”

Hoeveel kost dat strategisch plan?

GRYNBERG. “In O&O-inspanningen ongeveer 6 à 7 procent van de jaarlijkse omzet. Daarnaast willen we jaarlijks 200 miljoen euro investeren, en mogelijk een pak meer wanneer bijkomende investeringen in recyclage nodig zijn.

“We willen de volgende jaren met de huidige structuur werken. Performance materials gaat wel relatief gezien een kleiner stuk van de portefeuille uitmaken. In de andere drie domeinen is het groeipotentieel veel groter, gemiddeld ongeveer 10 procent per jaar. Een van de grote verschillen tegenover vandaag, is dat onze recyclageactiviteit meer internationaal zal groeien.”

Het luik automotive wordt almaar belangrijker.

GRYNBERG. “Uiteraard, en dat is ook de bedoeling. Vandaag zijn we heel actief in de productie van katalysatoren, maar we willen ook een van de belangrijkste spelers worden in de productie van kernmaterialen voor lithium-ionbatterijen voor elektrische en hybride wagens. Onze strategie is om van Umicore een unieke speler te maken die de volledige technologische revolutie naar elektrische wagens kan ondersteunen. Met katalysatoren, batterijen, de recyclage van de katalysatoren en batterijen, en op lange termijn brandstofcellen.”

U vreest niet dat investeerders zenuwachtig worden omdat u steeds verder de richting uitgaat van automotive, nochtans een cyclische sector?

GRYNBERG. “Dat is geen bezorgdheid van onze aandeelhouders of het management. Omdat we geen ‘typische’ leverancier van de automotive-industrie zijn. Onze technologie is kritisch om wagens zuiniger te maken en milieuvriendelijker. Het is eerder een hoogtechnologische activiteit dan een standaard automotivesegment.”

U geeft geen activiteiten op. Misschien wilt u wel een nieuwe, vijfde divisie?

GRYNBERG. “Misschien. Misschien in domeinen die toch wat complementair zijn met wat we vandaag doen en waar we dus gelijkaardige competenties kunnen gebruiken. Op papier geef ik toe dat het mogelijk is, maar er is nog niets concreets in gang gezet.”

U zoekt voorlopig dus het liefst complementaire activiteiten. Solvay, u welbekend, heeft geaasd op Danisco, dat totaal andere activiteiten heeft dan die van Solvay. U zou dat toch ook kunnen doen?

GRYNBERG. “Waarschijnlijk niet. Onze filosofie is onze bestaande competenties te behouden en uit te bouwen. Als we niets speciaals te bieden hebben in competenties, waarom zouden we dan beter zijn dan de huidige eigenaars en management van een bedrijf?”

Er werd lang op gespeculeerd dat Solvay en Umicore de handen in elkaar zouden kunnen slaan. En nu is gebleken dat Solvay op Danisco aasde. Denkt u dan ‘potverdorie, zijn wij niet goed genoeg’?

GRYNBERG. “Neen, want wij voeren onze strategie liever zelf uit op een zelfstandige manier. We hebben de ideeën, de projecten, de technologische competenties, de mensen, de financiële middelen. Ik zie niet dadelijk wat een andere grote firma zou kunnen bijbrengen dat ons nog meer succesvol zou maken.”

Dus zegt u eigenlijk ‘blijf allemaal maar weg, want wij hebben jullie niet nodig en jullie ons niet’?

GRYNBERG.“Waarschijnlijk. In de meeste sectoren waarin wij actief zijn, is er inderdaad weinig ruimte voor consolidatie. Ik deel dus uw conclusie. Maar de markten blijven evolueren. Er is dus geen garantie dat het zo blijft.”

En zo slaat u de dromen aan diggelen van velen die hopen op een grote industriële Belgische groep door een samengaan van Solvay en Umicore.

