STOCKHOLM

Onderkoelde schoonheid

Stockholm is de nieuwe culturele hoofdstad van Europa. Waar Thessaloniki vooral de nadruk heeft gelegd op de restauratie van het stedelijk patrimonium, staat cultuur in Zweden weer centraal. Logisch ook, want de vikingstad heeft van alle steden ter wereld de meeste theaters per capita. Op 18 januari e.k. wordt het startsein gegeven van een festival dat 1000 events bevat.

TEKST : HENK VAN NIEUWENHOVE / FOTO’S : ERIK TANGHE

Michael zit met zijn hoofd in zijn handen achter de toonbank van het souvenirwinkeltje dat hij uitbaat in Gamla Stan, de oude en pittoreske wijk van Stockholm met roots tot in de 13de eeuw. “Ik hou het niet langer uit”, zucht hij. “Excuseer me, maar mijn hoofd staat niet op zakendoen. Gisteren werd het om halftwee donker, vandaag is het nog somberder en verdween het licht al om halfeen. Ik word er gek van.”

Leven in een Zweedse winter is geen lachertje. Misschien verklaart de afwezigheid van licht het grote aantal zelfmoorden in dit land. Of is het de prijs van de alcohol ? Tussen 200 en 300 frank voor een glas bier ; tussen 500 en 600 frank voor een cocktail of een whisky. En toch zitten de kroegen en de danstenten elke avond aardig vol. Ook al moet je nog eens 200 tot 400 frank inkom betalen en 100 frank om je winterjas weg te hangen. Het leven ís duur in Stockholm : dit is geen cliché of mythe. “Toch wel”, zegt Jan Sandquist, perschef van Stockholm Europas Kultur Huvudstad 98. “Het leven is zo duur als je het zelf maakt. Als je in de betere restaurants à la carte wil eten en er nog een fles wijn bij bestelt, dan moet je diep in de geldbeugel tasten. Maar voor een paar honderd frank kan je ook een dagschotel eten. Of je kan doen zoals de meeste Zweden : thuis blijven, een hele winter lang.”

De winter

drukt op deze stad, maar geeft haar ook een onweerstaanbare charme. Zo rond 9 uur ‘s morgens is het min of meer dag en rond 2 uur ‘s namiddags begint het al te schemeren en worden de gebouwen sprookjesachtig verlicht. Zelfs het ‘uur blauw’ is hier niet echt blauw, maar eerder grijs. Grijs zijn ook de wateren die tussen de 14 eilanden van Stockholm doorheen meanderen. Maar bij het minste straaltje zon begint het zuivere water helder en blauw te fonkelen. Schepen glijden af en aan en laten de scheepshoorn loeien. Eilandjes die door middel van 55 bruggen met elkaar verbonden zijn, hullen zich in de mist. De aristocratische gevelpartijen van de oude huizen langs de oevers laten hun mooie kleuren op zeldzame momenten bewonderen wanneer de zon door het dominante wolkendek priemt.

Een winterse wandeling in deze stad is een gevecht met de koude ! Wollen sokken en handschoenen, muts over de oren, neus strak in de wind. Een glögg aan een kraampje om je binnenste op te warmen. En als je dan een pub of een havenkroeg binnenstapt, beginnen je wangen en oren te gloeien bij de warme kachel, alsof je een koortsaanval hebt. Maar de Zweden hebben geen kou. “Als het +3 graden is, lopen de vrouwen hier topless“, grapt onze taxichauffeur, nochtans afkomstig uit Iran, zoals vele chauffeurs hier.

Zweden zijn gehard door het klimaat en zien er uitermate gezond uit. Ze doen ook veel aan hun gezondheid : er zijn ontelbare fitnessclubs en sauna’s in de hoofdstad. De seksen worden wel gescheiden in het saunabad. Zweden zijn blijkbaar behoorlijk puriteins, zeker vergeleken met hun buren uit Denemarken, met wie ze zich overigens niet te best verstaan.

