Tiense houdt de wereld zoet

Met een bedrijfswinstmarge van 17 procent is de suikerproducent een van de meest rendabele voedingsbedrijven in ons land. Maar zelfs zonder het beschermende Europese suikerbeleid is de kans op zoete winsten voor de Belgische suikerbietentelers groot.

Op het ‘Bietenplein’, een uitgestrekt terrein in de suikerfabriek van Tienen, liggen tonnen bieten metershoog opgestapeld. Na amper vijf uur is alles verwerkt tot bietenpap, die later wordt omgetoverd in suiker. Het is hoogseizoen bij Tiense Suikerraffinaderijen. Jaarlijks verwerkt de fabriek ruim 3 miljoen ton suikerbieten tot suikerproducten. Voor het versnijden van de bieten slijpt de fabriek 150.000 messen. “In slechts enkele maanden, van september tot januari, maken wij de productie voor het hele jaar”, duidt Thomas Hubbuch, de Duitse gedelegeerd bestuurder. “Suikerbieten kan je niet opslaan. Doe je dat wel, dan gaan ze kiemen en daalt het suikergehalte. De bieten moeten snel in de fabriek worden verwerkt. We moeten dus een enorme verwerkingscapaciteit hebben, maar we kunnen die productiecapaciteit niet mooi over twaalf maanden spreiden en benutten. Acht maanden per jaar staat de verwerking stil.”

Alweer geklaag uit de landbouwsector? De riante bedrijfswinstmarge van Tiense Suikerraffinaderij van vorig jaar 17 procent zou anders doen vermoeden. Maar het is ook niet zo dat Hubbuch klaagt. “Het voorbije boekjaar was een recordjaar. Maar dat was zo voor de hele Europese suikerindustrie.”

Dat recordjaar was te danken aan hoge prijzen. In de prijsstijgingen speelden drie essentiële factoren een rol. Ten eerste was er de sterk schommelende oogst in Brazilië, de dominante wereldspeler in suikerriet. “Als de oogst daar lager uitvalt, en bovendien nog grote hoeveelheden gebruikt worden voor bio-ethanol, heeft dat meteen een effect op de wereldmarktprijs”, telt Hubbuch.

Ten tweede speelt de toenemende vraag uit Azië. “Vooral in de Aziatische groeilanden stijgt de vraag naar suiker. De inkomens gaan omhoog in China. Dus zeggen de consumenten: ik wil een Audi, een BMW en een Apple. En ze willen ook koekjes en gebak zoals de Belgen en de Fransen.” Dat leidt tot een jaarlijkse, structurele stijging van de wereldwijde suikerconsumptie met 2 tot 3 procent, terwijl die in West-Europa stabiel blijft.

Grotere volatiliteit

Gouden tijden dus voor de suikerbonzen? Hubbuch aarzelt. Daar zit de derde factor in de prijsstijging voor iets tussen: het gewijzigde beleid van de Europese Commissie. Voorlopig wordt de prijs kunstmatig hooggehouden door quota. Vandaag mogen in België slechts twee partijen suiker produceren: de Tiense Suikerraffinaderij (een quotum van 486.235 ton per jaar) en Iscal. Maar daar komt een einde aan in 2017. In 2009 had Europa de marktbescherming al afgebouwd door de exportsubsidies voor suiker te schrappen en 15 procent van de Europese consumptie voor te behouden aan importeurs.

Dat leidde de voorbije jaren tot een forse toename van de prijsschommelingen. “Wie import toelaat, veroorzaakt grotere prijsschommelingen”, verklaart Hubbuch. “Een niet-Europese suikerproducent zal enkel naar de Europese Unie exporteren als hij daar een hogere prijs krijgt dan op de wereldmarkt. Maar de kwaliteitseisen in Europa zijn bijzonder streng. Bovendien heb je de logistieke uitdagingen.”

“Het eerste jaar na de hervormingen zagen we heel lage prijzen. Pas sinds anderhalf tot twee jaar geleden kregen we hoge prijzen”, gaat Hubbuch voort. “Willen onze klanten, de voedingsindustrie en de eindconsumenten, die volatiliteit wel? Enkel bij lage prijzen zijn ze ermee gebaat.”

En met het verdwijnen van de quota in 2017 zullen de prijzen nog meer gaan schommelen, vreest Hubbuch. “In de landbouw heb je planningscycli van twee jaar. De landbouwer beslist dus twee jaar vooraf wat hij zal planten, terwijl hij pas twee jaar later weet wat hij eraan zal verdienen.” De quota vormen een drempel tegen een overaanbod. Maar eind 2017 worden de remmen losgegooid. “Dan kan iedereen zoveel produceren als hij maar wil.”

Sterke uitgangspositie

Mogen de bietentelers rond de suikerstad dan een kruis maken over hun investeringen? Zo’n vaart zal het niet lopen, meent Hubbuch. Al waarschuwt het jaarverslag van de nv Tiense Suikerraffinaderij voor “mogelijk zware druk op de winstmarges” en “zware inspanningen” bij de Belgische suikerproducenten. Hoewel. De dochter van de Duitse landbouwmultinational Südzucker haalde vorig jaar per hectare bieten het op een na hoogste suikerrendement in de groep, na Duitsland. En met 17 procent ligt de bedrijfswinstmarge even hoog als die van de suikerafdeling bij het moederbedrijf.

“Na het verdwijnen van de quota komt er in Europa zeker een verschuiving naar de landen met het hoogste rendement. België zit in een relatief sterke uitgangspositie. We hebben een goede fabriek. Het klimaat is ideaal. De infrastructuur blijft vrij behoorlijk. Suikerbieten vervoeren betekent voor ruim 80 procent water vervoeren. Je moet het transport zo kort mogelijk houden, naar een grote fabriek.”

En Tiense heeft nog meer troeven in de groep Südzucker. Met zijn klontjessuiker, parelsuiker en de kandijsuiker Cassonade maakt het unieke producten. “Harde klontjes vind je enkel bij Tiense Suiker. Alleen wij kunnen die typische vorm met die typerende glans maken.”

Meer nog, ruim de helft van de productie is voor de export bestemd. De klanten zijn vooral bedrijven in de voedingsindustrie, maar Tiense Suikerraffinaderij sloot ook een wereldwijd contract met Starbucks. Niet voor de koffieketen, maar voor de nieuw te ontwikkelen keten Teavana, die zal specialiseren in hoogwaardige thee.

Zelfs in Egypte wordt voortaan suiker uit Tienen verkocht, onder de merknaam T-brand want ‘Tiense Suiker’ bekt wat moeilijk in het land van de piramides. Geen probleem, zolang de wereld de suiker uit Tienen maar kan smaken.

WOLFGANG RIEPL, FOTOGRAFIE DEBBY TERMONIA

“Chinezen willen een Audi, een BMW, en koekjes en gebak zoals de Belgen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content