Tafelen met Elton John, naar de kapper met Pamela

De kok Eddy Kerkhofs en de kapper Cristoph Schatterman kwamen ooit, zonder geld op zak, naar Los Angeles. Ze hebben er intussen een bloeiende business uitgebouwd rond het selecte groepje van Hollywoodsterren, topmanagers en politici. Hoe slagen ze erin hun plekje in de zon te behouden?

Adressen:

Restaurant Le Dome

8720 Sunset Boulevard

West Hollywood, Californië

Salons Cristoph

348 N. Beverly Drive

Beverly Hills, Californië

Los Angeles (VS)In 1966, na zijn opleiding aan de hotelscholen van Brussel en Namen, koos Eddy Kerkhofs een stageplaats in Boston. Hij wilde zijn Engels wat bijspijkeren, maar kreeg de Amerikaanse microbe te pakken en bleef plakken. Hij verlengde zijn stage bij het restaurant Rugby Man en vroeg een verblijfsvergunning aan. Toen hij die had, zakte hij naar Californië af.

Kerkhofs (58): “Toen ik in Los Angeles aankwam, had ik welgeteld 30 euro en kende ik hier één persoon. Ik bleef bij hem logeren en vond werk bij Le Saint Germain, een restaurant dat een Belg, Paul Bruggeman, hier begonnen was. In die tijd was Le Saint Germain the place to be voor alles wat acteur, muzikant of politicus was. Ronald Reagan kwam er geregeld eten, Henry Kissinger was er vaste klant, Roman Polanski zat toen nog in de VS… Rock-‘n-roll, politiek, cinema, you name it, ze zaten er allemaal.”

Toen Bruggeman ook een restaurant opende in Palm Springs, waar veel oudere sterren hun winters doorbrengen, werd Eddy aangesteld als manager van de zaak. Zeven jaar later wilde hij zelf van start. Hij zocht een partner, vond een geschikt gebouw op Sunset Boulevard en haalde geld op bij zijn cliënteel. “Zelf hadden we geen frank, dus vroegen we Rod Stewart, Elton John en alle andere vaste klanten elk om 3500 dollar. Die zouden we in ons nieuwe restaurant terugbetalen in eten en drank ter waarde van 5000 dollar. Zo kregen we 240.000 dollar bij elkaar en daarmee zijn we naar de bank gestapt.” Die was zo onder de indruk van het lijstje sponsors, dat zij een lening van 600.000 dollar wilde geven. Uiteindelijk had Kerkhofs voor zijn restaurant Le Dome 1 miljoen dollar nodig. Het bijkomende geld heeft hij tegen hoge interesten geleend.

Tennissen met Rod Stewart

Intussen schotelt Le Dome al 25 jaar lang mosselen met friet en andere Belgische en Franse lekkernijen voor aan le tout beau monde van Hollywood. Kerkhofs: “We hebben hier heel veel trouwe klanten die al jaren komen, niet alleen voor het eten, maar vooral voor de atmosfeer. Bovendien is onze keuken tot ‘s avonds laat open. Artiesten waarderen dat natuurlijk.” ‘s Middags zitten er bij Eddy vooral advocaten, die hun klanten meebrengen: de filmsterren. “Er zijn in mijn restaurant al heel wat deals afgesloten. Elke tafel is een film waard.”

Kerkhofs wist zijn lening in tien jaar af te betalen. Vandaag heeft hij vijftig man in dienst en draait zijn zaak jaarlijks een omzet van 5 miljoen dollar. “Ik serveer hier eenvoudige, lekkere gerechten. Je kan hier met z’n tweeën voor 70 dollar eten, maar je kan hier ook makkelijk 500 dollar spenderen.”

Hij spreekt even makkelijk over zijn mislukkingen als over zijn succes en zijn gezond verstand is hij daarbij nooit verloren. “Naast Le Dome heb ik in het verleden nog andere restaurants geopend, maar dat doe ik niet meer. De mensen komen immers ook om mij te zien en je kan niet op drie plaatsen tegelijk zijn. Mijn tweede restaurant, Le Rose Tattoo, dat op de homo’s in Hollywood was gericht, was een schot in de roos. Zodra het succes had, heb ik het verkocht. Met mijn derde restaurant, in Santa Monica, was ik echter veel te vroeg. Nu zit daar de muziekindustrie, maar toen ik er een restaurant begon, was Santa Monica nog helemaal niet populair.”

