“Toen ik in de politiek begon, werd je als vrouw nog nagefloten. Die tijd is gelukkig voorbij”

PS-voorzitter Elio Di Rupo wordt algemeen als de machtigste man van België beschouwd en heeft ook in Vlaanderen veel invloed. Vice-premier Laurette Onkelinx (PS) mag zich voortaan de machtigste vrouw van Vlaanderen noemen. Als minister van Justitie haalt ze geregeld het nieuws met voorstellen die niemand onberoerd laten. En eigenlijk doemt haar silhouet bij élk gewichtig dossier op.

Laurette Onkelinx (PS) is al een decennium niet uit het centrum van het politieke leven weg te slaan. Als minister-president van de Franse gemeenschap bekleedde ze in de jaren negentig een absolute toppositie in Franstalig België. Op federaal vlak kende Onkelinx haar moment de gloire toen ze in 1999 de portefeuille van Werkgelegenheid kreeg en als vice-premier de nummer twee werd van de regering-Verhofstadt I. In 2003 ruilde ze Werkgelegenheid in voor een al even cruciaal departement: Justitie. Niet verwonderlijk dus dat ze als machtigste vrouw van Vlaanderen wordt gepercipieerd. De politica zelf relativeert dat: “Ik ben ervan overtuigd dat het grote publiek en ook insiders bij het toekennen van macht zich in belangrijke mate laten leiden door de mediabelangstelling rond iemand. Politieke macht is ook tijdelijke macht en dat vind ik zeker geen slechte zaak. Er bestaan ook andere machtsniveaus die minder gemediatiseerd zijn. Macht interesseert me trouwens niet echt.”

LAURETTE ONKELINX (PS). “Ik doe aan politiek om doelstellingen te kunnen realiseren. Ik wilde altijd een departement beheren waar ik een ideaal in resultaten kon omzetten. Het is dus niet omwille van de macht dat ik aan politiek doe. De moeilijkheid van de politieke functie zit trouwens niet in wat je ziet. Over politici overheerst het beeld dat ze harde vechters zijn. Machiavellisten ook, willen ze overleven. De grootste moeilijkheid waarmee je als persoon met macht wordt geconfronteerd, situeert zich echter op een ander terrein. Je moet op een bepaald moment beslissingen nemen en je moet ze helemaal alleen nemen.”

Meer en meer vrouwen bekleden invloedrijke functies. Dat is ongetwijfeld voor een deel een gevolg van positieve discriminatie en quota. Is het echter niet belangrijker dat ze die positie bereiken op basis van verdienste?

ONKELINX. “Het is een goede zaak dat meer en meer vrouwen geïnteresseerd zijn in een politieke carrière. Het is voor velen onder hen een passie geworden. Wat die quota betreft: tijdens de vorige legislatuur was ik behalve minister van Arbeid ook verantwoordelijk voor Gelijke-Kansenbeleid. Ik heb bewust een beleid gevoerd van positieve discriminatie. Zo heb ik de verplichting opgelegd dat de kieslijsten paritair moesten worden samengesteld. We hebben toen gediscussieerd over het waarom van die maatregel: was het een regel die voor altijd moest gelden of werd die pariteit ingevoerd om een onevenwicht uit het verleden te herstellen? Ik denk het tweede. De vrouwen moesten een achterstand inhalen. En dan heb ik er geen probleem mee dat een beleid van positieve discriminatie wordt gevoerd.”

Opereert u in de politiek anders dan de mannen? Bent u even hard?

ONKELINX. “Vrouwen in de politiek blijven een minderheid en daarom ontstaat er soms een samenhorigheidsgevoel tussen vrouwelijke politici. Ik heb een natuurlijke sympathie voor Freya Van den Bossche. Ik probeer haar een beetje te begeleiden. Ik denk vaak terug aan het begin van mijn carrière als parlementslid. Ik was nog geen dertig jaar en werd in de Kamer opgevangen door Antoinette Spaak. Dat was wel nodig. Toen was het nog heel gewoon dat politici allerlei macho-opmerkingen maakten. Je werd als politica nog nagefloten. Die tijd is gelukkig voorbij.”

We stellen vast dat nuchtere mannen als Ivan Verougstraete, de voorzitter van het Hof van Cassatie, compleet overdonderd werden door uw vrouwelijke charme.

ONKELINX. ( Schatert het uit.) “Wat moet ik daar nu op antwoorden? Mijn imago op de televisie is koud, omdat ik maximaal één minuut tijd krijg om een antwoord te formuleren op complexe politieke vragen. Als de mensen mij dan in realiteit zien, leren ze de echte Laurette Onkelinx kennen.”

Verougstraete is mee verantwoordelijk voor Phenix, het informatiseringsproject van Justitie. Bestaat het nog?

ONKELINX. “Zeker. Het is een extreem belangrijk project, en maar goed dat de heer Verougstraete – een zeer intelligente man – de leiding heeft genomen om het te realiseren. Phenix zal binnen Justitie een revolutie ontketenen, omdat het gerecht transparanter, efficiënter, sneller, toegankelijker en moderner zal worden.”

