‘TAXSHIFT IS PAS MOGELIJK BINNEN TIEN JAAR’

Een vermogenswinstbelasting zal pas voor de volgende regering voldoende opbrengen om de lasten op arbeid gevoelig te laten dalen, zegt professor Frans Vanistendael. Daarom moet de volledige financiering van de RSZ door de hoge loonlasten stoppen.

De 73-jarige professor emeritus Frans Vanistendael (KU Leuven) is een levende legende in de wereld van de fiscaliteit. Hij pleitte al voor de invoering van een vermogenswinstbelasting toen hij in 1977 zijn doctoraat haalde. Volgende maand maakt minister Johan Van Overtveldt (N-VA) hierover zijn plannen bekend.

Bent u tevreden dat de discussie over de vermogenswinstbelasting nu eindelijk ten gronde wordt gevoerd?

FRANS VANISTENDAEL. “Ja. Voor mij is de vermogenswinstbelasting meer dan een financiële of budgettaire kwestie. Het is het ethische sluitstuk van ons belastingsysteem.

“Waarom moeten bepaalde mensen meer belastingen betalen? Omdat het rechtvaardig is dat iemand met een grotere draagkracht meer bijdraagt. Welnu: een vermogenswinstbelasting belast ook inkomsten op basis van het feit dat de draagkracht van iemand is toegenomen, nadat hij bijvoorbeeld de aandelen van zijn bedrijf of zijn huis met een stevige winst heeft verkocht. Het zou immoreel zijn als een deel van die winst niet naar de maatschappij terugvloeit.”

Veel kleine zelfstandigen redeneren dat het opgepotte geld in hun bedrijf hun pensioen is, dat de regering nu dreigt te confisqueren.

VANISTENDAEL. “Zonder die belasting creëer je op de meerwaarde van aandelen een onevenwicht in het fiscale systeem. Dat is ook juridisch niet te verdedigen. Als de eigenaar van een vennootschap zichzelf een dividend uitkeert, wordt dat belast. Bij de vereffening is er een liquidatiebelasting. Maar als een ondernemer de aandelen in zijn vennootschap verkoopt, betaalt hij geen belasting. Dat is niet logisch. De keuze om winsten uit een vennootschap te verwerven moet fiscaal neutraal zijn.”

Er is ook de vraag welke meerwaarde uit privévermogen de overheid moet belasten. Geldt dat ook voor een postzegelverzameling, kunst, oldtimers of juwelen?

VANISTENDAEL. “Enkele leden van de informele fiscale werkgroep die vorig jaar gewezen minister van Financiën Koen Geens (CD&V) adviseerde, dachten eraan de meerwaarde op die goederen ook te belasten. Ik was tegen. Hoe uitgebreider de belasting, hoe ingewikkelder ze wordt. Deze soort van goederen kan onmogelijk op een eenvoudige manier en binnen een redelijke termijn worden gewaardeerd. Je kan geen leger ambtenaren bij de mensen laten aankloppen om de stand van hun vermogen op te maken.

“Net om die reden ben ik ook tegen een algemene vermogensbelasting, omdat die ook met het volledige actief van een individu rekening moet houden. Hou het dus simpel. Beperk de belasting tot de meerwaarde op onroerend goed en financiële beleggingen. Eventueel kan later, als het fiscale systeem op kruissnelheid draait, de vermogenswinstbelasting worden uitgebreid met andere goederen.”

Geldt de belasting op de meerwaarde in uw visie ook voor de eigen woning?

VANISTENDAEL. “In geen enkel land wordt de eigen woning met een vermogenswinstbelasting belast. Dat is het enige vermogen van de gewone man. De eigen woning moet volgens mij dus worden vrijgesteld. In dat geval wordt enkel de verkoop van tweede verblijven en verhuurwoningen belast. Mensen met zo’n pand kunnen echt wel een meerwaardebelasting betalen.”

Hoe kan de overheid de toename van het vermogen concreet waarderen?

VANISTENDAEL. “De meerwaardebelasting wordt geleidelijk gerealiseerd, bij de verkoop van vastgoed, effecten of financiële producten. De prijs van beursgenoteerde aandelen en effecten is bekend, dus is er geen probleem om de waarde bij de invoering van de belasting en de verkoop in kaart te brengen. Ook voor huizen en gronden is de waardering vrij eenvoudig. De federale overheidsdienst Financiën heeft door de registratie van de aan- en verkopen van woningen een goed zicht op de waarde per type woning en per regio. Voor elke transactie kan de administratie dus vrij eenvoudig berekenen wat de waardevermeerdering is sinds de invoering van de vermogenswinstbelasting.”

U wil de meerwaarde dus niet berekenen vanaf het moment van de aankoop van de woning of de financiële producten en de verkoop, als die voor de invoering van de heffing gebeurde?

VANISTENDAEL. “Zeker niet. Dat zou neerkomen op een retroactieve belasting op vroeger gerealiseerde meerwaarde, en dat is tegen de grondwet. Enkel het bedrag van de meerwaarde die zich heeft voorgedaan na de goedkeuring van de wet waarbij de belasting wordt ingevoerd, kan worden belast. Dat betekent ook dat de onmiddellijke budgettaire weerslag van zo’n belasting eerder beperkt zal zijn.”