Wat doe je

in een stad als het zo vroeg donker is ? Een museum bezoeken of een tentoonstelling bekijken bijvoorbeeld. Mogelijkheden genoeg want er zijn 75 musea en meer dan 100 kunstgaleries, waar een pleiade van hedendaagse Zweedse kunstenaars aan hun trekken komen. Het Vasa Museet is een must. Hier wordt het schip bewaard dat in opdracht van koning Gustav II werd gebouwd en bij zijn maidentrip in 1628 kapseisde en zonk. Het lag 333 jaar op de bodem van de vaargeul, alvorens in 1961 bovengehaald te worden. Het schip dat in uitstekende staat verkeerde, staat sedert 1990 in al zijn glorie in het nieuwe museum te pronken. De duizend eiken die ervoor werden geveld, hebben dan toch ergens voor gediend. Een ander prachtig museum is het Historiska Museet waar u de gouden schatten van de vikings kunt bewonderen. Regelmatig spit een boer nog een kroon of ander juweel van een paar kilogram goud uit zijn akkers boven en hij krijgt een fikse beloning als hij de schat overdraagt aan het museum. De grootste goudschat die ooit gevonden werd, woog 14 kilogram, maar deze werd in opdracht van de Zweedse staat gesmolten. In het museum ligt een schat van 7 kilogram, bestaande uit grote gouden ringen die door elkaar heen gevlochten zijn. Het was waarschijnlijk een goudreserve, want de ringen zijn onversierd, maar juist daarom zo mooi als object. Wel versierd zijn de gouden halsbanden, opgebouwd uit concentrische cirkels en versierd met minuscule mensen- en dierenfiguurtjes van nauwelijks enkele millimeters groot. Indrukwekkend ! De duurste stukken worden op een half miljard geschat. De kelder kluis zeg maar waarin de voorwerpen bewaard worden, is dan ook met draconische veiligheidsapparatuur beschermd. Zelfs met het dynamiet van Alfred Nobel, krijg je de kluis niet open, zo verzekert ons de suppoost !

Bezoek ook het gloednieuwe Moderna Museet, het museum voor moderne kunst, dat op 14 februari e.k. plechtig zal geopend worden. Het museum gebouwd door de Spanjaard Rafael Moneo zal 1000 m² tentoonstellingsruimte omvatten, waar een van de belangrijkste collecties 20ste-eeuwse kunst van Europa tot zijn recht moet komen. Picasso, Braque, Dali, Duchamp, Matisse, Rauschenberg en ook onze René Magritte zullen er vertegenwoordigd zijn, naast tal van Zweedse kunstenaars als Ulf Rollof, Max Book, Ernst Billgren, Eva Lôfdall of Ann Sofie Sidén. Reizen uw kinderen mee, dan moet u beslist een kijkje gaan nemen in Junebacken, waar de sprookjeswereld van Astrid Lindgren en Selma Lagerlof wordt uitgebeeld ; of in Skansen, ‘s werelds grootste openluchtmuseum, waar u zich enkele eeuwen terug waant. De kinderen zullen trouwens tijdens het festival ruimschoots aan bod komen, want zo’n 250 events zijn op hen afgestemd !

Heeft u nu genoeg cultuur gehad, dan kunt u gaan baden in een van de twee historische badhuizen die Stockholm rijk is : Centralbadet, daterend uit 1904 ; Sturebadet uit 1885, precies honderd jaar later door een brand getroffen, maar weer helemaal opgeknapt.

Woont u hier ?

