SYSTEMEN. AS/400 bloeit open

Bruno Leijnse Redacteur bij Trends

AS/400 computers zijn nog “van de oude stempel”. Ze hebben één fabrikant die zowel de hardware als het besturingssysteem levert. Dat is twee keer IBM. Toch doen die machines het goed. IBM weet zijn klanten mee te nemen naar “open” computing, zonder de touwtjes uit handen te geven.

Wie op kranten en zelfs vakbladen afgaat, identificeert informatica met pc’s, Windows en netwerken. Over de AS/400, die volgens brand manager Pierre Bleret van IBM in de Belux een marktaandeel van 20 percent heeft onder de middenklasse computers, geen woord. Nochtans gebruiken ongeveer 3200 organizaties en bedrijven in de Belux een AS/400 computer, goed voor ongeveer 4300 machines met prijzen variërend van 300.000 tot 50 miljoen frank. De GIB-groep alleen al heeft er in België ongeveer 200 in dienst.

Het zijn trouwe klanten, die de positieve kanten van hun “afhankelijke” positie weten te appreciëren : zij krijgen een gewassen en gestreken systeem, dat met toeters en bellen wordt geleverd en waar zijzelf relatief weinig werk aan hebben. Zij kopen hun software bij een kransje van erkende agenten ook al relatief trouw en rekenen er verder op dat IBM hun systeem op geregelde tijdstippen verbetert en aanpast aan de evolutie zonder hun bestaande investeringen in gevaar te brengen. En, zoals Peter Silkens, manager informatiesystemen van General Biscuits in Herentals, bevestigt : “IBM houdt totnogtoe op dat punt zijn woord. De migraties (nvdr naar nieuwe versies) zijn relatief eenvoudig. Je kan je toepassingen blijven draaien. “

Dat is zeker geen altruïsme, want nadat de AS/400 vanaf mei 1988 de overwerkte S/36 en vooral S/38-systemen was gaan vervangen, was de verkoop van nieuwe AS/400-“dozen” van 1990 af in dalende lijn gegaan. IBM raakte met zijn middenklasser meer en meer in konkurrentie met pc-servers à la Compaq enerzijds en met systemen onder het Unix-besturingssysteem anderzijds en liep achterop in de race naar de beste prijs/prestatie-verhouding. Wat het IBM-laboratorium in Rochester allicht nog meer zorgen baarde : de agenten-softwarehuizen die tekenden voor de 25.000 toepassingen die er volgens IBM voor de machine bestaan, begonnen hun software naar Unix-machines over te dragen wegens het tanende sukses van de AS/400. “De AS/400 sloot niet aan op de wereld die de wind in de zeilen had : Unix, TCP/IP (nvdr het Internet-kommunikatieprotokol) en pc-konnekties allerhande, ” bekent Pierre Bleret.

BLACK IS BEAUTIFUL.

Maar kijk, in mei 1994 trok IBM een streep onder de witte AS/400 modellen en lanceerde de “blacks”. Belangrijker dan de kleur was wat er in de zwarte dozen zou komen : een nieuw besturingssysteem, OS/400 Versie 3, dat “open” zou zijn en uiteindelijk zelfs zou toelaten Unix-toepassingen te draaien.

“Een fundamentele verandering, ” noemt Pierre Bleret het. Ze gaf de AS/400-gebruikers opnieuw een perspektief en overtuigde hen ervan dat zij niet zouden worden achtergelaten met een gesloten, verouderd systeem.

Eén van de punten die IBM in de AS/400 verbeterde, was de kommunikatie met de pc’s die in bedrijven meer en meer de “domme” AS/400 terminals waren gaan vervangen. Pierre Bleret : “Voordien bood de AS/400, samengevat, telekommunikatie met pc’s. Nu kondigden we aan dat pc’s onder Dos, OS/2, Windows of zelfs Macintosh aan AS/400’s zouden kunnen worden gekoppeld en dat men rapporten vanaf de database van de AS/400 in Lotus- of Excel-spreadsheets zou kunnen importeren, ze bewerken en ze terugsturen naar de AS/400, dat alles ondersteund door het basis-besturingssysteem. “

NIEUW BESTANDENSYSTEEM.

Dat was hartversterkend voor AS/400-gebruikers. Tot en met versie 2.3 van OS/400 kommuniceerde de AS/400 met pc’s via een stuk software dat PC Support heette. Voor de pc-gebruiker leek de AS/400 dan op een grote vaste schijf, waar hij bestanden kon opslaan in een speciale bestandenstruktuur die Document Library System heette. Dat was minder simpel dan het leek. De pc’s die u en ik gebruiken, werken met tekensets in de ASCII-kode. De mainframes en AS/400-systemen van IBM hanteren echter (als enige) de EBCDIC-kode. Een AS/400 kon pc-teksten alleen verwerken als hij de ASCII-tekens vermomde als EBCDIC. Elk pc-bestand moest dus ingepakt worden bij het opslaan en uitgepakt bij het lezen. Dat kostte twee keer processor-tijd. De PC Support-konnektiesoftware was op zich al traag, zodat de kommunikatiesnelheid tussen pc en AS/400 voor vele (maar niet voor alle) gebruikers onaanvaardbaar was.