Met de opbrengst van die vermogenswinstbelasting kan dus niet meteen een zware lastenvermindering op arbeid worden gerealiseerd?

VANISTENDAEL. “Uiteraard niet. Het duurt minstens een jaar of tien voor een vermogenswinstbelasting op kruissnelheid komt. Je kan de opbrengst van de vermogenswinstbelasting deze legislatuur dus niet gebruiken om de lasten op arbeid drastisch te verlagen.”

Uw geleidelijke aanpak impliceert dat ook de verliezen op de verkoop van woningen en financiële producten fiscaal mogen worden ingebracht?

VANISTENDAEL. “Dat is de logica zelf. En een reden te meer waarom de belasting niet onmiddellijk enorm veel middelen zal opbrengen.”

Volgens het consultancybureau EY heft ons land nochtans al na Frankrijk de hoogste vermogensbelasting via de voorheffingen, successie- en registratierechten. Waarom wil u het vermogen nog meer belasten?

VANISTENDAEL. “De huidige situatie is sociaal niet correct. We hebben met de onroerende voorheffing een vermogensbelasting die dringend aan herziening toe is. De grondslag is het kadas-traal inkomen. Dat is niet meer van deze tijd. Wie niets verhuurt en geen inkomen uit een woning verkrijgt, wordt toch belast op het fictief inkomen van zijn huis. Het KI komt bovendien absoluut niet overeen met het werkelijke huurinkomen, dat meestal veel hoger ligt. De laatste perequatie (herwaardering van een onroerend goed, nvdr) is gebeurd op basis van de huurwaarde in 1975. Sindsdien is er heel wat gebeurd op de vastgoedmarkt. De ene buurt verloedert, terwijl elders de huurprijzen fenomenaal toenemen. Daarom moeten we af van dit systeem.

“Ik pleit voor een belasting op de reële huurinkomsten ter vervanging van het KI. Dit zorgt ook voor een sociale correctie. De eigenaar-bewoner wordt dan vrijgesteld van belasting op een fictief inkomen. Uiteraard impliceert een belasting op de reële huurinkomsten ook dat de factuur van werken aan de woning kan worden ingebracht als kosten. Dit zal de witte economie doen groeien, omdat je zwartwerk zonder factuur nu eenmaal fiscaal niet kan aftrekken.”

Als er niet onmiddellijk een taxshift mogelijk is van vermogens naar lasten op arbeid, blijft natuurlijk het probleem van de hoge loonlasten, die onze concurrentiekracht ondermijnen. Hoe zou u dat aanpakken?

VANISTENDAEL. “De discussie moet in een bredere context worden geplaatst. De hoge loonlasten zijn vooral een gevolg van de RSZ. We financieren een heleboel sociale tegemoetkomingen met de lasten op het loon, terwijl die helemaal niets met arbeid te maken hebben. Kinderbijslagen, bijvoorbeeld. Het hebben van kinderen staat los van arbeid. Waarom moet die dan duurder worden om die uitgave te doen? Put die bijslag uit de algemene middelen. Dat geldt ook voor de gezondheidszorg, die ook los- staat van arbeid, behalve voor beroepsziekten en arbeidsongevallen.”

Is de uitbreiding van de taxshift naar een burdenshift, de verschuiving van zowel de fiscale als de sociale lasten, haalbaar?

VANISTENDAEL. “Er is nog geen begin van een debat, laat staan van een grondige hervorming. Als je aan de financiering van de sociale zekerheid raakt, raak je aan heel wat comités, structuren en machtsposities. Enkel collega-hoogleraar socialezekerheidsrecht Danny Pieters (ook N-VA-politicus, nvdr) nam hier indertijd een gelijkaardig standpunt in.

“Ook andere vaststellingen zijn taboe. Zo is er een fiscale discriminatie tussen de lage lonen en de vervangingsinkomens. Omdat die laatste vrijgesteld zijn van belasting, is het verschil in netto-inkomen tussen werkers en thuisblijvers wel erg klein. De werkloosheidsval houdt mensen in de uitkering, net als de pen-sioenval. Ook bruggepensioneerden blijven om financiële redenen liever thuis dan werk te zoeken. In 1987 hebben we in de Koninklijke Commissie voor de harmonisering van de fiscaliteit voorgesteld om de vervangingsinkomens op te trekken, maar ook te belasten zoals lonen. Er volgde een storm van protest.

“Vandaar mijn alternatief voorstel om de fiscale vrijstelling van de lage inkomens op te trekken tot het niveau van de vervangingsinkomens. Ik stel een vlaktaks voor van 50 procent, gekoppeld aan een belastingvrij minimum van 14.000 euro. Alle uitkeringen en lage inkomens zullen eraan winnen. En de fiscale discriminatie tussen lage lonen, werkloosheidsuitkeringen en wettelijke pensioenen verdwijnt, terwijl de progressiviteit van de personenbelasting behouden blijft.”

