Uit Nederlandse musea

Kunnen we van onze noorderburen de kunst van het verzamelen leren ? Twintigste-eeuwse kunst uit vijf Nederlandse musea, in het Brusselse PSK.

Vijf Nederlandse musea voor moderne kunst brengen hun verzamelingen samen onder één Brussels dak : de tentoonstelling in het Paleis voor Schone Kunsten werd groots opgevat en toont de meesterwerken van het Stedelijk Museum Amsterdam, het Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam, het Van Abbemuseum in Eindhoven, het Haags Gemeentemuseum en het Kröller-Müller Museum in Otterlo. Onmiddellijk na WO II hebben de Nederlandse musea hun aankoopbeleid op grote kunstenaars (Picasso, Braque, Gris, Kandinsky, Chagall, Mondriaan…) en grote kunststromingen gericht (fauvisme, kubisme, expressionisme, abstracte kunst, conceptkunst…). De bezoeker kan er ook zien hoe de Nederlandse kunstenaars zich aan andere Europese of Amerikaanse voorbeelden hebben gespiegeld. Naast werken van Mondriaan en Van Dongen zal hij er ook de werken ontdekken van andere Nederlanders als Charley Toorop met beklemmende portretten, Jan Schoonhoven met zijn “matiëristische” reliëfs, Daan Van Golden, die de schakel tussen art, pop-art en exotisme vormt, en Peter Struyken met zijn “Mondriaanse” uitgepuurde variaties.

Deze verzameling van 140 werken uit verschillende generaties en strekkingen schetst dus veel meer dan een beeld van de Nederlandse moderne kunst, ze vormt ook het kader waarin diachronische, contradictoire en verwantschappelijke aspecten tussen de verschillende kunstenaars worden getoond : Willem De Kooning en Pieter Ouborg, Bruce Nauman en Jan Dibbets, Van Golden en Martial Raysse… of Mondriaan (vijf prachtige werken) tegenover de kubisten.

Dit is de gelegenheid om even stil te staan voor “De Haven van Rotterdam” van de pointillist Signac, zich te laten meevoeren door het “Gele vierhoek op wit” van Malevitch en de sporen terug te vinden van Cobra en van Dubuffet. Ook de meer recente strekkingen van de hedendaagse kunst zijn stevig vertegenwoordigd, met Bacon, Max Beckmann en Tinguely.

Men kan door deze expositie lopen op zoek naar de meesterwerken die er hangen. Of men kan ook de thematische indeling volgen, met de noemers Mystiek, Pijn, Orde enzovoort, waaraan telkens een zaal is gewijd. Of nog, men kan er zich “museologisch” verdiepen in de historiek van de vijf musea en hun verzamelingen de expo heeft immers de titel “De Kunst van het Verzamelen” meegekregen. Kortom, het is een veelzijdige tentoonstelling met een verzameling plastische werken die vanuit meer dan één oogpunt aantrekkelijk is.

ALAIN DELAUNOIS

“De kunst van het verzamelen. 20ste eeuwse kunst uit Nederlandse musea”. Paleis van Schone Kunsten in Brussel tot 25 mei. Open van 10 tot 18 uur. Gesloten op maandag. Catalogus : 1200 frank. Tel. (02)507.84.66.

Van Dongen, Interieur met gele deur, ca. 1910

Asger Jorn, Een hongerig gevoel, 1960

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content