TAK 23: EEN TIJDBOM VOOR UW SPAARGELD?

Tak 23-levensverzekeringen zijn harde concurrenten voor de klassieke beleggingsfondsen. Banken en verzekeringsmakelaars verkopen die producten als appeltjes voor de dorst. Maar Tak 23 kent ook valkuilen. En maakt soms slachtoffers. Minister Freya Van den Bossche roept de financiële sector op om een gedragscode op te stellen.`

Tak 23 is de verzamelnaam voor individuele levensverzekeringen die zijn gekoppeld aan beleggingsfondsen. Een Tak 23-product levert dus zoals een fonds een jaarlijks rendement op, maar het keert ook – meestal toch – een kapitaal uit bij overlijden. Tak 23 is ook vrijgesteld van roerende voorheffing, en dat is meteen de voornaamste reden van zijn succes.

De verzekeringssector werkt nu aan een deontologie voor Tak 23. Recent onderzoek toont namelijk aan dat reclame voor Tak 23 vaak niet transparant is. Het onderzoek was een gezamenlijke inspanning van de federale overheidsdienst Consumentenzaken, de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) en Febelfin, de koepelorganisatie van de financiële sector. Ook het verkopen van de financiële producten zou niet altijd doorzichtig gebeuren. Resultaat: de belegger weet niet precies in welk financieel product hij belegt, hoeveel de kosten bedragen en wat de risico’s zijn. Tak 23-fondsen zijn niet verplicht een prospectus en een jaarverslag uit te geven, wat beleggingsfondsen wel moeten doen.

De minder kieskeurige regelgeving maakt de kans op misbruik van spaargeld met levensverzekeringen groter dan bij andere beleggingen. Geregeld duiken verhalen op van financiële adviseurs die hun klanten een rad voor de ogen draaien met Tak 23. Zo maakte het faillissement van de financiële adviseur Spaar Select – waartegen een gerechtelijke procedure loopt – naar verluidt duizenden slachtoffers. Spaar Select verkocht illegale financiële constructies, met als basis een Tak 23-levensverzekering (zie kader: De cowboys van Spaar Select).

Aan die misbruiken wil Freya Van den Bossche, SP.A-minister van Consumentenzaken, nu iets doen. Ze maakte in juni enkele afspraken met de financiële sector. De voornaamste richtlijn luidt: de informatie over levensverzekeringen moet duidelijker zijn voor de consument. Assuralia, de beroepsvereniging van de Belgische verzekeraars, stuurde de minister voor de zomer een voorstel voor een gedragscode door, maar dat werd afgewezen. François de Clippele, woordvoerder van Assuralia: “We hebben rekening gehouden met de bemerkingen van de minister en wat ons betreft is de code nu af. Het is aan de minister om de deontologie voor te leggen aan de ministerraad. We wachten af. In september weten we waarschijnlijk meer.”

Toezicht op reclame

Volgens Piet Van den Hoof, productmanager investeringsproducten van ING België, is een standaardfiche voor iedere levensverzekering het voornaamste initiatief van de gedragscode. “Zo kan de belegger de levensverzekeringen makkelijk vergelijken,” aldus Van den Hoof. Assuralia zal de productfiche aanprijzen, maar niet verplichten. Het gaat immers om zelfregulering. Volgens woordvoerder De Clippele leidt de gedragscode niet meteen tot formele afspraken in de bank- en verzekeringssector: “Geen vaste procedures, maar wel een discipline. Iemand in het bedrijf zal die gedragscode gewoon geregeld toetsen.” Is de gedragscode dan een dode letter? Van den Hoof: “De code is opgesteld in een werkgroep binnen Assuralia. Dat wil wat zeggen. De voornaamste financiële spelers, zoals ook ING, hebben deelgenomen aan de werkgroep. We zijn echt een verbintenis aangegaan voor een hogere transparantie.” Navraag bij de andere grootbanken leert dat ze die mening delen.

Niet alleen banken en verzekeraars zullen zich aan de gedragscode moeten houden, maar ook de tussenpersonen, zeg maar de makelaars en de agenten die levensverzekeringen aan de man brengen. De verzekeraars willen vermijden dat ze aansprakelijk zijn voor de foute reclame van hun tussenpersonen. Dexia zat vorig jaar met dat probleem. Een zelfstandige kantoorhouder van Dexia hing een affiche op voor een beleggingsfonds, met in het groot een rendement van 9 %. De kleine lettertjes met de voorwaarden van de belegging ontbraken. De verbruikersorganisatie Test-Aankoop nagelde de reclame aan de schandpaal. Eddy Wymeersch, voorzitter van toezichthouder CBFA, haalde zwaar uit. “Niemand kan een rendement van 9 % bieden. In zo’n geval moet de bank onmiddellijk reageren. Ze moet ervoor zorgen dat kantoorhouders geen wilde reclame kunnen maken,” zei hij.

