Telenet duldt geen concurrentie op zijn kabel

Bruno Leijnse Redacteur bij Trends

De juridische dienst van Telenet maakt gehakt van het ontwerpbesluit van de regionale toezichthouders om de kabelnetwerken open te stellen. Het wijst erop dat ook de federale telecomregulator dat onzinnig vindt.

Luc Machtelinckx van de juridische dienst van Telenet had zich de eindejaarsfeesten anders voorgesteld. Vier dagen voor Kerstmis publiceerden de Belgische regionale toezichthouders op de communicatiediensten een ontwerpbesluit dat Telenet en andere kabeldistributeurs zou verplichten om concurrenten toegang te geven tot hun platform voor digitale televisie.

Die concurrenten zouden daar kanalen mogen aan toevoegen of uit weglaten. De kabelaars zouden hun concurrenten bovendien internetdiensten en analoge televisie in een groothandelsaanbod moeten doorverkopen. Het ontwerpbesluit was een bom. Nooit eerder in Europa hadden regulatoren de kabeldistributeurs zo hard aangepakt. Telenet had tot 18 februari de tijd om zijn bezwaren kenbaar te maken.

De toezichthouders op de elektronische communicatiediensten moeten binnen het strakke kader van de Europese Commissie werken. Alleen partijen met een ‘aanmerkelijke marktmacht’, zoals Belgacom, mogen aan verplichtingen worden onderworpen.

Daar knelt het schoentje al. Want wat is de markt? De Vlaamse regulator vindt dat de kabeltelevisie en de digitale televisie van Belgacom TV de markt vormen. Maar wat dan met satelliettelevisie, digitale ethertelevisie, televisie via internet (genre Netflix) en mobiele televisie? En waar is die markt geografisch?

Dat laatste is de naaf waarrond het hele reguleringsvoorstel van de regulatoren draait. Als de markt van Telenet Vlaanderen en een stukje Brussel is, dan had Telenet midden 2010 een marktaandeel van 80 tot 90 procent, weliswaar dalend, maar zeer dominant. Maar Machtelinckx vindt – net als vroeger altijd de federale toezichthouder BIPT – dat Telenet op een nationale markt werkt. “Als Telenet in Vlaanderen zijn prijzen verlaagt, dan zal Belgacom TV op nationaal niveau volgen en moet Voo in Wallonië hetzelfde doen. Dus is er een vermoeden dat de markt nationaal is.”

Daarmee staat Machtelinckx pal tegenover de regulatoren die in hun ontwerpbesluit met dezelfde test beweren dat er geen nationale markt is. “Wij hebben hen gevraagd op welke gegevens ze dat baseren, maar die hebben we niet allemaal gekregen.”

Geen hoge prijzen

Is er dan eigenlijk wel een probleem? Wordt de consument geschaad? Zijn de prijzen te hoog? De keuze te klein? Alweer een punt waar Telenet en de regulatoren van mening verschillen. “Wij zijn bij de goedkoopste van Europa”, toont Machtelinckx. “De prijs van het basisabonnement is bovendien gereguleerd en wij hebben die minder verhoogd dan de Prijzencommissie ons toeliet.”

Als er al een probleem is, moet de regulator kijken of de markt dat niet kan oplossen. “Dat hebben de regulatoren niet gedaan. Zij houden er bijvoorbeeld geen rekening mee dat het BIPT Belgacom wil verplichten om multicasting toe te laten op zijn netwerk. ” Multicasting laat onafhankelijke internetserviceproviders toe om tv-diensten aan te bieden bovenop de internetdienst van Belgacom.

“De regulatoren hebben meteen besloten om zich te concentreren op de transmissie van uitzendingen.” En laat dat nu net een markt zijn waarvan de Europese Commissie in 2007 vond dat ze niet meer gereguleerd hoeft te worden. Er zijn uitzonderingen mogelijk. “Maar dan moet de regulator aantonen dat er drie voorwaarden tegelijk vervuld zijn. Er moeten hoge toegangsdrempels zijn, er mag geen tendens zijn naar meer concurrentie en het mededingingsrecht mag niet volstaan om die toestand te verhelpen”, zegt Machtelinckx.

Volgens hem bewijst de opgang van Belgacom TV dat de toegangsdrempels niet onoverkomelijk zijn. Bovendien is er met de komst van de alternatieve operator Billi en met multicasting in het vooruitzicht, wel degelijk meer concurrentie in zicht.

Zelfs als dat allemaal bewezen kan worden, is er nog de vraag of de voorgestelde remedies noodzakelijk zijn en proportioneel. Is het redelijk dat Telenet verplicht wordt aan andere internettoegang door te verkopen? “De Vlaamse Raad voor de Media is niet eens bevoegd voor breedband. Dit valt onder de federale toezichthouder BIPT”, zegt Machtelinckx.

Waarna hij fijntjes opmerkt dat het BIPT zelf, in een ander ontwerpbesluit dat gelijktijdig is gepubliceerd, de verplichting voor kabeldistributeurs om internetdiensten aan derden te leveren afwijst. BIPT plakt ook een kostprijs op één methode van openstelling: 2 miljoen euro aan investeringen, met twaalf maanden implementatietijd. Technisch is dat realiseerbaar, maar het BIPT betwijfelt of het voordeel voor de concurrentie in verhouding staat tot het nadeel voor Telenet. “Die hele remedie rond breedband is op drijfzand gebouwd”, zegt Machtelinckx.

Wat ons in Canada brengt. Dat land verplicht de dominante kabelmaatschappijen al sinds 1999 om internetdiensten door te verkopen aan onafhankelijke internetserviceproviders. Zoals in België zet de regulator er in op infrastructuurconcurrentie tussen kabeldistributeurs en telecomoperatoren. Maar in tegenstelling tot België worden de twee infrastructuurbezitters gelijk behandeld.

Dat heeft manifest niet tot meer keuze en lagere prijzen geleid. De onafhankelijke doorverkopers hebben er volgens het jongste Communications Monitoring Report maar 3 procent van de broadcasting- en communicatiemarkt. Dat aandeel daalt nog. In 2008-2009 verloren ze ruim 14 procent van hun omzet, terwijl de dominante spelers groeiden.

Daadkracht regulator telt

Het Berkman Center for Internet & Society van Harvard University noemt Canada een geval van ‘regulatoire aarzeling’ met nefaste gevolgen. Canada scoort in internationale vergelijkingen nog altijd hoog in breedbandpenetratie, maar bengelt achteraan als het op prijzen en keuze aankomt. “Niet alleen zijn de aangeboden snelheden lager, de prijzen zijn hoog in elke categorie van dienst”, noteert Berkman.

De reden is dat de Canadese regelgever zeer gevoelig is voor de rendabiliteit van zijn dominante operatoren. Volgens het Berkman Center is het dan ook veel belangrijker van “een geëngageerde regulator te hebben die open toegang in de praktijk doorzet, dan formeel een open toegangspolitiek te adopteren”.

Met regionale en federale regulatoren die elkaar tegenspreken, voorspelt dat voor de concurrentie in Vlaanderen weinig goeds. Belgacom liet weten dat het pas morgen, bij de voorstelling van zijn jaarcijfers, reageert op de standpunten van Telenet.

BRUNO LEIJNSE

“De Vlaamse Raad voor de Media is niet eens bevoegd voor breedband. Dit valt onder de federale toezichthouder BIPT”

Luc Machtelinckx, Telenet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content