GRYNBERG. ( lacht) “Ik ben maar een van de betrokken partijen. Maar ik zie dat niet als iets realistisch. De activiteiten van de Belgische industriële spelers zijn zo divers, zitten in andere segmenten, hebben andere competenties, dat ik weinig nut zie in een grote fusie of overname. Ik zie de waardecreatie daar niet in. Maar misschien ben ik te weinig creatief en hebben andere mensen daar andere ideeën over.”

Er is weinig geweten over Marc Grynberg. U spreekt ook altijd in de wij-vorm. Dat is heel beleefd, maar hoe sterk staat u nu als CEO?

GRYNBERG. “Moet u die vraag aan mij stellen? Ik denk dat ik het bedrijf goed in handen heb. Ik heb op een delicaat moment de fakkel overgenomen en denk toch bewezen te hebben dat ik het bedrijf op een verstandige manier door de crisis heb geloodst. Zonder paniek, met doordachte ingrepen. We hebben de kostenstructuur van het bedrijf aangepast en na de recessie heb ik de strategie opgefrist. Ik denk dat ik de plaats volledig heb ingenomen.”

Maar door de gangen loopt, zoals tijdens dit interview, ook nog een schoonmoeder (voorzitter Thomas Leysen), niet?

GRYNBERG.“Neen, Thomas heeft een fulltime job bij het VBO en binnenkort als voorzitter bij KBC. Hij heeft geen tijd en geen goesting om de firma dagelijks te leiden. Zonder arrogant te willen overkomen, denk ik te kunnen zeggen dat hij mij volledig vertrouwt. We hebben natuurlijk discussies, we wisselen ideeën uit en bespreken de strategie. Maar hij is geen schoonmoeder.”

Hij is dat wel geweest?

GRYNBERG. ( beslist) “Nooit. Integendeel. Thomas heeft zijn VBO-mandaat opgenomen toen hij nog CEO was. Het doorgeven van de fakkel moest dus vrij snel gebeuren. Ik heb trouwens al een echte schoonmoeder, ik vind haar heel fijn en wens haar niet te vervangen.”

Leysen en diens voorganger Karel Vinck zijn uitgegroeid tot captains of industry en hebben andere rollen opgenomen. Ziet u uzelf ook die weg bewandelen?

GRYNBERG. “Dat is zeker vandaag niet aan de orde, want ik ben nog in mijn eerste fase van mijn CEO-schap. Ik heb nog voldoende werk in mijn agenda staan. Maar geleidelijk worden mijn interesses breder, dus is het mogelijk dat ik ook enkele andere dingen ga doen.”

Als u in het buitenland komt, kunt u daar het probleem BHV uitleggen?

GRYNBERG.“Neen, ik krijg zeer geregeld vragen over onze politieke toestand. Ik kan dit niet meer uitleggen. In het begin was het nog te doen, maar niet meer na tweehonderd en zoveel dagen. Ik vind het allemaal zorgwekkend en merk dat het vertrouwen van buitenlandse bedrijfsleiders in België begint te zakken. En dat heeft een impact op de buitenlandse investeringen. Ik vind dat zeer, zeer spijtig. Bij de institutionele investeerders die in Umicore investeren, speelt dat weinig. Ik merk de ongerustheid vooral tijdens gesprekken met andere bedrijfsleiders of businesspartners.”

Kan er achter het woord crisis een definitief punt gezet worden bij Umicore?

GRYNBERG. “Zeer zeker. Schommelingen in de conjunctuur zijn normaal. Lineaire groei bestaat niet. Maar bij Umicore zijn we niet langer bezorgd over dit soort dipjes, want we zijn zeer goed gewapend om door die fases van de conjunctuur te komen en zelf te blijven groeien.”

AN GOOVAERTS EN BERT LAUWERS, FOTOGRAFIE REPORTERS

“Grote overnames zijn wel degelijk mogelijk, en voor een zeer groot project kunnen we altijd naar de markt gaan om kapitaal op te halen”

“Ik heb op een delicaat moment de fakkel overgenomen en denk toch bewezen te hebben dat ik het bedrijf op een verstandige manier door de crisis heb geloodst”

“We zijn vereerd dat we als een aantrekkelijke prooi worden beschouwd”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content