Hij tennist met Rod Stewart, vliegt met Julio Iglesias geregeld in diens privé-jet naar voetbalmatchen duizend kilometer verderop en wanneer we hem in zijn villa in de Hollywoodse heuvels ontmoeten, verwacht hij ‘s avonds Roger Moore voor een etentje bij hem thuis. “We hebben eerst witloof met ham en dan kunnen ze kiezen: lam of kip.”

De coupe van Greet Dekeyzer

Vijf jaar na Eddy Kerkhofs kwamen Cristoph en Danielle Schatterman (48) in Los Angeles aan. Hun enige bezit: een vliegtuigticket. Ze hadden een kapsalon in Knokke, maar kregen het op hun heupen van het slechte weer. Na een vakantie in Los Angeles besloten ze daar te gaan wonen.

Cristoph ging aan de slag bij een kapsalon in Beverly Hills, zocht na anderhalf jaar 500.000 dollar bij elkaar, kocht een gebouw op Beverly Drive en begon zijn eigen salon. Intussen draait zijn zaak een omzet van 8 miljoen dollar per jaar en werken er 250 mensen in vestigingen in Beverly Hills, Washington, Orange County en San Fransisco. Voor de nabije toekomst staan New York, Las Vegas en Miami op het verlanglijstje.

Zijn klanten? Bill en Hillary Clinton, Mick Jagger, Steven Spielberg, Tom Cruise en Nicole Kidman, Pamela Anderson en onze eigen VRT-correspondente Greet Dekeyzer. “We werken hier met een heel ruim begrip van schoonheid,” zegt Cristoph. “De stijl is afhankelijk van het karakter van de klant, zijn beroep, de gelegenheid enzovoort. Neem bijvoorbeeld de financial controler van de stad Los Angeles. Bij een politieke campagne moet die man vertrouwen uitstralen, dus knippen we zijn haar met die doelstelling voor ogen. Hetzelfde gebeurt in de studio’s. Vaak knippen we een acteur meermaals op een dag. Het kan zijn dat hij er bij de scènes van ‘s ochtends moe en verward moet uitzien, maar ‘s middags heel anders moet overkomen.”

Met zijn vrouw Danielle opende hij vier jaar geleden de winkel Decadence, waar hetzelfde cliënteel designmeubels aankoopt van Belgische ontwerpers.

Amerikanen willen geen Evian meer

Het verhaal van Eddy en Cristoph lijkt eenvoudig na te doen, maar het is een hele prestatie om in Los Angeles een blijvend succes uit te bouwen. In de golden triangle tussen Sunset, Beverly en Melrose Boulevard hebben al heel wat ondernemers hun tanden stuk gebeten. Dagelijks gaat er voor elke zaak die opent ook een zaak failliet. En hoewel Cristoph van de huidige economische crisis weinig last lijkt te ondervinden, merkt ook hij het verschil. “Je kan nu heel moeilijk geld loskrijgen van investeerders. Ik ben met hen in gesprek voor de lancering van mijn eigen schoonheidsproducten. Wil je er hier een succes van maken, dan moet je het groots aanpakken.”

En ook Eddy deelt in de klappen, al heeft hij daarvoor zijn eigen redenen. “De muziekindustrie ligt hier momenteel plat en sinds 11 september 2001 hebben de horecazaken het moeilijk. Met de oorlog krijgen vooral Franse restaurants klappen. Sommige Amerikaanse klanten willen zelfs geen Evian meer drinken. Zelf heb ik er weinig last van. Mijn restaurant is al sinds september dicht voor een renovatie. Er komt een nieuw decor, een nieuwe kaart en een nieuwe keuken. Om langdurig succesvol te zijn, moet je blijven vernieuwen.”

Katrien Van Der Schueren

“Zelf hadden we geen frank, dus vroegen we Rod Stewart, Elton John en alle andere vaste klanten elk om 3500 dollar.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content