Toppunt van sarkozisme

Nicolas Sarkozy blijft immens populair bij de Fransen. Krijgt zijn blitzstart een vervolg in 2008? Het wordt een cruciale periode voor de alomtegenwoordige president.

Hij zal schitteren, domineren, misschien zelfs mishagen. Hoe dan ook, Nicolas Sarkozy zal in 2008 een aandachtstrekker zijn. Na zijn wervelende eerste maanden, volgt nu een cruciale periode in Frankrijk. De nieuwe president heeft ruimschoots aangetoond dat hij talent heeft voor politiek overzicht en dat hij beschikt over verbeeldingskracht en vitaliteit. Maar kan hij die kwaliteiten ook vertalen naar echte verandering?

Sarkozy heeft nieuw leven geblazen in de stijl en het tempo van regeren na twaalf monarchale jaren onder Jacques Chirac. De praktijkgerichte, hyperactieve president heeft het uitzicht van de regering gemoderniseerd en er ook etnische minderheden en meer vrouwen in opgenomen. Hij heeft de linkerzijde ontwapend door enkele van haar beste denkers te rekruteren. Hij heeft de beleidsvorming een verjongingskuur gegeven dankzij zijn aanpak zonder taboes en zijn klare taal. En hij is een nieuwe Franse diplomatie aan het uitbouwen om de Franse stem opnieuw te doen erkennen.

Tot dusver bevalt het de Fransen allemaal wel. Sarkozy’s populariteit brak alle records. Maar in 2008 staat hij voor drie uitdagingen.

1. Grondige hervormingen

In de eerste plaats zal Sarkozy van een eerste fase met oncontroversiële veranderingen, onder meer een belastingverlaging, willen overschakelen op moeilijkere economische hervormingen. Die moeten de concurrentiepositie van Frankrijk opkrikken en de werkloosheid tegengaan. Hij zal onder meer een einde maken aan de royale ‘speciale regimes’ voor de basispensioenen, de regels voor werkloosheidsuitkeringen verstrakken, de arbeidsovereenkomsten meer flexibel maken, nieuwe methodes invoeren om de sociale zekerheid te financieren, de bureaucratie stroomlijnen en een aantal markten, gaande van de grootdistributie tot de taxi’s, dereguleren.

Die veranderingen zullen botsen met gevestigde belangen en dus gecontesteerd worden. Sarkozy zal trachten door herhaalde gesprekken, vooral met de vakbondsleiders, conflicten te voorkomen. Die praktische aanpak zal het al zo stevige presidentschap van de Franse Vijfde Republiek, die in 2008 haar vijftigste verjaardag viert, nog meer verankeren.

Hij zal zijn eerste minister, François Fillon, in de coulissen houden. Elke eventuele ministerswissel – bijvoorbeeld nadat de resultaten van het onderzoek naar de ‘Clearstream’-lastercampagne bekend zijn – zal gedicteerd worden vanuit het Elysée.

Zal Sarkozy slagen waar zijn voorgangers mislukten? De verzwakte oppositie en de gunstig gezinde publieke opinie zouden hem behulpzaam kunnen zijn. Maar in een jaar waarin toevallig ook de veertigste verjaardag van Mei ’68 gevierd wordt, zullen er wel enige protestacties en stakingen zijn. Sarkozy, een voormalig advocaat, zal dat trachten op te lossen door het op een akkoord te gooien. Maar daarvoor zal hij dan wel een prijs moeten betalen: een betere verloning voor de ambtenaren, bijvoorbeeld, in ruil voor een afslanking van het ambtenarenkorps.

Dat zal de overheidsfinanciën nog meer belasten. De regering zal het dan ook moeilijk hebben om het begrotingstekort te beperken tot 2,3 %, zoals ze beloofd heeft. De economie zal weinig soelaas bieden: de groei van het bruto binnenlands product zal in 2008 waarschijnlijk niet hoger liggen dan 2,2 %. Kortom, Sarkozy zal uiteindelijk enkele elementen van zijn hervorming moeten afzwakken en tegelijk een algemene verbetering van de economische flexibiliteit tot stand moeten brengen.

2. Gemeenteraadsverkiezingen

De tweede test zijn de gemeenteraadsverkiezingen in maart. De 36.000 Franse gemeenten zullen dan een nieuwe burgemeester kiezen. Twee van de grootste steden, Parijs en Lyon, zouden dan in socialistische handen kunnen blijven, wat Sarkozy’s centrumrechts zijn eerste electorale mep zou bezorgen. Bertrand Delanoë, de socialistische burgemeester van Parijs, blijft populair in de hoofdstad.