Een leugentje om bestwil : “Ja”. We logeren niet in het Grand Hotel, dat (bijna) hermetisch wordt afgesloten omdat éne Boris Jelstin hier op dit eigenste ogenblik vertoeft. De Russische president deed overigens een longaandoening op in Zweden. Maar we willen wel een (dure) cocktail drinken in de bar van het Grand Hotel. En we komen tot de vaststelling dat Jeltsin goede smaak heeft. Het hotel heeft nog veel van de grandeur van 100 jaar geleden. Maar zelf verkiezen we de small distinctive hotels in het oude stadsgedeelte : Victory, Lord Nelson en diens minnares Lady Hamilton, alle drie van dezelfde eigenaar volgens hetzelfde concept. Heeft de wijk Gamla Stan nog veel van haar middeleeuws karakter bewaard, met inbegrip van een warrig stratenplan met kromme straatjes, veelhoekige pleintjes en vele trappen, dan geeft de rest van de stad vooral een aristocratische indruk : het doet soms een beetje aan Sint-Petersburg denken. Grote lanen, riante gebouwen, paleizen, theaters en concertzalen die een koele rijkdom uitstralen.

Je stapt niet zomaar ergens binnen, maar je doet dat met een introductie. Veel gebeurt hier achter gesloten deuren. Je moet de adressen kennen, je moet je aanmelden, een invitatie op zak hebben, inkom betalen. De stad heeft iets van een grote privé-club waar je alleen als ingewijde je gading kan vinden. Niet zoals in Kopenhagen, waar je als het ware de kroegen en de clubs binnengezogen wordt.

Neem nu de beroemde Spy Bar. We hebben er drie keer over gedaan voor we eindelijk binnengeraakten. En dan was het nog toevallig omdat er een tentoonstelling van de jonge fotografe Kie Naddermier geopend werd. Wat dan weer het voordeel had dat de drankjes gratis waren. De Zweden houden bij voorkeur privé-feestjes : het zal wel met de prijzen van alcohol te maken hebben. De ene dag is de andere niet in de bars en clubs. Soms moet je betalen, dan weer niet. Vaak is de club afgehuurd voor een party of een bedrijvencocktail. Zo kan ook het publiek van dag tot dag erg verschillen. In de Tiger Bar vind je een overwegend jong publiek, maar wie wil dansen moet wachten tot 3 uur ‘s ochtends. Een aanrader is beslist Café Opera, met zijn prachtig beschilderde plafonds en zijn stemmige veranda waar laat op de avond de tafeltjes verwijderd worden om de dansvloer vrij te maken. Café Opera wordt gefrequenteerd door zakenlui die de bloemetjes willen buitenzetten.

De loopafstanden van het ene eiland naar het andere kunnen groot zijn. Taxi’s zijn duur en bovendien wordt er flink gesjoemeld met de tarieven. Neem dus de metro en meteen beland je in de grootste kunstgalerie van Zweden. Bijna alle stations zijn door plaatselijke kunstenaars onder handen genomen. De resultaten zijn verrassend en schitterend. Kunst is inderdaad alomtegenwoordig in deze stad, zelfs onder de grond !

Stockholm 98

wil geen copie zijn van Kopenhagen 96, al zou je dat in eerste instantie wel denken : nieuw museum hedendaagse kunst, indrukwekkend budget (3,6 miljard frank, plus 3,2 miljard voor de bouw van het museum en 800 miljoen voor de verfraaiing van de stad), enorme waaier activiteiten, nadruk op het actuele kunstgebeuren. “Het grote verschil is dat Stockholm voor 60 à 70 % Zweedse cultuur zal brengen”, verklaart Jan Sandquist. “Bovendien leggen we geen concept, geen thema, geen filosofie op. We vertrekken van een vraag : ‘Wat is cultuur ? ‘ En daarop krijgen we een antwoord van duizenden mensen, krijgen we dus duizenden antwoorden. Een voorbeeld is ArtGenda, waarbij kunstenaars jonger dan 30 uit zestien steden rond de Baltische Zee de totale vrijheid krijgen om te tonen wat ze willen. Een signaal om die Baltische staten, die zolang gescheiden zijn geweest, te verbinden door kunst.”

