TEJAS: EEUWIGE ENERGIE

Nog tot eind januari 2007 gonst India in al zijn aspecten door de Brusselse Bozar. Begin oktober kon u al kennismaken met Indiase dans en enkele aspecten van de hedendaagse Indiase kunst (‘Passages’, nog tot 21 januari 2007). Deze week opende Bozar zijn deuren voor de meest tot de verbeelding sprekende en meest populaire artistieke uiting van India: boeddhistische, jainistische en hindoeïstische beeldhouwkunst.

Onder de titel ‘Tejas: Eeuwige energie’ overspant deze prestigieuze expo de periode van de derde eeuw voor Christus tot de dertiende eeuw na Christus. U wordt meegetroond voor een reis doorheen 1500 jaar Indiase kunst; van de ontstaansfase tot de hoogbloei. Wie ooit door India reisde, zal ongetwijfeld geconfronteerd zijn geweest met beelden uit de verschillende culturen van dit intrigerende continent. Erotische, maar vooral religieuze afbeeldingen van goden, prinsessen en maharadja’s sieren tempels, parken en musea.

De curatoren Shri Ranesh Ray, Kapila Vatsyayan en Jan Van Alphen selecteerden tweehonderd voorwerpen die rechtstreeks uit India komen. Sommige kunstwerken werden pas recent opgegraven en speciaal (en eenmalig) naar Brussel geëxporteerd.

De eeuwige energie ( tejas in het Sanskriet) maakt in India – zowel op biologisch, mythologisch, religieus als kunstzinnig en wetenschappelijk vlak – onnoemelijk veel creativiteit los. Maar ook de shakti – een synoniem voor tejas maar met een uitgesproken vrouwelijke connotatie, die wijst op de energieke en actieve rol die de vrouw in de Indiase mythologie vervult – keert terug in de symbolisch geladen beeldhouwkunst. De Indiase kunst moet namelijk vanuit de verschillende ontstaansmythes worden benaderd. In het Indiase gedachtegoed geeft een cyclisch denkpatroon alles richting. Niets is eindig. Alle wezens gehoorzamen de natuurlijke wetmatigheid van leven, sterven en herboren worden. In een van de bekendste scheppingsmythen slaapt de god Vishnoe op de kronkels van een slang op de oeroceaan. Bij het ontwaken groeit er een lotus uit zijn navel. Op die lotus neemt Brahma – de schepper – plaats en begint zijn werk. De eerste zes zalen van de tentoonstelling hebben dan ook de primordiale wateren, allerhande waterdieren en samensmeltingen van mens en dier als onderwerp, met als centraal element de lotus: symbool van zuiverheid en vrouwelijkheid.

De volgende zalen voeren de vrouw als woudnimf ten tonele en illustreren de invloed van de Hellenistische kunst op de verfijnde Boeddhabeelden. Uiteraard geen Indiase beeldhouwkunst zonder de verschillende afbeeldingen van Shiva en zijn falllus: oersymbool van de mannelijke energie. Maar ook de vrouwelijke potentie laat haar tanden zien in een reeks geraffineerde beelden.

Terwijl u dan toch in de zalen van het voormalige Paleis voor Schone Kunsten ronddwaalt, raden we u ook aan om de tentoonstelling over Indiase miniatuurkunst te bezoeken. ‘De miniaturen van Nala-Damayanti’ bestaat uit 47 prachtige miniaturen. Het geheel is een illustratie van het gedicht ‘Karya’, waarin Nala en Damayanti verschijnen als archetypische geliefden. De minutieus geschilderde miniaturen schetsen het leven aan het hof van Nala en geven ook een schitterend beeld van de Noord-Indiase cultuur.

Tejas: t/m 28 januari 2007 ; ‘De miniaturen van Nala-Damayanti’: t/m 10 december 2006, van dinsdag t/m zondag van 10.00 uur tot 18.00 uur (op donderdag zelfs tot 21.00 uur), Bozar, Koningsstraat 10, 1000 Brussel. Info: tel. 02 507 82 00, www.bozar.be

Piet Goethals

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content