Stop meer Tupperware in uw bedrijf

Met uitzondering van Tupperware Aalst – dat al sinds 1966 verantwoordelijk is voor het design van de beroemde Amerikaanse doosjes, bekers, vergieten of knoflookpersen – missen Vlaamse bedrijven creativiteit. Het Flanders District of Creativity moet zorgen voor nieuwe ideeën, talenten, markten en producten. Onder meer het IWT, de Vlerick-school en Mark Eyskens slaan hun handen en hersens in elkaar.

Miljoenen Amerikanen en meer en meer Europeanen leven zoals creatieve mensen – wetenschappers, kunstenaars, schrijvers, popartiesten – dat altijd gedaan hebben: in steden, in tolerante omgevingen, met een ander tijdsgevoel dan de kantoorkruk. Flanders DC is een equipe met als opdracht de ondernemingscreativiteit in Vlaanderen, en dus het aantal leden van de creative class aan Maas en Schelde, te vergroten.

Lorin Parys loopt voorbij een cursuslokaal van de Vlerick Leuven Gent Management School. Het auditorium zit eivol, en het Engels en de slides weerspiegelen een zakenschool in zomerkostuum. Flanders DC bestaat en pakt in de volgende weken uit met zijn eerste initiatieven. Parys, de algemeen directeur van de kleine taskforce voor de Vlaamse creativiteit, is een ex-advocaat van de Amerikaanse balie. De huisvesting van Flanders DC is symbolisch: pal in de ex-Philipsfabriek in Leuven, die vandaag een smeltkroes is van onderwijs, hightechbedrijven, consultants, sport en groen, en de taak van sleutelen, vijzen, frezen, boren achter zich laat.

Flanders DC werd opgericht door de Vlaamse regering met het statuut van vzw en een begroting van 2,3 miljoen euro per jaar tot 2009. De promotie- en studiecel wordt breed gedragen. Lorin Parys: “Wij hebben een voor Vlaanderen unieke en straffe raad van bestuur. Een aantal actoren die elkaar op armlengte zagen, treden nu samen op. Het doel is belangrijk: de Vlaamse economie de noodzakelijke zuurstof inpompen.”

Het IWT, Unizo, Voka, Flanders Investment and Trade, de administratie Economie (binnenkort het Vlaams Agentschap Ondernemen), de Vlerick-school – kennis van twee universiteiten -, het Interuniversitair Instituut voor Breedband, I-City van Hasselt (stadslaboratorium met 2000 gebruikers voor het toepassen van internet), Mark Eyskens (CD&V), Fons Leroy (nu VDAB), Johan Hanssens (politiek directeur van de VLD) raken elkaar in de raad van bestuur van Flanders DC. Bart Verhaeghe, CEO en chairman van het internationale bedrijf Eurinpro, presideert.

Vlaanderen zakt weg

Waarom werd Flanders DC opgericht? Na een grondige analyse van de Vlaamse economie door de professoren Koenraad De Backer en Leo Sleuwaegen bleek ten overvloede dat Vlaanderen achteroploopt bij creatieve processen, de levenscycli van producten en diensten en concepten. Lorin Parys: “De tijd van de ruwe technologie is voorbij. Technologie is niet langer de doorslaggevende factor voor bedrijven om succesvol te zijn op het internationale vlak. Technologie wordt een noodzakelijke voorwaarde, maar niet de determinerende voorwaarde. De innovatie moet voor de toekomst veel breder gezien worden en het gaat over ondernemingscreativiteit, dat is ons sleutelwoord.”

Parys stockeert feiten en cijfers tussen de oren: “Het concurrentievermogen van Vlaanderen krimpt: ons bruto binnenlands product (BBP) is tussen 1995 en 2003 minder snel gegroeid dan in vergelijkbare regio’s, wij worden minder aantrekkelijk voor buitenlandse investeringen. In 1982 was België goed voor 13 % van de vijftien Europese landen, in 2002 zakte dat naar 3 %. Dat is dramatisch.” Het Flanders DC Kenniscentrum, met vijf onderzoekers van de Vlerick-school, analyseert de richting: “De jobs in de Vlaamse industrie dalen sneller dan in de rest van de Europese Unie. De invoer van producten en diensten groeide tussen 1996 en 2002 met 70 %.” Lorin Parys vult aan: “Het rapport van de commissie-Vergrijzing zegt dat de veroudering van de Belgische bevolking tussen 2002 en 2030 3,6 % extra van het BBP zal kosten. We hebben meer jobs nodig om hetzelfde welvaartsniveau te behouden, en die zoek je via de creativiteit.”