De grote steden lijken een strijd te voeren om de culturele en economische hegemonie in het noorden van Europa. Mag Stockholm zich de ‘metropool van het noorden’ noemen ? “Dat zou moeten want Stockholm is met 1,6 miljoen inwoners de grootste stad en ligt centraal”, aldus Sandquist. ” But we are not the big brother anymore. Zweden was ooit een wereldrijk dat zelfs een paar keer geprobeerd heeft Rusland onder de voet te lopen. Maar nu moeten we de fakkel doorgeven aan het rijkere Noorwegen, terwijl de Russen op hun beurt Sint-Petersburg naar voren schuiven.”

Toch doet Stockholm in niets aan vergane glorie denken. De stad die in 1896 de wereldexpo organiseerde, in 1912 de Olympische Spelen en in 1958 het WK voetbal (maar onlangs de Spelen van 2004 aan haar neus zag voorbijgaan), krijgt een steeds internationaler karakter. Duizenden Iranezen en Irakezen hebben hun geluk in Stockholm gezocht, net als Albaniërs, ex-Joegoslaven, Turken, Afrikanen en ga maar door. Vele Zweden hebben het daar moeilijk mee, maar anderen zien hierin juist een uitdaging voor de toekomst.

Een aantal bouwwerken legt de link naar de volgende eeuw : sporthal Globen, die met zijn grote ronde koepel gelijkt op een enorme zwam, een paddestoel die zich tussen de straatstenen omhoog heeft gewurmd ; de kristallen toren die ‘s nachts wanneer hij verlicht is, een lichtbaken vormt in deze stad aan de zee.

Op weg naar het oude stadsgedeelte wandelen we voorbij het parlement waar een hoorzitting bezig is. Het parlement is open voor het publiek, dus gaan we een kijkje nemen. Het uitzicht op de kabbelende waterpartijen die de stad bevloeien, is erg mooi vanop de persbanken. Het debat erg saai. Er zitten amper 5 kamerleden : het absenteïsme is zo mogelijk nog groter dan in het Belgische parlement, ondanks de aanwezigheid van 44,7 % vrouwen : een wereldrecord. De vrouw laat zich niet verknechten in Zweden.

Stockholm laat zich evenmin verknechten. Daarvoor heeft deze stad een te grote fierheid. Als weinig andere steden in Europa heeft Stockholm zich opperbest in zijn natuurlijke omgeving geïntegreerd. Het zoete water van de rivieren is perfect drinkbaar ; zowel overdag als ‘s nachts wordt er midden in de stad op zalm gevist. Sedert de 17de eeuw (koningin Kristina) mogen de burgers in Stockholm gratis vissen en jagen. Vissen doen de Zweden nog naar hartenlust. Jagen is er niet meer bij, toch niet in de letterlijke betekenis… Herten en rendieren krijgen de vrije loop en komen zelfs tot aan de rand van de stad, waar ze beschermd worden in het natuurgebied Ekoparken dat nu aan zijn winterslaap begonnen is.

Straks wordt het weer lente, zal het licht terugkomen als een symbool van leven. Als u in maart of april een bezoek brengt aan de culturele hoofdstad, zult u één van de hoogtepunten van het programma kunnen bijwonen : Peter Greenaway en zijn kijk op de wereld. In 1977 stuurde de NASA honderd objecten de ruimte in die de mensheid moeten symboliseren. Peter Greenaway maakt een eigen selectie : 100 objects to Represent the World. Eén van de duizend redenen om Stockholm te bezoeken.

Linksboven : sporthal Globen, een enorme zwam midden in de stad. Linksonder : het nieuwe museum voor moderne kunst. Rechts : de kristallen toren.

Linksboven : Grand Hotel. Linksonder : Fem Små Hus. Rechtsboven : Café Opera. Rechtsonder : Sturebadet.

Links : de pittoreske oude stad, Gamla Stan. Rechts : nachtelijke zalmvangst.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content