Twijfel over de onzichtbare hand

De onzichtbare hand van Adam Smith is de meest gebruikte – en misbruikte – metafoor in de economie. In The Hesitant Hand brengt hoogleraar Steven Medena van University of Colorado een overzicht van het denken over de onzichtbare hand en de spontane marktwerking.

De discussie over marktwerking is eeuwenoud en duikt bij elke crisis wel weer op, zo stelt Medena, net als de discussie of het nastreven van het eigenbelang bijdroeg tot het algemeen belang. Smith was niet de eerste auteur die stelde dat het algemeen belang het best gediend was als iedereen zijn eigenbelang zou nastreven. De Gournay, De Boisguilbert en vooral Mandeville kwamen eerder tot dezelfde conclusie. Maar Smith was wel de eerste die het idee analytisch onderbouwde, net als de daaraan gekoppelde theorie van de onzichtbare hand als basis voor de meest efficiënte marktwerking.

Doorheen de geschiedenis van het economische denken is het idee van de onzichtbare hand altijd verbonden geweest met de vraag naar de gepaste rol van de overheid. Beide onderwerpen zijn immers automatisch gekoppeld door de terechte bezorgdheid van sommigen dat het eigenbelang van mensen niet altijd en automatisch zou leiden tot een uitkomst die ook het beste zou zijn voor de samenleving.

Het debat over het ontstaan van de financiële crisis gaat volgens de auteur dan ook in essentie over dit probleem. Sommige economen zeiden decennia geleden al dat de onzichtbare hand best getemd kan worden door het actief ingrijpen van de overheid. Die stelling lokte dan weer kritiek uit van andere economen. De kritiek klonk het luidst aan de universiteiten van Chicago en Virginia. Hun eerste argument is dat de bureaucraten van de overheid ook het eigenbelang vooropstellen waarbij het algemeen belang niet gediend wordt. Tweede element van kritiek: de markt kan eigenlijk meer dan gedacht. Medena sluit zich daarbij aan. “Uitkomsten die oorspronkelijk beschouwd werden als marktmislukkingen, zijn het niet en beperkingen van de markt kunnen overstegen worden door een gepast wettelijk kader”, schrijft de auteur.

Volgens Medena gaat de slinger in de economische geschiedenis heen en weer tussen meer en minder overheidsingrijpen. Vandaag plaatsen behavioral economics en neuro-economie vraagtekens bij de onzichtbare hand. Deze twee recente takken van de economie gaan ervan uit dat economische actoren niet altijd rationele beslissingen nemen en dat er dus geen automatisch efficiënt economisch evenwicht ontstaat.

Hoe zit het dan vandaag met de gezondheid van de onzichtbare hand? ‘Er blijven ‘echte believers aan beide zijden’ schrijft Medena. “Zij die stellen dat mislukkingen van de vrije markt niet bestaan en dat het falen van de overheid alomtegenwoordig is. En aan de andere kant tegenstanders van de vrije hand die aangeven dat de vrije markt steevast mislukt en de overheid als een wondermiddel zien.” Volgens Medena is de consensus op dit moment wel op een middenpunt beland. (T)

STEVEN MEDENA, THE HESITANT HAND, PRINCETON UNIVERSITY PRESS, 2009, 272 BLZ, 30 EURO.

Thierry Debels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content