Op het niveau van de bedrijven en de branches blijven de professoren Sleuwaegen en De Backer aanklagen dat Vlaanderen te veel concurreert op prijs en niet op creativiteit. “Het besef groeit gelukkig dat winnen op prijs een illusie is,” zegt Lorin Parys. “Het gaat niet alleen om het cijfer van het O&O-budget. Toen de Japanners de Amerikanen inhaalden met hun auto’s, stopten ze minder geld in onderzoek en ontwikkeling en lieten ze toch meer octrooien registreren dan de Amerikanen.”

De klassieke Vlaamse litanie blijft onverkort: O&O moet meer en sneller omgezet worden in producten. Lorin Parys: “Flanders DC kiest voor de term en het begrip ondernemingscreativiteit. Dat slaat op nieuwe combinaties van ideeën, talenten, markten, producten, samenwerking met andere bedrijven. Vlaanderen bezit veel kennis, maar concurreert niet slim genoeg. Tupperware uit Aalst is een uitzondering van de klassieke maakindustrie. In het Gentse Design Museum loopt een tentoonstelling over de vormgeving van de huidige Tupperware-creaties. We zijn te weinig fier op dergelijke scheppingskunde in Vlaanderen.”

Het schaduwcomité van AIB Vinçotte

Flanders DC is operationeel sinds april, en deze maand starten een reeks publieke projecten. Parys: “Wij kozen voor een sterk kenniscentrum, en een substantieel deel van het budget gaat naar research. Flanders DC is uniek in de wereld. In onze eerste opdracht, onderzoek en opleiding, onderzoeken we het verband tussen ondernemingscreativiteit en de groei van een regio. Een eerste rapport bekijkt in welke economische biotoop de Vlaamse ondernemingen werken in 2015. De twee hoofdbewegingen zijn de globalisering en de vergrijzing, en wij verkennen het parcours. In oktober volgt een doorlichting van het creatieve potentieel van de dertien Vlaamse centrumsteden en Brussel. Kan het goede in één stad andere steden bevruchten, en hoe wordt een stedelijke regio competitief? Na de jaarwisseling arriveert een derde project van het Kenniscentrum, waarin Vlaanderen vergeleken wordt met de wereldwijde groeistreken die in het netwerk van Flanders DC zitten. Wij denken in Vlaanderen vaak dat we het goed doen, en de hamvraag klinkt: klopt dat?”

Het eerste werkjaar van Flanders DC wordt besloten met een klapper: de Winter Academy voor laatstejaarsstudenten van de hogescholen en de universiteiten. “Specifiek die doelgroep willen wij vertrouwd maken met de ondernemingscreativiteit door vaardigheden te ontwikkelen en voorbeelden door te nemen. Wij leveren goede studenten en scholieren af in Vlaanderen, maar vergeten ze te koppelen aan ondernemingscreativiteit.”

Flanders DC selecteert de deelnemers van de eerste Winter Academy op basis van een wedstrijd via Vacature. De gegadigden trekken zich vier dagen terug in de Ardennen. Lorin Parys: “Interactief gaan ze zelf inpikken op ideeën, zij horen getuigenissen over ondernemingscreativiteit en dan hebben we het niet alleen over spitstechnologie. Ook in de klassieke maakindustrie en de diensten zijn er fascinerende initiatieven. Het controlebedrijf AIB Vinçotte had een schaduwdirectiecomité met jonge werknemers die dezelfde documenten ontvangen als het grote directiecomité. Daaruit vloeien nieuwe benaderingen en klemtonen. Ik denk ook aan de marketing. Het bronwater Bru was op sterven na dood. Sinds de jaren negentig is de omzet van het parelende water 38- maal hoger en de prijs is bijna verdubbeld, aan het product veranderde niets. Wij kunnen veel en weten veel. De traditionele schotten moeten echter geslecht worden. Het maken van nieuwe combinaties is het levensbloed van Flanders DC.”

