Uit hun sloffen

Europa plant antidumpingheffingen op bepaalde soorten schoeisel uit Azië, waarvoor nochtans binnen de EU niet meteen producenten te vinden zijn. In hun verzet sluiten de Belgische importeurs en distributeurs voor het eerst de rangen.

Ze zijn wel laat uit hun sloffen geschoten, de Belgische schoenenimporteurs en -distributeurs. Want het Publicatieblad van de Europese Unie meldde al op 22 februari 1995 dat, na een klacht van de Europese schoenenfabrikanten (de Confédération Européenne de l’Industrie de la Chaussure, kortweg CEC, met zetel in Brussel), twee antidumpingonderzoeken waren ingesteld : één voor “schoeisel met bovendeel in textiel” uit China en Indonesië, één voor “schoeisel met bovendeel in leder” uit diezelfde landen plus Thailand.

De CEC stelde dat de prijzen op de interne markt van die landen significant hoger lagen dan de prijzen van hun export naar de EU : dumping, dus. Voor de “textielschoenen” was berekend dat de EU-invoer vanuit China tussen 1990 en ’93 met 97 % was toegenomen, die uit Indonesië met 68 %. Gevolg voor de Europese fabrikanten, aldus de CEC : een totale productiedaling van maar liefst 23 %, afkalvende winst, en een “significante” daling van de tewerkstelling (door fabriekssluitingen). Voor de lederen schoenen eenzelfde plaatje, met een productieverlies van 14,1 % voor de Europeanen.

Het “lederen” dossier lijkt vandaag in een impasse te zitten. Maar wat het textielschoeisel betreft, is sinds 17 september bij de Europese Commissie een ontwerp van Verordening in de maak die voorlopige antidumpingheffingen (voor 6 maanden) voorziet van maar liefst 94,1 % voor China en 36,5 % voor Indonesië. Gelet op de proceduretermijnen wordt de publicatie en dus de inwerkingtreding van die Verordening verwacht vóór 21 november. Bij een consultatie van de lidstaten door de Commissie vorige maand toonden de zuidelijke landen als Italië, Portugal, Spanje, Frankrijk en Griekenland, die nog een betekenisvolle productie hebben, zich pro heffingen, terwijl de noordelijke (met veel geringere productie) anti waren. België schaarde zich bij monde van federaal minister van Economie Elio di Rupo aan de zijde van de zuidelijken. De uitslag (die evenwel niet bindend is voor de Commissie) luidde : 8 voor, 7 tegen.

In een poging om te redden wat nog te redden valt, hebben 10 van de grootste Belgische importeurs (onder andere Cortina Shoes, 1,5 miljard omzet ; The Belizia Shoe, 1,2 miljard ; en Rowies, 525 miljoen) en distributeurs (onder andere Euro Shoe, 6,3 miljard omzet ; Brantano, 2,7 miljard) eind september gezamenlijk een primeur voor deze branche een brief gestuurd naar de Commissie. Daarin argumenteren ze naar het voorbeeld van hun Duitse en Nederlandse collega’s dat ook in België de geplande heffingen buitengewoon grote economische, financiële en sociale gevolgen zullen hebben in hun sector en in de transport- en overslagsector (onder meer de haven van Antwerpen). Belangrijke bijkomende bedenking : op korte en zelfs middellange termijn is er binnen Europa geen enkel alternatief aanwezig ook niet in de zuiderse landen om de productie uit Azië aan voldoende concurrentiële voorwaarden te vervangen.

WIE IS DE DUPE ?

Peter Rowies, samen met broer Wim gedelegeerd bestuurder van de familiale import/exportfirma nv Rowies International die de Belgische reactie op gang bracht via het Aalsterse advocatenkantoor Cottyn, Roseleth, Van de Steen & Co, schetst de gevolgen : “De prijzen van dat soort vooral zomers textielschoeisel (linnen schoenen, baskets, espadrilles en dergelijke) zullen in de toekomst voor de consument enorm toenemen. Maar op korte termijn zijn het de invoerders ( nvdr. en de distributeurs die zelf rechtstreeks invoeren) die zware klappen krijgen. De inkoopperiode voor de volgende zomercollectie is immers al achter de rug, de prijzen zijn afgesproken met de producenten/leveranciers én met de afnemers/distributeurs, de contracten getekend. Daar kunnen we niet onderuit. Die heffing van 94,1 % voor wat we uit China invoeren, komt dus in haar totaliteit op onze nek terecht.” Rowies (dit jaar een dik half miljard omzet en volgend jaar allicht een verdubbeling, dankzij een wereldwijde licentie voor schoenen van modemerk Kookaï), ontwerpt alle schoenen zelf, maar besteedt de productie uit. Veel komt uit Italië en Spanje, maar 20 tot 30 % komt uit het Verre Oosten, vooral uit China. “Als de geplande maatregelen er komen, kost ons dat minstens 7 miljoen frank,” schat Rowies. “Het idiote is dat bijvoorbeeld voor de gevulcaniseerde linnen schoenen hier in Europa geen enkele producent meer bestaat. Onze reactie is alvast dat we de productie grotendeels naar andere Aziatische landen verleggen, niet naar Europa.” Bij The Belizia Shoe, dat afgelopen jaar 1 miljoen paar schoenen importeerde uit China, Indonesië en Thailand, wijst directeur Kris Colson erop dat de winstmarges op dergelijke artikels zeer laag zijn, zodat zo’n heffing intolerabel is. En : “De Europese fabrikaten zijn mede door de hoge loonkosten zo duur dat ze zeker niet in aanmerking komen als vervanging.”

Schoenwinkelketen Brantano zal weinig hinder ondervinden van de heffingen, omdat ze weinig van dat goedkope materiaal inkoopt, vertelt algemeen directeur Kurt Moons, “maar we wilden solidair zijn met de collega’s.” Opvallendste ondertekenaar van de protestnota was het Diestse Euro Shoe (met de winkelketens Avance, Primo, Shoe Post en Shoe Discount) dat immers zelf ook schoenen producent is. “Maar,” zegt gedelegeerd bestuurder Luc Van Audenhove, “onze eigen productie betreft een ander gamma (lederen kwaliteitsschoenen), en bedraagt slechts 400.000 paar, terwijl we als distributeur in totaal 17 à 18 miljoen paar per jaar verstouwen. Omdat we zelf getroffen worden ( nvdr. vooral in het goedkopere assortiment van Shoe Post en Shoe Discount) én omdat we ons verzetten tegen protectionisme, hebben we ons bij het protest aangesloten.”

R.P.

PETER EN WIM ROWIES Onze reactie is alvast dat we dat deel van de productie naar andere Aziatische landen verleggen, niet naar Europa.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content