Voorbeelden van financiële reclame die niet helemaal door de beugel kon, zijn er genoeg. Vorig jaar pakte de Luxemburgse verzekeringsmakelaar Master-Finance nog uit met een advertentie voor een belegging met een gewaarborgd rendement van 5,5 %, terwijl dat volgens Test-Aankoop niet klopte. Slechts 3,5 % was gegarandeerd en de bijkomende vergoeding werd ieder jaar herbekeken. “Wie zegt dat reclame niet is gemaakt om de aandacht te trekken, is hypocriet,” weerlegde Master-Finance de aantijgingen van Test-Aankoop destijds.

Banken moeten de reclame voor beleggingsfondsen voorleggen aan de CBFA voor ze die vrijgeven. Tak 23-levensverzekeringen ontsnappen aan die controle. De CBFA kan alleen steekproeven houden tijdens advertentiecampagnes, maar dan is het kwaad vaak al geschied.

Klachten bij de ombudsman

Vooral in goede beursjaren lijkt Tak 23 aantrekkelijk. Maar wanneer de beurs in elkaar stuikt, is de kater niet van de poes. De beurscrash van 2001 opende de ogen van veel Tak 23-beleggers. Ze dachten een verzekering op zak te hebben, terwijl ze wel degelijk risico’s namen op de beurs.

De kopers van een levensverzekering verwijten de verzekeringsmaatschappij meestal een tekort aan informatie. Stuurt de klant een brief naar de verzekeraar, dan krijgt hij daar geen antwoord op. De ombudsman in zijn jaarverslag: “Het is de klant vaak onduidelijk wat de verworven prestaties zijn van het levensverzekeringscontract. Is er een gewaarborgd kapitaal? Hoeveel bedraagt de winstdeelname? Die dingen blijven in het ongewisse.”

Ook over de kosten van een levensverzekering regent het klachten. Het is volgens de ombudsdienst pas wanneer de klant zijn contract voortijdig wil stopzetten, dat hij inzicht krijgt in de kosten. Afkoopkosten kunnen oplopen, vooral bij buitenlandse fondsen. De Belgische wet voorziet een maximumbedrag voor het stopzetten van een levensverzekering, maar buitenlandse verzekeringsmaatschappijen ontsnappen hieraan. Voor het overige stemmen de kosten van een Tak 23-product grotendeels overeen met wat voor een beleggingsfonds wordt betaald: eenmalige in- en uitstapkosten en dan nog de jaarlijkse beheerskosten van het beleggingsfonds.

Misnoegde beleggers

Polis23, een organisatie van 300 misnoegde beleggers, probeert de verliezen in Tak 23-producten terug te vorderen van de financiële instellingen. Woordvoerster Annie Dejonghe: “Ondanks de superwinsten van de banken hebben veel verzekeringsnemers de voorbije jaren zware verliezen geleden met hun Tak 23-polissen.”

Paul Stoffels, ook een vertegenwoordiger van Polis23, hekelt vooral het feit dat verzekeringsmaatschappijen het geld van hun Tak 23-klanten beleggen zonder waarborg: “Een verzekeraar die een Tak 23-product verkoopt, holt het verzekeringsconcept uit, want hij neemt geen enkel risico. Hij belegt geld in jouw plaats, maar verbindt zich tot geen enkel resultaat. Terwijl je toch een verzekering neemt om je te hoeden voor problemen. Trouwens, wettelijk gezien mogen verzekeraars niet beleggen, tenzij hun eigen middelen. Beleggen ze het geld van hun klanten, dan vallen ze onder het statuut van een beleggingsvennootschap en dan zijn ze onderworpen aan strenge regels.”