Brainstormen met Mortier, Enthoven…

Analyseren is de eerste poot van Flanders DC. Daarop volgt het stimuleren, de senseofurgency duidelijk maken. Daarin past de GPS voor bedrijven, met Trends als partner. Deze global positioning-oefening groepeert op 22 september honderd ondernemers en experts rond de vraag: wat zien jullie gebeuren in de volgende tien jaar op technisch vlak, op omgevingsvlak. De resultaten gebruiken ze om de ondernemingscreativiteit in kleinere bedrijven aan te scherpen. Marc Descheemaeker van NMBS, Jens Mortier van Mortierbrigade, Axel Enthoven van Enthoven Associates en directeuren van Barry Callebaut, Bombardier, CenterParcs, Traficon, Ecover, Thomas Cook enzovoort, schreven zich in.

Lorin Parys: “Zes waardeketens schuiven we onder het vergrootglas op basis van het consumentenpatroon over de volgende tien jaar. Wij zetten op uitnodiging maximaal tien knappe koppen samen per waardeketen. Zo praat een Carrefour in de waardeketen ‘voeding’ bijvoorbeeld niet samen met de andere distributeurs, dat is meestal zo. Flanders DC begint bij het landbouwbedrijf, schakelt een transporteur in, Imec over nanotechnologie en de Voedselveiligheidsagentschappen en zo worden de zes clusters gevormd.”

Flanders DC telt vier medewerkers en het Kenniscentrum vijf. Lorin Parys: “De kleine competente ploeg is een bewuste keuze. Als organisatie heeft het weinig nut om nieuwe kanalen te graven. Onze kracht is dat wij een project, een filosofie voorstellen en die kunnen inschuiven in andermans nest. Het koekoeksjongprincipe. Wij willen de partners versterken. Ik zal bijvoorbeeld nooit een middelbare school bezoeken zonder ruggespraak met Vlajo, de Vlaamse Jonge Ondernemingen, want zij hebben een kanaal en dat vloeit goed. Vlerick is al decennia bezig met ondernemingscreativiteit en bestudeert of concepten van elders hier toegang kunnen vinden.”

Samenwerken met koplopers

De derde poot van Flanders DC is de internationale samenwerking met koplopers wereldwijd, zoals Sjanghai (China), Maryland (VS), Quebec (Canada), Baden-Württemberg (Duitsland), Catalonië (Spanje), en Nord-Pas de Calais (Frankrijk).

Lorin Parys: “Onze naam straalt creativiteit uit en hij slaat aan bij onze buitenlandse partners. Internationaal hebben wij met het Wereld Forum van Creatieve Regio’s in 2004 in Leuven een en ander losgewoeld. DC, waar staat het voor, districtofcreativity, wow, hoor ik vaak. In de herfst brengt Maryland de FDC-club, zo heten wij officieel, ons samen rond biotechnologie. Zelf zou ik nooit meer voor een verticale benadering kiezen, maar kom. Ik geloof in het snijvlak van sectoren, daar ontstaan de Senseo en de thuistap van de brouwers. Minister Fientje Moerman (VLD) opent de besprekingen en in 2006 zijn wij opnieuw, na 2004 in Leuven, de gastheer. Wij bouwen ook aan social community, ondernemers van FDC-netwerken zullen op het internet ervaringen uitwisselen.”

Met de Junior Chamber International zoeken de clubleden in de respectieve regio’s naar een Creative Young Entrepreneur. Die is onder de veertig en boekt een meerwaarde van 1 miljoen euro. “Wij geloven in de rol van voorbeeldfuncties, zij kunnen mensen enthousiasmeren,” hoopt Lorin Parys.

Frans Crols

“Wij leveren goede studenten en scholieren af in Vlaanderen, maar vergeten ze te koppelen aan ondernemingscreativiteit.”

“Ik geloof in het snijvlak van sectoren: daar ontstaan de Senseo en de thuistap van de brouwers.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content