Tijd voor een Belgische kartelpolitie

Aangenaam verrast waren we, toen we dit lazen. Daarmee ging het VBO immers in tegen grote ondernemingen – toch haar belangrijkste sponsors – die het ‘slachtoffer’ kunnen worden van een strenge kartelpolitie. Zou het idee van een vrijemarktwerking dan (voor het eerst) de bovenhand krijgen op de traditionele corporatistische lijn van de patroonsorganisatie?

Het VBO reageerde ook verbaasd op het gerucht. Uiteraard ondersteunt het Verbond een efficiënt mededingingsbeleid, zegt de directie. Toch is een al te rigide kartelautoriteit niet echt gewenst. Op een kleine markt worden kartels immers snel ingehaald door de Europese concurrenten, luidt de redenering, zodat de kartels weinig kans maken in ons land.

In één adem vertelt VBO-directeur Baudoin Velge dat een concurrentiebeleid wel belangrijk is, “maar niet echt aan de top van ons lijstje staat”. Vandaag vinden we het mededingingsbeleid dus niet terug bij de prioriteiten van Verhofstadt I.

Daarmee zit deze regering op de lijn die België al volgt sinds 1991, met de wet op de mededinging. Op papier steunen de politici en de actoren op het sociaal-economische veld het concurrentiebeleid. In de praktijk krijgt de Raad voor de Mededinging amper middelen. Ook de nieuw samengestelde Raad voor de Mededinging (zie blz. 106) heeft met een budget van minder dan 200.000 euro een schrijnend gebrek aan slagkracht. Omdat de instelling wordt bedolven onder de concentratiedossiers, heeft zij amper de kans om de bestaande kartels aan te pakken.

De Raad is een typisch Belgisch compromis. De voorstanders van een mededingingsbeleid krijgen hun wet en de instellingen. De tegenstanders worden gerustgesteld door de wetenschap dat die instellingen in de huidige vorm nooit behoorlijk zullen werken.

De Nederlandse Mededingingsautoriteit ( NMa) heeft zich inmiddels kunnen ontplooien als een van dé paarse instrumenten om de markten te liberaliseren (dat wenst blauw) en de consument te beschermen (dat wenst rood). Hoewel ook in Nederland kritiek kwam op het feit dat een al te efficiënte kartelpolitie zinloos is in een klein landje als Nederland, wierp de NMa zich met succes op vastgeroeste sectoren. Beschermingsconstructies en marktafspraken van elektriciteitsproducenten, financiële instellingen, persbedrijven, kabelexploitanten, notarissen enzovoort, werden (soms) met de hulp van buitenlandse onafhankelijke experts aan een streng onderzoek onderworpen.

Welke politicus werpt de knuppel in het paarse hoenderhok? Durft Guy Verhofstadt in alle eerlijkheid te beweren dat de vrije markt in België behoorlijk werkt in de eerder genoemde domeinen? Dat de consument de vrije keuze heeft en niet de rekening betaalt van onderlinge afspraken? Dat de last die dit meebrengt voor KMO’s relatief groter is bij ons dan in geliberaliseerde buitenlandse markten? Het is alleszins een onderzoek waard. Maar dat vereist politieke moed, van de regering én het VBO.

Hans Brockmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content