Polis23 stelt dat KBC en Fortis Tak23-levensverzekeringen hebben aangesmeerd, terwijl dat eigenlijk niet beantwoordde aan de financiële behoefte van hun klanten. Zo hebben onder meer een hoogbejaarde man en een hulpbehoevende vrouw in een rolstoel hoge verliezen geleden met Tak23. Stoffels: “De bankbediende had moeten weten dat Tak 23 niet de geschikte belegging was voor die mensen. Die oudere man is intussen trouwens overleden, maar wij vechten verder voor rechtvaardiging. De banken gaan hun boekje te buiten met Tak 23.”

Polis23 heeft tien rechtszaken lopen tegen KBC en Fortis. “We verdedigen de belangen van Tak 23-beleggers tegenover die twee banken, en sinds kort ook tegenover Dexia,” aldus Stoffels. Meer details over de rechtszaken wil hij niet kwijt. “Omdat die zaken nog hangende zijn. Maar van de tien rechtszaken hebben we bij drie geen gelijk gekregen en daar zijn we in beroep gegaan. De rest is nog bezig.”

Merkwaardig genoeg zeggen KBC en Fortis dat ze nog geen contact hebben gehad met Polis23, terwijl de belangenvereniging wel correspondentie met de banken naar voren schuift. “Wij hebben via de media de standpunten van de misnoegde Tak23-beleggers vernomen,” laat Stef Leunens, de woordvoerder van KBC, weten. “KBC leeft strikte interne regels na, ook voor Tak 23. Voor zover ik weet, is er nog nooit een probleem gerezen.” Fortis schuift de klachten van Polis23 door naar Assuralia. “Polis23 richt zich niet specifiek tot Fortis en KBC, maar tegen Tak 23 in het algemeen. De voorbeelden die Polis23 aanhaalt, zijn totaal verkeerd. Ze vergelijken peren met citroenen, bijvoorbeeld Europese aandelen met Belgische,” aldus Hilde Junius, woordvoerster van Fortis.

Volgens Assuralia is het betoog van Polis23 niets meer dan “imagobeschadiging” voor de verzekeringsbranche. De verzekeraars overwogen onlangs na een persbericht van Polis23 een procedure in kortgeding, maar klaagden de “lastercampagne” van Polis23 uiteindelijk aan bij de CBFA. De toezichthouder nam contact op met Polis23, wat leidde tot enkele aanpassingen op de website van Polis23. De website van de belangenverdediger vermeldde een circulaire van de toezichthouder naar verluidt in de verkeerde context. Voor de CBFA is de kous hiermee af. “Het waren positieve contacten,” besluit de toezichthouder. Ook Assuralia ziet voorlopig af van verdere stappen tegen Polis23.

Een andere beleggersvereniging is Spaarverlies, dat de belangen verdedigt van de gedupeerde klanten van onder meer Spaar Select. Ook Spaarverlies dringt aan op meer transparantie en pleit voor een verplicht attest bij elke transactie met een levensverzekering, zodat de in- en uitstapkosten voor de beleggers op papier staan. “Voor elk product moet er een uniforme uitleg over de mogelijke risico’s komen. De klant moet op voorhand weten wat zijn mogelijke verliezen over vijf of tien jaar kunnen zijn. We willen daarom een vrijstelling van transactiekosten als de financiële instelling zelf bij de klant het initiatief neemt om van product te veranderen. Nu hebben de banken grote winstmarges op onnodige wijzigingen in de beleggingsportefeuille van de spaarders. Alleen als de consument zelf wil veranderen, zou een vergoeding van maximaal 1 % (instap) en 0,5 % (uitstap) aangerekend mogen worden,” vindt Hendrik Boonen, de oprichter van Spaarverlies en een voormalige medewerker van Spaar Select.

Ons land is trouwens niet het enige dat te maken heeft met agressieve verkooptechnieken en misleidende reclame voor levensverzekeringen. In Nederland zouden bijna alle grote verzekeraars hun klanten de voorbije jaren verkeerde beleggingsopbrengsten hebben voorgespiegeld, zo bleek in mei uit een onderzoek van de Nederlandse beurswaakhond. De meeste verzekeringsmaatschappijen zouden intussen de fouten hebben rechtgezet, maar niettemin hebben ze al 160 miljoen euro moeten uitbetalen aan misnoegde klanten.

