Te mooi om waar te zijn

Jan Roodhooft Advocaat

Er staat een bedrag op uw bankrekening waar u geen recht op hebt. Moet u dat geld altijd terugbetalen? Of bent u daarop ook intresten verschuldigd? En wat kunt u doen als u door een verstrooidheid geld op een verkeerde rekening hebt gestort?

Misschien is het u al eens overkomen: iemand stort een bedrag op uw bankrekening waar u eigenlijk geen recht op hebt. Zo kan uw werkgever zich vergissen in zijn loonafrekening en u netto te veel uitbetalen, of uw salaris per vergissing twee keer storten. Of uw huurder is verstrooid en stort zijn huur dubbel. De wet stelt dat wie een zogenoemde onverschuldigde betaling doet, dat bedrag kan terugeisen. Als u geld krijgt waarop u geen recht hebt, moet u dat dus terugbetalen.

Is het geld wel verschuldigd, maar krijgt de betaler later spijt van de storting, dan is er geen sprake van een onverschuldigde betaling. Als een koper bijvoorbeeld ontevreden is over de tweedehandswagen die hij zich heeft aangeschaft, kan hij dus niet beweren dat hij de koopsom onverschuldigd heeft betaald en die terugeisen. De koper moet zich dan beroepen op andere wettelijke regels, bijvoorbeeld over verborgen gebreken en garanties.

Met of zonder interesten

Het kan soms een tijd duren voordat de persoon die een som ten onrechte heeft betaald, beseft dat hij een fout heeft gemaakt. Zo kan het gebeuren dat u intresten moet betalen op het bedrag dat verkeerdelijk op uw rekening is gestort. De wetgever gaat ervan uit dat u te goeder trouw hebt gehandeld. U moet dan slechts intresten betalen vanaf het moment dat u een aanmaning kreeg om het geld terug te storten.

Als de partij die het bedrag verkeerdelijk heeft betaald, denkt dat u te kwader trouw bent geweest, moet hij daarvan het bewijs leveren. Slaagt hij daarin, dan moet u interesten betalen sinds de dag dat u het bedrag hebt ontvangen. Dat bewijzen is allesbehalve eenvoudig. Zeker als het om een beperkte som gaat, kunt u beweren dat u de storting niet had opgemerkt. Bij een groot bedrag is dat moeilijker.

Er zijn uitzonderingen

Heeft uw huurder twee keer de huur voor de maand maart betaald, maar hebt u de storting voor februari nog te goed, dan hoeft u niets terug te betalen. De tweede betaling mag u dan beschouwen als de storting van de achterstallige huur. Hetzelfde geldt als een architect bijvoorbeeld van een klant een dubbele betaling ontvangt, terwijl een andere factuur van die cliënt nog openstaat.

Toch moet die regel worden genuanceerd. De dubbele betaling kan te wijten zijn aan een fout van de bank, die de storting per abuis twee keer liet uitvoeren. Is dat het geval, dan vraagt de bank doorgaans de terugbetaling. Dat kunt u niet weigeren met het argument dat de houder van de rekening u nog andere bedragen verschuldigd is. De bank kan argumenteren dat ze de betaling uitvoerde met haar gelden en dat ze niets te maken heeft met uw relatie met de cliënt. Die stelling wordt ook door de rechtbanken gevolgd.

De verkrijger kan er in sommige gevallen van uitgaan dat de partij die de storting deed daarmee een zogenoemde natuurlijke verbintenis nakwam. Dat is een morele verplichting die juridisch niet kan worden afgedwongen en alleen spontaan kan worden vervuld. Er is bijvoorbeeld sprake van een natuurlijke verbintenis als de persoon die de storting doet daarmee een schuld voldoet die eigenlijk verjaard is, en dus niet meer hoefde te worden voldaan. In zo’n geval hoeft de verkrijger het bedrag toch niet terug te geven.

Sommige wettelijke regels sluiten een terugbetaling uit. Denk bijvoorbeeld aan werknemersbijdragen voor de sociale zekerheid die een werkgever niet inhoudt. Betaalt hij die toch aan de werknemer, dan schrijft de wet voor dat hij die niet kan terugvorderen. De werkgever moet de bijdragen in zo’n geval een tweede keer betalen, deze keer aan de RSZ.

U betaalt zelf twee keer

Als u zelf een rekening of een factuur per vergissing twee keer hebt betaald, kijkt u het best eerst na wie in de fout is gegaan. Mogelijk was u dat zelf — uw partner betaalde bijvoorbeeld de rekening en u deed dat een tweede keer — of misschien was het een fout van de bank. In dat laatste geval kunt u haar vragen de vergissing recht te zetten. De bank zal er dan voor moeten zorgen dat ze het bedrag terughaalt.

Bent u zelf in de fout gegaan, dan kunt u het probleem voorleggen aan uw bankier. Heeft hij geen oplossing of wil hij niet meewerken, dan neemt u het best zelf contact op met de persoon die de onverschuldigde betaling heeft ontvangen. Vraag hem het bedrag terug te storten. Gaat hij niet in op uw verzoek, dan kunt u hem daarvoor een aangetekende aanmaning sturen.

Helpt ook dat niet, dan hebt u geen andere keuze dan de ontvanger te dagvaarden. Daarvoor moet u meestal een beroep doen op een advocaat. Krijgt u gelijk, dan moet de andere partij wellicht ook een rechtsplegingsvergoeding — een forfaitaire vergoeding voor uw advocatenkosten — betalen boven op de dagvaardingskosten en het bedrag dat u terugeist.

Mocht de ander intussen failliet of insolvabel zijn, dan riskeert u met lege handen te staan. Het is dan ook belangrijk dat u vergissingen zo veel mogelijk vermijdt. Zeker als het om grote bedragen gaat, moet u goed in het oog houden naar welk rekeningnummer u geld overschrijft. Let er ook op dat u geen rekeningen dubbel betaalt.

JAN ROODHOOFT

Ontvangt u een storting op uw rekening waar u geen recht op hebt, dan moet u dat bedrag terugbetalen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content