Het nieuwe besturingssysteem veegt deze hele konvertietoestand weg door de invoering van een nieuw Integrated File System, dat bestanden opslaat in een “hiërarchische” boomstruktuur (zoals Dos/Windows en Unix dat altijd al doen). Het oude “vlakke” AS/400-bestandensysteem wordt gewoon een tak aan die boom, waar nu ook een “QOPENSYS” Unix- en een “QLANSERV”-bestandensysteem kunnen in worden ondergebracht. Dat laatste wordt door de zogenoemde LAN Server FSIOP kaart gebruikt bij AS/400’s die pc-netwerken beheren. De FSIOP (IBM blijft dol op ingewikkelde afkortingen) is gewoon een kaart met een Intel 486-processor en maximum 64 MB geheugen die in het In/Out systeem van de AS/400 wordt gestopt. Eigenlijk worden pc-netwerken op de AS/400 dus beheerd door een pc-server binnen de AS/400. “De FSIOP-kaart is marketingwijze een tussenoplossing tot de tijd dat de AS/400 als een echte server kan worden gepositioneerd, ” vermoedt Peter Silkens.

GEEN UNIX, MAAR UNIX.

De aankondiging uit mei 1994 bevatte nog andere vernieuwingen : AS/400 versie 3 zou een rijk gamma aan telekom-protokols gaan ondersteunen, waaronder het Internet- en Unix-telekommunikatieprotokol TCP/IP, en zou uiteindelijk ook Unix zelf gaan ondersteunen. IBM streeft officieel naar 100 % kompatibiliteit met de Single Unix Specification (voordien bekend als Spec 1170), een lijst van funkties die een Unix-systeem moet kunnen bieden om als “kompatibel” te worden beschouwd. “De bedoeling is niet om van de AS/400 een Unix-machine te maken, ” aldus Bleret. “Het doel is om commerciële, state-of-the-art Unix-toepassingen op de AS/400 te kunnen introduceren en zo de machine voor de klant aantrekkelijker te maken. “

Hij voegt eraan toe : “Met (de huidige) versie 3.1 zijn we aan 85 % kompatibiliteit volgens de Single Unix Specification. Volgend jaar rekenen we op 90 %. Dat zou dan betekenen dat je zo gemakkelijk een toepassing van één type Unix-machine naar een andere overzet, als van een Unix-machine naar een AS/400. “

Niet alleen AS/400-gebruikers zien brood in deze verandering. Ook de softwareleveranciers spelen hierop in. Het Duitse softwarebedrijf SAP, marktleider in grote, geïntegreerde client/server bedrijfstoepassingen (van boekhouding tot personeelsbeheer en produktie), heeft aangekondigd dat het tegen half 1996 zijn R/3 suite op het AS/400 platform zal beschikbaar hebben. Op dat ogenblik zal de AS/400 uitgerust zijn met de nieuwe 64 bit PowerPC-gebaseerde 620 RISC processor (zie kader : Nieuwe processor).

Net zoals SAP met zijn toepassingen het Unix-besturingssysteem heeft gelegitimeerd, zal het nu ook de AS/400 omhoog duwen, is de overtuiging van Peter Silkens bij General Biscuits. Uit goede bron vernemen we dat alvast Comelco, dat met 3 AS/400’s en meer dan 150 terminals en pc’s werkt, overweegt om scheep te gaan met SAP zodra de SAP R/3 suite op AS/400 beschikbaar is. Het Nederlandse Campina Melkunie, moederbedrijf van Comelco, gebruikt al SAP-toepassingen, maar dan onder Unix.

Het groeipad dat IBM sinds mei 1994 voor de AS/400 heeft uitgezet en waarvan de invulling gestaag doorgaat heeft de klanten en de informatica-industrie opnieuw vertrouwen gegeven. Dat blijkt ook uit de verkoopcijfers, zegt Pierre Bleret. “In een goed jaar, tot september 1995, hebben we het terrein herwonnen in termen van verkochte dozen dat we sinds 1990 verloren. In de Belux kent de AS/400 momenteel een groei van 14 % in omzet en van 40 % in eenheden. Het is werkelijk een markt die opnieuw dynamisch is geworden door de aankondigingen van mei 1994 (nvdr het besturingssysteem) en van juni 1995 (de RISC-processor). “

IBM gaat daarmee suksesvol tegen de trend in. “Het is het enige proprietary platform waarin een konstrukteur zo massief herinvesteert, ” onderstreept Bleret.

BRUNO LEIJNSE

PIERRE BLERET (IBM) Het beste van twee werelden bieden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content