Ondertussen is ook de discussie over de btw-verhoging in het kader van een taxshift losgebarsten. Terecht?

VANISTENDAEL. “Ook in de btw kunnen er nog heel wat dingen gebeuren. Er zijn te veel vrijstellingen, nultarieven en uitzonderingen. Ook in het btw-stelsel is een taxshift nodig. De btw op arbeidsintensieve prestaties moet lager. Door de hoge sociale en belastingdruk stijgen de loonkosten in de horeca gigantisch. Daarop moet dan nog eens btw worden betaald. De btw is dus een belasting boven op de inkomstenbelasting en de sociale zekerheid. De totale druk van de personenbelasting, RSZ en btw op prestaties in dienstverband bedraagt minstens 62 procent, en voor de beter betaalde werknemers loopt het op tot meer dan 70 procent. Schoenlappers, freelancejournalisten en fietsenmakers moeten dan weer maar 6 procent betalen. Nochtans is dat ook arbeid. Die discriminatie moet er echt uit.”

De derde pijler van de taxshift is een hogere milieubelasting.

VANISTENDAEL. “Milieuheffingen brengen niet veel op, omdat de consument zijn gedrag aanpast. Ze zijn een succes voor het milieu, minder voor de schatkist. Wel kunnen de accijnzen op benzine en diesel omhoog, net als die op kolen. Die zijn de laagste van Europa. Twintig jaar geleden heb ik dit al aangekaart, maar de socialisten verzetten zich omdat arme mensen meer kolen gebruiken. Het is dus een sociale correctie, net als de verlaagde accijns op stookolie voor de verwarming van het huis, die veel lager ligt dan diesel voor de auto. Ook daar mag niet aan worden geraakt.”

VANISTENDAEL. “In het liber amicorum van Jean-Pierre De Bandt (oprichter van wat nu Linklaters Belgium is, nvdr) schreef ik in 2004 een artikel met als titel Wanneer barst België?. Op dat moment dacht ik dat dit niet zou gebeuren zolang de politieke culturen in het noorden en het zuiden niet radicaal uit elkaar zouden groeien. Dat was in 2009 wel anders. De barst werd groter, omdat het zuiden van het land een totaal verschillende opvatting had over de sociale zekerheid. De PS heeft nooit willen begrijpen dat het systeem in zijn huidige vorm in elkaar zal klappen, omdat het financieel niet houdbaar is. En meer belastingen om de RSZ te voeden maken de economie kapot, zodat de fiscale basis wordt aangetast. Er zijn veel redenen om samen te blijven, maar in 2009 zag ik de splitsing gebeuren.

“Ondertussen is het politieke klimaat volledig veranderd. Nu is er een proces aan de gang en bewijzen de Vlaamse partijen dat het land wel kan werken, als de democratische meerderheid ook het politieke beleid kan bepalen. Vlamingen moeten niet beschroomd zijn om hun macht in beleid om te zetten.

“Ik hoop dat deze regering slaagt in haar opzet. Het zal niet gemakkelijk zijn om een beleid dat jarenlang werd gestuurd door de doctrinaire Waalse socialisten om te buigen in een noodzakelijke, diepgaande herstructurering. Als premier Michel dat klaarspeelt en de Franstaligen in 2019 kan overtuigen dat hij goed werk heeft geleverd, heeft hij niet alleen Vlaanderen, maar heel het land een dienst bewezen.”

U bent actief in de kerk, u houdt de homilie tijdens de zondagsmis. Wat is de rode draad in uw preken?

VANISTENDAEL. “De rode draad is zeer eenvoudig: wat betekent de boodschap voor mensen van de 21ste eeuw? In het evangelie wordt er ook vandaag nog een antwoord gegeven op onze vragen. Fundamentele vragen, zoals waar komen we vandaan, waar gaan we naartoe, wie ben ik? Maar ook dagelijkse besognes kunnen worden aangekaart tijdens een preek.

“Thuis zijn wij gelovig opgevoed en dat heeft een enorme impact gehad. Mijn vader, een diepgelovig man, had als secretaris-generaal van de Internationale Christelijke Vakbond vrij veel contacten met de kerk, en was als een van de tien leken zelfs peritus (expert, nvdr) bij het Tweede Vaticaans Concilie. Hij had wel vaak hevige kritiek op de kerk, maar bleef loyaal.

“De kerk heeft zich eeuwenlang laten leiden door machthebbers met wereldlijke ambities, en dat gaat regelrecht in tegen de geest van het evangelie. Ik voel me nog altijd vreselijk ongemakkelijk bij de pracht en praal van het Vaticaan, maar ben wel gelukkig met paus Franciscus, die de kerk dichter bij de gelovigen brengt.”

HANS BROCKMANS, FOTOGRAFIE THOMAS DE BOEVER

“De vermogenswinstbelasting is meer dan een financiële of budgettaire kwestie. Het is het ethische sluitstuk van ons belastingsysteem”

“Het zal niet gemakkelijk zijn om een beleid dat jarenlang werd gestuurd door de doctrinaire Waalse socialisten om te buigen in een noodzakelijke, diepgaande herstructurering”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content