Uit de startblokken

Het Bedrijvencentrum Regio Kortrijk werkt sinds midden vorig jaar samen met zijn CPP-partnerbedrijven in het bedrijvencentrum Kindia, Guinee. Hoe zijn de eerste ervaringen ?

Afrika strijkt nauwelijks 3 % op van alle directe buitenlandse investeringen in ontwikkelingslanden. Dat is iets meer dan 2 miljard VS-dollar of minder dan wat China vandaag in minder dan twee maanden binnenhaalt. Toch keerden CPP-voorzitter Dirk Vyncke, Steven Henrion van VKW-Kortrijk en Fernand D’Hoore, directeur van het Bedrijvencentrum Regio Kortrijk, hoopvol gestemd terug uit het West-Afrikaanse land Guinee-Conakry. Het Bedrijvencentrum Regio Kortrijk (BC Kortrijk) trad toe tot het Company Partnership Plan en ondertekende op 19 juli ’96 een CPP-Charter met het Bedrijvencentrum te Kindia, een stadje op 120 kilometer ten oosten van de hoofdstad Conakry. Fernand D’Hoore, oud-directeur bij Bekaert (dat met Barco, G-Bank, Electrabel, Gom West-Vlaanderen en de intercommunale Leiedal aandeelhouder is in BC Kortrijk) : “Er is in Guinee een positieve dynamiek. Het krioelt van ondernemersinitiatieven en het managementniveau is ondanks alles hoger dan ik dacht : onder de bedrijfjes van Kindia zijn er enkele die alle verhoudingen in acht genomen niet zouden misstaan bij ons, weliswaar in de minst gesofistikeerde categorie.”

De CPP-delegatie had drie doelstellingen : kennismaken met het centre des petites et moyennes entreprises, training voorzien voor de medewerkers van de niet gouvernementele organisatie ACT (mede-initiatiefnemer van CPP) en criteria uitwerken voor partnerships tussen Vlaamse ondernemingen en bedrijfjes in de derde wereld. Uit ervaring bij Bekaert weet D’Hoore dat communicatiestoornissen bij technologietransfers en niet het technologisch kunnen op zich een probleem kunnen zijn : “In hun cultuur mag je niet tonen dat je met een probleem zit, want zoiets komt neer op gezichtsverlies. Dát oplossen is essentieel. Wij gaan hen niet zeggen wat ze moeten doen. Zij moeten vragen stellen en daarna kunnen wij oplossingen aanreiken.”

SELECTIE.

In het bedrijvencentrum Kindia, opgezet door Act met medefinanciering van Ontwikkelingssamenwerking ( Abos), huizen onder meer machinebouwer Somata, Comptoir agricole, het bouwbedrijf Soguitra, de schrijnwerkerij Koroudou, de kippenkwekerij Kahere, de steenbakkerij Totia, de fruitdrogerij Nabekam en Caps (Centre d’affaire et de prestations de services). Het zijn spontane starters en groeiers. In drie van hen houdt de financieringsmaatschappij Incofin Guinée van Act een voorlopige participatie aan met de bedoeling ze na verloop van tijd over te dragen aan lokale managers. De Vlaamse ngo-werkers die bij het BC Kindia zijn betrokken, lopen deze week stage in het BC Kortrijk en in een tiental Vlaamse ondernemingen. Ze bezoeken ook de Hogere Tuinbouwschool te Roeselare en het Vrij Technisch Instituut te Izegem. “Het zijn bekwame en gemotiveerde mensen, maar hebben nog behoefte aan bedrijfsscholing”, zegt Steven Henrion (VKW).

Het bedrijvencentrum in Kindia heeft vijf functies : secretariaat, verhuur van lokalen, managementopleiding en training in onder andere boekhouding, voorraad- en personeelsbeheer en ten slotte kredietverlening via Incofin Guinée.

Fernand D’Hoore : “De meeste bedrijfjes zijn ondergekapitaliseerd, daarnaast zijn ze onrealistisch en ambitieus. Ze willen van alles en nog wat doen. We kunnen hen vooral begeleiden bij strategische keuzen. Het operationele kennen ze wel, ze zijn ontzettend vindingrijk.”

Wat zijn de criteria om in aanmerking te komen als partner voor een Vlaams bedrijf ?

De potentialiteit en de motivatie van de zaakvoerder zijn essentieel ; is dat een man/vrouw met visie die weet wat hij wil ?

Het moet om een bestaande onderneming gaan. De producten ervan moeten beantwoorden aan de behoeften in de lokale markt.

Het bedrijf moet een eigen startkapitaal bezitten dat eventueel kan worden aangevuld door Incofin.

Ook logistiek is een belangrijk criterium. Zijn aanvoer van grondstoffen en afvoer van de productie verzekerd ?

Aan Vlaamse kant dient het CPP-partnerbedrijf open te staan voor het doorgaans nog embryonale stadium waarin de partner zich op het gebied van technologische ontwikkeling bevindt ; er moet een engagement zijn, een idealistische betrokkenheid. En waarom zou er geen uitzicht mogen zijn op een win/win-situatie ? Een handelsrelatie of een joint venture die beide partners ten goede komt, bewijst immers dat het partnership succesvol is geweest.

E.B.

CPP-ENGAGEMENT Oprechte betrokkenheid sluit geen win/win-situatie uit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content