Te mijden risico

Over de oorzaken en gevolgen van de financiële crisis zullen er nog jaren analyses allerhande ons om de oren vliegen. Martin Wolf, de gewaardeerde columnist van de Financial Times, maakte vorige week een fundamentele bemerking over de gevolgen van wat zich de jongste drie jaar afspeelde. De crisis, aldus Wolf, bracht de toekomst in één ruk plots een heel stuk dichter bij de realiteit van vandaag. Twee bewegingen springen daarbij bijzonder in het oog: de inhaalbeweging van de opkomende landen en de crisis van de publieke financiën.

Beide fenomenen zaten er al geruime tijd aan te komen, maar door de financiële en bancaire crisis presenteren ze zich nu al in een gedaante die we pas tegen pakweg 2015 of zelfs nog later hadden verwacht. De economische groei van vele opkomende landen, met China en India op kop, kreeg weliswaar een tik van de zware recessie in het Westen, maar de groeimachine schakelde in die landen al snel terug naar een hoger tempo. Blijft de kloof – zeker het inkomen per inwoner – met de rijke landen groot, de inhaalbeweging zette zich de jongste jaren versneld door.

Voor westerse landen die zich op een doordachte manier voorbereiden, biedt deze versnelde beweging vanwege de opkomende landen veel meer opportuniteiten dan bedreigingen. Voor de publieke financiën in die rijke landen geldt al jaren dat de vergrijzingsfactuur geschreven wordt in cijfers druipend van de dieprode inkt. Welnu, die grote deficits staan nu al op de tabellen terwijl de schok van de vergrijzing nog enkele jaren verwijderd is. Het betekent dus dat we inderdaad nog enkele jaren hebben om ons te wapenen tegen de hoge financiële kosten van die vergrijzing. Verantwoorde regeringen in het rijke Westen maken nu plannen om binnen de drie jaar naar begrotingssurplussen te gaan en om dan vervolgens zo lang mogelijk boven de budgettaire nullijn te blijven.

Terwijl de wereld in een razend tempo in beweging is – we zwijgen nog over de verrassende geopolitieke ontwikkelingen die elkaar nu snel opvolgen – blijven wij hier op z’n Belgisch voorthobbelen. Politiek zit alles muurvast. Het perspectief van de vorming van een slagkrachtige federale regering verdampt elke dag wat meer. Wij hebben als Vlamingen blijkbaar toch wel enige schroom om de oorzaken van de patstelling te benoemen zoals ze zijn. Nochtans is het eenvoudig. De Franstaligen weigeren een federale staatsstructuur te aanvaarden op basis van de principes die in alle goed functionerende federale staten (Duitsland, Zwitserland, Canada, de VS) als fundamentele uitgangspunten gelden. Het gaat dan om eigen financiële middelen van en voor de gewesten, transparante herverdelingsmechanismen en procedures om in te grijpen bij al te langdurige en eenzijdige deficits in bepaalde regio’s.

En als toemaatje wijzen de socialistische en liberale vakbond het interprofessioneel akkoord af. Voor alle duidelijkheid: de voorzieningen in het akkoord waren volstrekt onvoldoende om het concurrentievermogen van onze ondernemingen te herstellen en om een structurele toename van de tewerkstellingsgraad mogelijk te maken. De regering zal nu iets moeten doen, maar het staat in de sterren geschreven dat wat er finaal als sociaal akkoord uit de bus komt allicht minder stringent zal zijn dan wat het nu afgeschoten interprofessioneel akkoord inhield. Verdere sociaaleconomische achteruitgang is onvermijdelijk ons deel.

De publieke financiën blijven, zo lijkt het, redelijk onder controle, met dank aan de ontslagnemende regering-Leterme. Ondanks de opdrachtsuitbreiding die Leterme en zijn ploeg van de koning gekregen hebben, zitten krachtige maatregelen om binnen de drie jaar tot begrotingen met structurele overschotten te komen er meer dan waarschijnlijk niet in. Dat betekent, onder meer, dat we stilaan maar zeker meer en meer in het vizier komen van de markten die onze overheidsschuld moeten financieren. Krijgen we een crisis over ons heen dan zullen onze politici uiteraard onmiddellijk foeteren op die vermaledijde speculanten. Laat u niets wijsmaken, we zijn dat stadium al voorbij. Verzekeringsmaatschappijen, pen-sioenfondsen en andere niet direct met bloeddorstige speculatieve motieven behepte investeerders wegen, zoals dat moet, de risico’s in hun portefeuilles zorgvuldig af. Terwijl wij doen alsof de snel bewegende wereld niet zoveel te betekent, schuiven we steeds meer op naar de categorie van de ‘te mijden risico’s’.

JOHAN VAN OVERTVELDT

Terwijl de wereld in een razend tempo in beweging is, blijven we hier op z’n Belgisch voorthobbelen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content