Fraude ontmoedigen

Tijdens de fiscale amnestie in 2004 verkochten heel wat makelaars Tak 23-producten – die niet aan de Europese spaarrichtlijn onderworpen zijn – als veilig alternatief voor de repatriëring van het zwarte geld uit het buitenland. Na acht jaar zou hun kapitaal volledig witgewassen zijn en bovendien een belastingvrije meerwaarde opleveren. Maar de beleggers blijven strafrechtelijk aansprakelijk. Naast boetes en gevangenisstraffen riskeren ze de verbeurdverklaring van hun illegale vermogensvoordelen. Op het bankgeheim hoeven ze ook niet te rekenen, want op de einddatum van het contract zal de informatie-uitwisseling tussen de lidstaten een feit zijn.

Febelfin, de koepelorganisatie van de banksector, organiseert in het najaar een opleiding getiteld Voorkomen van witwassen van geld in levensverzekeringen. Navraag bij Marina De Moerlooze, de woordvoerster van Febelfin, leert dat ieder bank- of verzekeringskantoor minstens een persoon naar de cursus moet sturen. De Moerlooze: “Financiële tussenpersonen moeten regelmatig hun beroepskennis bijschaven. De wet stelt dat minstens een persoon verantwoordelijk voor de distributie in een bank- of verzekeringskantoor moet deelnemen” (zie kader: Makelaars terug naar de schoolbanken).

Naast een gedragscode voor levensverzekeringen en beleggingsfondsen bereidt minister Freya Van den Bossche de invoering van zogenaamde collectieve consumentenakkoorden voor. Belangenorganisaties kunnen zich dan burgerlijke partij stellen voor de massaschade van gedupeerde beleggers. Ook die maatregel zou fraude met spaargeld moeten ontmoedigen.

Toch een ideaal product?

Jo Viaene, de algemeen directeur van advieskantoor Optima Financial Planners, is niet verrast dat minister Van den Bossche misnoegd is over de Tak 23-handel in ons land: “De gemiddelde Tak 23 is in België niet meer dan een belegging met een verzekering om fiscale redenen. En de kosten staan meestal ergens onderaan tussen de kleine lettertjes.” Optima begeleidt zo’n 8600 zelfstandigen en vermogende particulieren in hun financiële en fiscale planning. Het kantoor doet meestal een beroep op Luxemburgse verzekeraars voor zijn financiële verzekeringen. Viaene: “Die leveren een Tak 23-formule af die rekening houdt met de behoeften van de klant. De meeste verzekeringsmaatschappijen waar wij mee werken, doen trouwens alleen maar dat. Het beheer van de achterliggende fondsen laten ze aan derden over, wat dat is een andere job. Dat is de taak van bekwame vermogensbeheerders.”

Volgens Viaene bieden de Belgische banken en verzekeraars vandaag alleen een huis-, tuin- en keuken-Tak 23 aan voor Jan met de pet, terwijl er veel meer potentieel in zit. “Er bestaat een complete misvatting over Tak 23 in ons land. De naam alleen al, Tak 23. Vreselijk. Buitenlandse verzekeraars gaan veel creatiever om met beleggingsverzekeringen. Ze doen werkelijk aan financial engineering, financieel maatwerk voor de klant, terwijl het duidelijk blijft dat het om een verzekering gaat. Je hebt een overlijdensdekking, de kosten zijn doorzichtig van in het begin en het is een belegging van minstens acht jaar.”

De vraag is of de Belgische banken het hiermee eens zijn. Van den Hoof (ING): “Een beetje wel en een beetje niet. Het is een kwestie van perceptie. Achter Tak 23 kan bij de banken ook een complexe financiële constructie schuilgaan, maar dat lijkt niet zo. Bij de makelaars is het verhaal anders. Die kunnen alleen eenvoudige verzekeringscontracten aanprijzen, omdat ze maar een beperkt aanbod in huis hebben. Daar worden de mogelijkheden van Tak 23 inderdaad niet benut.”

KBC vindt het juist een pluspunt dat de Tak 23-fondsen die de banken verkopen mainstream zijn. Stef Leunens: “Het is logisch dat het gros van de Tak 23-producten zich richt tot de groep van de modale beleggers. Zo kunnen de kleine beleggers hun vermogen op een betere manier spreiden.” Dexia bevestigt dat. Woordvoerster Miek Van den Wyngaert: “Het is een manier om dit soort producten toegankelijk te maken voor het grote publiek. Bovendien kunnen via levensverzekeringen beleggingen worden aangeboden waar het verzekeringsaspect – en dus de mogelijkheid tot successieplanning en een overlijdensdekking – ook aan bod komt. Wat in de klassieke beleggingsfondsen niet het geval is.”

Eric Pompen & Saar Sinnaeve

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content