Uitlaat voor de stad

Een investering van 1,8 miljard frank, om in hartje Brussel, op de terreinen van Tour & Taxis, een groot outletcenter in te passen: gewaagde plannen van de bvba Bataire, die beweert “een grote Belgische investeerder” achter zich te hebben.

Nee, de naam van die investeerder wil Stéphane Bataire, zaakvoerder van de bvba Bataire, die het Brussels Factory-project heeft uitgedacht, nog niet kwijt. Die wordt pas eind deze maand bekendgemaakt. Na wat aandringen verklapt Bataire hoogstens dat het een Belgische, gekende naam is uit de immobiliënwereld, met een bank achter zich. Zelf is hij deze plannen beginnen maken toen hij zich drie jaar geleden realiseerde dat zijn activiteiten als textielimporteur en -groothandelaar gedoemd waren te verdwijnen door de evolutie naar almaar minder tussenschakels in de distributie.

Brussels Factory moet een groot outletcenter worden in het hart van de hoofdstad, op de terreinen van Tour & Taxis. Op het voorste gedeelte daarvan, aan de Havenlaan, wil de Antwerpse holding Ackermans & van Haaren in joint venture met het Amerikaanse Trizec Hahn het MusicCity-project realiseren: een enorme evenementenarena met daaromheen allerhande economische activiteiten die nauw met de muziekwereld samenhangen. Daarachter staan nog eens drie grote hangars op een terrein van 6 hectare, waarop Bataire zijn zinnen heeft gezet. Met eigenaar NMBS wordt erover onderhandeld. In de hangars, waarvan men de architecturale structuur en het uitzicht wil bewaren – om niet, zoals MusicCity, een storm van protesten en vergunningsperikelen over zich heen te krijgen – komt op twee niveaus 41.500 m² winkelruimte. Bataire en zijn mysterieuze investeerder plannen voor de aanschaf van het vastgoed en het omturnen tot winkelcentrum 1,8 miljard frank nodig te hebben.

In de VS zijn er al meer dan 300 van die outletcenters. De aanwezige winkels (vooral in merkkleding, schoenen, lederwaren, hier en daar ook elektro of nog andere producten) verkopen er de restanten van voorbije collecties tegen sterk verminderde prijzen – 30% reductie en meer. Niet te verwarren met de soldeur-boetieks, die bij diverse merken de onverkochte stocks opkopen en dan voortverkopen, is een factory outlet store normaliter een winkel van de merkfabrikant zélf, die het kanaal waarlangs hij zich van z’n surplus-productie ontdoet onder eigen controle wil houden, om te vermijden dat het de ‘gewone’ handel zou verstoren. In Europa is het fenomeen vooral in Groot-Brittannië en Frankrijk al ontwikkeld.

GEEN BEDREIGING VOOR CENTRUM?

Terwijl zo’n outletcenters zich doorgaans aan de stadsrand en vlakbij autosnelwegen vestigen – ze betrekken hun cliënteel uit een gebied met een drive time tot zowat anderhalf uur – gaat Brussels Factory eigenzinnig tegen die commerciële filosofie in, door zich middenin de stad te willen inplanten. Dat werpt allerhande vragen op. Primo, zullen de 6 à 8 miljoen bezoekers per jaar, die Stéphane Bataire als prognose noemt, geen enorme verkeerschaos creëren? Bataire schudt nee. “De site, waar we 2500 parkeerplaatsen voorzien, is immers makkelijk bereikbaar met het openbaar vervoer, heeft daarnaast een goede verbinding naar de A12 en de Ring rond Brussel, plus nog een andere uitweg naar de Leopold II-laan en het huidige commerciële stadshart van de Nieuwstraat.”

Maar daar schuilt precies de tweede adder onder het gras: zullen de gevestigde handelaars de komst van het outletcenter niet als onaanvaardbare concurrentie bestrijden met alle mogelijke middelen? Bataire: “Ons project is geen bedreiging voor de winkels in pakweg de Nieuwstraat. Wij trekken een ‘familiale’ cliënteel aan, met een zwaartepunt in de leeftijdscategorie tussen 25 en 45 jaar, die er niét op gebrand is om met de allerlaatste mode mee te zijn, maar veel meer value for money zoekt. De Nieuwstraat moet het vooral hebben van jongere en veel meer modebewuste klanten.” Bataire is er zelfs van overtuigd dat ‘zijn’ bezoekers de bestaande handelaars extra trafiek en omzet zullen opleveren omdat velen na het outletbezoek nog zullen afzakken naar het stadscentrum, voor een toeristisch bezoekje – met gunstige gevolgen voor de horeca – of nog een rondje fashion shopping. “We willen daar zelfs gezamenlijke promotieacties voor voeren,” oppert Bataire. De gevestigde handelaars moeten niet bang zijn, verzekert hij. Hún concurrenten zijn de shopping malls aan de stadsrand – Woluwe, Basilix, Westland enzovoort – die het volk uit het centrum weghouden. “In of om Brussel zal de komende jaren onvermijdelijk zo’n outletcenter verrijzen. Gebeurt dat in de periferie, dan zal het centrum nog leger achterblijven; onze plannen daarentegen zullen het centrum juist versterken.”

VLAAMS-BRABANT HAD GEKUND.

Een recente studie van het kmo-studiecentrum aan de Luikse universiteit rekende uit dat een outletcenter in of bij de ‘Cité Ardente’ voor die stad een tewerkstellingseffect (aantal jobs) tussen +50 en -110 zou kunnen hebben. Bataire ziet het véél rooskleuriger: rekenend met 160 à 180 winkels, een gemiddelde van één verkoopster per 30 m², en dan nog alle ‘perifere’ jobs in schoonmaak, bewaking enzovoort komt hij uit in de buurt van 1500 nieuwe banen. Geen wonder dat het Brusselse stadsbestuur en het Brussels gewest alvast “de discussie willen openen” – zonder zich al te engageren. Vorige dinsdag, 12 oktober, (na afsluiten van dit artikel) had een eerste rondetafelgesprek met handelaars, patrimoniumbeschermers, vakbonden, buurtwerkers en overheden plaats.

O ja, het hele project van Bataire had ook in Vlaams-Brabant gekund. Hij zocht zelfs met een “erg goed meewerkende” GOM Vlaams-Brabant een locatie in Vilvoorde of Machelen. Maar, zucht Bataire: “De gemeentebesturen hebben niet eens even naar onze plannen willen luisteren.”

R.P.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content