Met dank aan uw voorganger Marc Verwilghen, die het gestart heeft?

ONKELINX. “Helemaal akkoord.”

Toch was er een probleem met de toekenning van een informatiseringsproject aan Dolmen.

ONKELINX. “Ik heb het project overgenomen toen er een probleem was met de uitwerking en dat hebben we opgelost. Sindsdien vergaderen we elke woensdag intensief over de verdere totstandkoming.”

Waarom krijgen de – niet echt overbelaste – arbeidsrechtbanken de prioriteit bij de modernisering?

ONKELINX. “De arbeidsrechtbanken nemen de collectieve schuldenregeling over van de rechtbanken van eerste aanleg en we willen die bevoegdheidsoverdracht optimaal laten verlopen. De collectieve schuldenregeling neemt immers heel wat administratie in beslag.”

De Hoge Raad voor Justitie was tegen die bevoegdheidsoverdracht.

ONKELINX. “Die overdracht was nodig om de werklast van de rechtbanken van eerste aanleg te verlichten. Bovendien hebben de arbeidsrechtbanken – zeker de arbeidsauditeurs – veel ervaring met de regeling van schulden. En ze staan zeer dicht bij de mensen.”

Komt er trouwens nog een veralgemeende werklastmeting bij de magistraten?

ONKELINX. “We zullen een van de volgende weken starten met de parketten. Over de rest moeten we nog onderhandelen, omdat dat veel moeilijker is. Heel wat zetelende rechters werken thuis en de activiteiten verschillen sterk naargelang van hun specialiteit, zodat het moeilijk is een correctie inschatting van hun werk te maken.”

Het hof van beroep van Antwerpen is voorstander van een werklastmeting naar Nederlands model (het Lamiciesysteem), waarbij op grond van empirische gegevens van tijdsduurregistraties en gemiddelde normtijden de kaderbehoeften worden geobjectiveerd. Een goed idee?

ONKELINX. “Op basis van de werklastmeting zullen we niet alleen beslissen waar we eventueel meer parketmagistraten inschakelen, het is ook een instrument om de werking van Justitie te verbeteren door procedures te veranderen en medewerkers ter beschikking te stellen. Er zijn natuurlijk mensen die veel sneller werken dan anderen. Maar het is in elk geval de bedoeling om de best practices van de magistraten zoveel mogelijk te veralgemenen. De burger heeft recht op een snelle en efficiënte werking van justitie.”

U schoof op een bepaald moment de verplichte rechtsbijstandverzekering naar voren om de drempel naar het gerecht te verlagen. Werd dat idee ondertussen gedumpt?

ONKELINX. “Zeker niet. Ik weet dat sommigen dat idee kaderen onder de noemer van gratis justitie, maar voor mij gaat het om het recht tot toegang. Dat is nu amper het geval voor veel burgers. De eerste consultatie bij een advocaat kost 25 euro, maar dat bedrag loopt snel op tot 100 of 200 euro per uur, en dan zijn er nog de kosten van gerechtsdeurwaarders en experts. Ik heb om te beginnen de vergoedingen voor de pro-deo-advocaten met 40 % verhoogd en hun werkterrein verbreed. Maar dat was een eerste stap. Er is een verschil van mening tussen de Franstalige orde, die een verzekeringssysteem wil, een soort van sociale zekerheid voor justitie en de Vlaamse balies die eerder fiscale incentives willen om justitie toegankelijker te maken. We zullen uiteindelijk een sui-generisoplossing uitwerken, zoals dat ook in landen als Nederland bestaat.”

Behalve justitie volgt u als vice-premier ook de sociaal-economische dossiers op de voet. Zat u niet wat gewrongen toen de regering besloot het sociaal akkoord uit te voeren, ook al kreeg het geen steun van het Waalse ABVV? Bij laatstgenoemden bevindt zich toch een belangrijk deel van uw achterban?

ONKELINX. “Ik vond het jammer dat het FGTB het interprofessioneel akkoord niet heeft goedgekeurd. Ik heb naar hun argumenten geluisterd, maar ik heb er nooit aan getwijfeld dat dit akkoord moest worden uitgevoerd. Waarom? Wel, ik geloof sterk in ons sociaal model. En ik ben ervan overtuigd dat het overlegmodel zonder dit akkoord zou ineengezakt zijn. Er wordt vanuit bepaalde werkgeverskringen al sterke druk uitgeoefend om tot regionale CAO’s te komen. Dat wou ik te allen prijze vermijden. Het akkoord was ook noodzakelijk om de sociale vrede te bewaren. We wilden een nieuwe stakingsgolf vermijden. Vergeet ook niet dat nog altijd een meerderheid van de werknemers het akkoord heeft goedgekeurd.”

Toont dat niet aan dat het njet van het FGTB het gevolg is van een interne machtsstrijd binnen de vakbond?