Als Delanoë erin slaagt Parijs vast te houden, zal hij goed geplaatst zijn om, in de herfst als François Hollande aftreedt, op te komen voor het leiderschap van de Parti Socialiste. Andere kandidaten zullen onder meer zijn: Ségolène Royal, de ex-partner van Hollande en verslagen presidentskandidate, en de jonge rijzende ster Manuel Valls. De partij zal evenwel moeite hebben om zich eendrachtig achter een nieuwe leider te scharen omdat een aantal rivalen kibbelt over de manier waarop de linkerzijde dient gemoderniseerd te worden.

3. Internationale ambities en evenwichtsoefeningen

De derde uitdaging voor Sarkozy zal erin bestaan om de invloed van Frankrijk opnieuw te doen gelden in het buitenland. Hij zal daarbij een mengeling hanteren van Atlantisch denken (hard tegen Iran, welwillend ten opzichte van Israël), gaullistische traditie (een sterk Europa) en pragmatisme gekoppeld aan opportunisme (herinner u de reddingsmissie in Libië).

Samen met zijn minister van Buitenlandse Zaken Bernard Kouchner zal hij een initiatief nemen inzake Iran en daarbij aandringen op strengere sancties en hardere onderhandeling, zonder echter zijn steun voor de militaire optie uit te sluiten. Hij zal ook een harder standpunt innemen tegenover Rusland en China, meer transparante en minder corrupte relaties met Afrika eisen en aandringen op hulp voor Darfoer. Hij zal ook trachten een nieuwe Mediterrane Unie op te richten. Het mangelt hem trouwens niet aan ambitie, want hij zal ook trachten voor Frankrijk een rol te creëren als bemiddelaar tussen Israël en Palestina en zelfs in Irak.

In juli neemt Frankrijk het voorzitterschap van de Europese Unie over. Ondanks zijn Atlantische neigingen, is Sarkozy nog altijd van oordeel dat Frankrijk alleen sterk is als Europa dat ook is. Warmere betrekkingen met de Verenigde Staten, zo zal hij aanvoeren, sluiten een versteviging van Europa niet uit, meer bepaald door middel van een gemeenschappelijk defensiebeleid.

Om de Amerikaanse scepsis te sussen en het Britse enthousiasme opnieuw op te wekken, zou hij wel eens een heuse verrassing uit zijn hoed kunnen toveren: de herintrede van Frankrijk in de geïntegreerde commandostructuur van de Navo, waaruit De Gaulle Frankrijk in 1966 terugtrok. Zijn afwijzing van het steeds weerkerende Franse antiamerikanisme betekent niet dat Sarkozy zomaar bevelen zal willen aannemen van de Verenigde Staten. De Fransen zullen echter wel de tegenstand omwille van de tegenstand opgeven.

Zijn Europese vrienden zullen ondervinden dat Sarkozy nog altijd een prikkelbare partner kan zijn. Hij zal tekeergaan tegen het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank, hij zal zich verzetten tegen de onderhandelingen over de toetreding van Turkije (al is het mogelijk dat hij de Franse grondwettelijke vereiste om over nieuwe leden een referentie te houden laat vallen). Hij zal ook meedogenloos de belangen van Frankrijk verdedigen in industriële zaken, waarin hij zich opstelt als een hardnekkige interventionist. Vooral dat laatste zal de banden met Duitsland op de proef stellen en Brussel tot wanhoop brengen.

Resultaat: een on-Frans Frankrijk

Samengevat: in 2008 krijgt de wereld de volle maat van de dynamische en rusteloze Sarkozy. Hij zal alomtegenwoordig zijn, vastbesloten om zijn stempel te drukken. In eigen huis zal de druk om resultaten neer te zetten toenemen, vooral omdat hij zelf de lat zo hoog geplaatst heeft. Hij wil Frankrijk omvormen tot een minder elitaire, meer ondernemende maatschappij, die hard werkt, haar eigen huis koopt, de globalisering in de armen sluit en elk complex met betrekking tot geld van zich afschudt. On-Franse ambities van een vrij on-Franse Franse president.

DE AUTEUR IS BUREAUCHEF PARIJS VAN THE ECONOMIST.

Door Sophie Pedder

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content