Terug in de lift

Na hoge rendementen van meer dan 10 % vorig jaar zakten de bedrijfsobligaties dit jaar in elkaar. Nu Griekenland gaat besparen, vindt opnieuw een heropleving plaats.

De lage rente en hoge liquiditeit stuwen de bedrijfsobligaties opnieuw de hoogte in. Na de succesvolle plaatsing van de Griekse staatsleningen en de toezegging om de Europese rente laag te houden, zitten bedrijfsobligaties opnieuw in de lift. Woensdag 10 maart haalden Europese groepen niet minder dan 7 miljard euro op, een nieuw hoogtepunt dit jaar.

Na de beurscrash eind 2008 zochten veel ondernemingen hun heil in euro-obligaties om aan de nodige kredieten te geraken. Heel wat bekende namen deden een beroep op de spaarders, zoals AB InBev, BASF, Gaz de France, Nokia, Roche en Statoil. De combinatie van het grote aanbod en het pessimistische toekomstbeeld leidde tot rendementen van meer dan 10 %. De beleggers maakten daar gretig gebruik van (zie grafiek). Na de economische heropleving in 2009 stortte de markt van de bedrijfsobligaties echter in.

“De massale beleggingshonger en het feit dat emissies vaak vijf- tot tienmaal ‘overschreven’ werden, zorgden ervoor dat de risicopremie snel afkalfde tot het niveau van voor het uitbreken van de crisis”, legt Dirk Van Tricht, Wealth Manager van Econopolis, uit. “Begin 2010 kende het aantal emissies een sterke terugval. Door het opflakkeren van het overheids- en landenrisico als gevolg van de Griekse begrotingscrisis, twijfelden veel beleggers aan het economische herstel en aan de haalbaarheid van het exitscenario. Zo zakte het merendeel van de emissies op de secundaire markt tot onder de lanceringsprijs.”

Als voorbeeld voor de panische sfeer verwijst de analist naar de lancering van een bedrijfsobligatie door BMW met een looptijd van vijf jaar en een coupon van 8,875 % in november 2008. Van Tricht: “Tien maanden later herhaalde de Duitse autoconstructeur die oefening, ditmaal met een coupon van 4 %. Er werd echter zo massaal op ingetekend dat de risicopremie snel en sterk afnam, en weer op het niveau van voor het uitbreken van de crisis (Lehman-Fortis september 2008) aanbelandde.”

Vier tips

Nu de zorgen om Griekenland wat zijn gaan liggen, durven de bedrijven zich opnieuw op de kapitaalmarkt te gooien. Begin deze maand gaven vijf Amerikaanse nutsbedrijven een obligatie uit voor een totaalbedrag van 1,62 miljard dollar. Ook HSBC Holding liet zich niet onbetuigd. Vrijdag 5 maart 2010 verkocht de Britse financiële groep 1,5 miljard Australische dollars aan vastrentende ‘ kangaroo bonds‘ met een coupon van 6,75 %.

Welke lessen moet een goede huisvader daar nu uit trekken? Om slapeloze nachten te voorkomen, raadt Van Tricht in de eerste plaats aan rampen te vermijden. Daarom geeft de vermogensbeheerder van Econopolis de volgende tips.

1. Diversifieer

Van Tricht: “Bedrijfsobligaties zijn geen alternatief voor aandelen. Indien het worstcasescenario zich zou ontplooien (een nieuwe recessie in de tweede helft van 2010, een zogenaamde double dip), zullen bedrijfsobligaties net als aandelen rake klappen krijgen. De huidige risicopremies bevinden zich terug op het niveau van voor het uitbreken van het Lehman/Fortis-debacle, terwijl de macro-omgeving in 2010 fundamenteel anders is dan 18 maanden geleden. Het is een illusie te veronderstellen dat bedrijfsobligaties immuun zullen zijn in geval van ‘ongelukken’ op de markt van de staatsleningen.”

2. Kies voor kwaliteit

Van Tricht: “Hier past een kritische bemerking bij benchmarks en indexfondsen. Het gewicht van bedrijfsobligaties in de index is vaak een alarmsignaal. GM vertegenwoordigde een groot gewicht in de index omdat het nagenoeg voortdurend een beroep deed op de obligatiemarkt. Dezelfde redenering gaat op voor de markt van de groeilanden. Wie een obligatiefonds koopt om in te spelen op de groei van China, kan bedrogen uitkomen. China heeft immers slechts een relatief klein gewicht in de index. Venezuela heeft een groter gewicht, draagt veel meer risico en is waarschijnlijk oververtegenwoordigd in het fonds, met negatieve gevolgen voor de prestatie van het fonds.”

3. Loop niet in de val van een langere termijn

Van Tricht: “In de laatste fase van de huidige rally was het opmerkelijk dat recentere emissies vaak langere looptijden bespeelden. UCB bracht in november 2009 een emissie uit met een looptijd van vijf jaar tegen 5,75 %, en in december een emissie met een looptijd van zeven jaar met een zelfde coupon. Dat had niets te maken met de rente-evolutie, alleen met een afname van de kredietspread. Wanneer echter het sentiment keert, zullen bezitters van langere looptijden het gelag betalen.”

4. Kijk ook naar het relatieve risico

Van Tricht: “Verkies AAA/AA-debiteurs boven industriële A-emittenten. In 1998 was de rente op Europese staatsobligaties zeer laag. Beleggers in staatspapier wendden zich toen massaal tot staatsleningen van groeilanden in Duitse mark (nu euro) omwille van het rendement (die leningen gaven 4,5 %, tegenover 3,5 % voor Duits staatspapier). Ze kwamen van een koude kermis thuis toen Argentinië in 2001 besliste om geen coupons meer uit te keren, en even later tot een schuldherschikking overging: de overmoedige belegger bleef verdwaasd achter en kreeg nauwelijks 30 cent per geïnvesteerde Duitse mark terug.”(C)

Door Eric Pompen

“Bedrijfsobligaties zijn geen alternatief voor aandelen.”

Dirk Van Tricht (Econopolis)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content