ONKELINX. “Veel van de motieven die geleid hebben tot de afkeuring door het FGTB hebben niets te maken met het interprofessioneel akkoord. Er stond bijvoorbeeld een zin over het statuut van arbeiders en bedienden. Wel, veel syndicalisten dachten dat men het bediendestatuut zou uitkleden. Dat heeft echter niemand ooit gezegd. Hetzelfde met flexibiliteit. De vrees bestond dat dit tot jobverlies zou leiden, terwijl een extra flexibiliteit in een aantal sectoren noodzakelijk is.”

Komen er nu niet nog moeilijkere dossiers aan? Zoals de eindeloopbaan en de financiering van de sociale zekerheid…

ONKELINX. “Zeker. De eindeloopbaanconferentie en de betaalbaarheid van de pensioenen blijven moeilijke debatten.”

Stilaan wordt het debat gelanceerd rond de activering van oudere werknemers. In Le Soir pleitte uw partijvoorzitter Elio Di Rupo ook voor hogere pensioenen. Of hij wil ze op zijn minst welvaartsvast maken.

ONKELINX. “Ik ga volledig akkoord met wat hij zegt. Gaan we het tijdens de eindeloopbaanconferentie alleen hebben over langer werken? Dat zijn geen onderhandelingen. Als je de werknemers langer moet laten werken om de werkgelegenheidsgraad te verhogen, moet je ze ook belonen indien ze later met pensioen gaan. Men zal inspanningen moeten doen, maar ik beklemtoon ook de nood aan een positieve boodschap. De sociale zekerheid blijft volgens mij betaalbaar. Via een hogere werkgelegenheidgraad, maar ook met hogere pensioenen. Vergeet niet dat veel mensen niet kunnen rondkomen van hun pensioen.”

Wanneer moet de eindeloopbaanconferentie resultaten opleveren?

ONKELINX. “Minister van Werk Freya Van den Bossche bepaalt de agenda.”

Er zouden plannen zijn om een aantal nieuwe conclaven te houden, onder andere over de financiering van de gezondheidszorg. Maar dat werd vanuit de federale regering al snel ontkend. Hoe zit het nu?

ONKELINX. “Ik heb de berichten hierover in de krant gelezen. Het verwondert mij, want ze kloppen niet. Er is geen sprake van een conclaaf over de gezondheidszorg.”

En over Brussel-Halle-Vilvoorde?

ONKELINX. ( heftig): “Ah, Brussel-Halle-Vilvoorde. Wat erg is, is dat we onze tijd verliezen met een probleem dat de mensen niet interesseert. Of je nu in Oostende bent, in Aarlen of zelfs in de Rand: niemand ligt er wakker van.”

Ons interesseert het wel.

ONKELINX. “Een kleine groep dan. Het is tijdverlies en dat blijkt ook uit een aantal enquêtes. De conclusie is duidelijk: de meerderheid van de Vlamingen ligt er niet wakker van.”

Is er voor Brussel-Halle-Vilvoorde een oplossing mogelijk door meer Franstalige rechters in Brussel te benoemen, zoals de Franstalige orde van advocaten voorstelt? Met andere woorden, meer middelen voor veiligheid en justitie in Brussel in ruil voor een splitsing van het arrondissement?

ONKELINX. “Politiek is geen spelletje. Ik wens alleen dat de Vlaamse en Franstalige rechtszoekenden in Brussel hun weg vinden. Ik wil geen splitsing omwille van de splitsing. Maar er zijn zekere evoluties mogelijk, waarvan iedereen beter wordt. Voor alle duidelijkheid: dit dossier hoort niet thuis op een of andere communautaire onderhandelingstafel. Het is een dossier van Justitie en niet onderhevig aan geven en nemen. Het mag dus niet gekoppeld worden aan Brussel-Halle-Vilvoorde.”

Vandaag kopiëren raadsheren in beroep dikwijls alleen het werk van de lagere rechters.

ONKELINX. “Het klopt dat heel wat advocaten alleen in beroep gaan om de zaak te rekken. Dat is niet de bedoeling. We hebben dertig projecten in de pijplijn en een van de voorstellen is de onmiddellijke uitvoerbaarheid van vonnissen in eerste aanleg. Tijd winnen, is er dus niet meer bij en zo zullen er minder beroepen worden ingesteld. Rechters zullen sowieso de bevoegdheid krijgen om een rechtszaak sneller te laten verlopen met vaste termijnen en dergelijke.”

Advocaten hebben een probleem met dergelijke ‘actieve rechters’.

ONKELINX. “Het is de bedoeling dat het gebeurt.”

Uw echtgenoot, ULB-grondwetspecialist Marc Uyttendaele, is ook advocaat en hij neemt het de Vlaamse pers kwalijk dat men hem de echte kabinetschef van Justitie noemt.

ONKELINX. “Mijn huis is niet mijn kabinet. Wij denken niet altijd hetzelfde over een onderwerp, hoor.”

Alain Mouton

“Gaan we het tijdens de eindeloopbaanconferentie alleen hebben over langer werken? Dat zijn geen onderhandelingen.”

“Brussel-Halle-Vilvoorde? We verliezen onze tijd met een probleem dat de mensen niet interesseert.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content