Stijgende melkprijzen, klagende boeren

Terwijl de wereld alarm slaat over te hoge voedselprijzen gieten Europese melkveehouders hun melk in de gootsteen. Te goedkoop. Nochtans gaan de melkprijzen na een tijdelijke dip weer omhoog.

Als imagoschade kon het tellen. De voorbije week goten honderden melkveehouders in België, Duitsland en Nederland hun vers geproduceerde melk zomaar weg. Bijna gelijktijdig, op dinsdag 3 juni, veegde Jacques Diouf, secretaris-generaal van de FAO, de rijke landen de mantel uit. De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties hield in Rome een wereldtop over de stijgende voedselprijzen. Volgens een recent rapport van de FAO bedreigen die het leven van zo’n miljard mensen. De Senegalees Diouf verweet het rijke Westen te weinig geld voor de derde wereld over te hebben. Hij hengelde meteen naar twintig miljard euro.

Waarom gieten Europese melkveehouders hun producten in de gootsteen op een moment van wereldwijde voedselschaarste? “Het doet me wat als boeren melk laten weglopen. Je spreekt hier over ondernemers die hun productie weggooien. Dit is dus een zeer ernstig signaal. Je kunt het niet zomaar naast je neerleggen”, zucht een aangeslagen Patrick Buggenhout. De algemene directeur van Milcobel leidt een coöperatie met 4600 leden-melkveehouders.

Toch valt in het hele verhaal meteen een belangrijke kanttekening op te tekenen. In België bleef het betrekkelijk rustig, op gemor in de Oostkantons na. Daar gooiden 500 melkveehouders hun wit product in de goot. Maar van de blokkades van zuivelbedrijven die de voorbije week herhaaldelijk aangekondigd werden, was geen sprake. In tegenstelling tot Duitsland en Nederland. Bij de noorderburen werden de blokkades opgeheven na gerechtelijk dwangbevel.

Leven met volatiliteit

In Vlaanderen bleef het rustig. De prijszetting verklaart de rust. Het ongenoegen in de buurlanden steeg tot een kookpunt door de contractonderhandelingen met de grootdistributie. Op het einde van maart bedongen de Duitse discounters een fikse korting als gevolg van de prijsdalingen op de melkmarkt (zie kader Vijf oorzaken voor een prijsdaling). Door dat manoeuvre schoten de melkveehouders met scherp op de macht van de grootgrutters. Vooral Aldi, Lidl en Penny waren kop van Jut. Critici vinden dat zondebokmechanisme erg goedkoop. Slechts een kwart van de melkproductie vloeit naar consumptiemelk. Bovendien bestaat twee derde van die consumptiemelk uit huismerken. De melkproducenten moeten dus zelf de toegevoegde waarde en het imago verhogen. Je bereikt geen melkvalorisatie als je het product in de goot stort.

En toch. Er worden wel degelijk harde discussies gevoerd met de supermarkten. “Je kan moeilijk ontkennen dat er een sterke concentratie bestaat. In Duitsland leveren honderd zuivelbedrijven aan vijf distributieketens”, analyseert Renaat De-bergh, secretaris-generaal van de Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie. “Maar je kunt dit niet alleen verklaren vanuit een eventueel marktmisbruik. Er ontstond een nieuwe marktsituatie. In 2007 werden de prijzen twee keer opwaarts aangepast in de supermarkten. Dat was ongebruikelijk en ongezien. Voordien werden steeds contracten onderhandeld op jaarbasis. Dit jaar zakten de prijzen. Dus hebben de supermarkten de prijzen neerwaarts heronderhandeld. Je krijgt dus voortaan halfjaarlijkse contracten. Dat is een zeer recente trend.”

Melkveehouders én consumenten zullen dus moeten wennen aan schommelende prijzen. Het Europese landbouwbeleid zorgde met zijn vaste prijzen, melkquota en dito interventies voor stabiele prijzen. Dat landbouwbeleid is zwaar hervormd. Het verklaart vandaag een deel van de prijsschommelingen. In een eerste fase, vorig jaar, rinkelde de kassa voor de melkveehouders door de scherpe prijsstijgingen. In het eerste halfjaar van 2008 kenden de melkprijzen een daling (zie grafiek Het jojo-effect van de melkprijs). Vandaag moeten de Europese boeren leren leven met volatiliteit.

Het verklaart waarom de Belgische acties grotendeels beperkt bleven tot de Oostkantons. Daar werken boeren die vaak de melkveehouderij als enige specialiteit beoefenen. Zij kennen de vrije-marktmechanismen niet. Bovendien zijn zij vaak afhankelijk van zuivelbedrijven die sterke banden hebben met Duitse grootgrutters. “In Duitsland daalde de prijs per liter met tien eurocent, na de contractonderhandelingen met de grootgrutters. In België ging er slechts zeven eurocent af”, rekent Eddy Leloup, hij is bij de Boerenbond verantwoordelijk voor de melkveehouders. “Het stille en onzichtbare syndicalisme speelde dus zijn rol. Sinds vorig jaar hebben we een gestructureerd overleg met de warenhuizen. De verstandhouding tussen de Boerenbond en de warenhuizen is vrij goed. Men ziet in dat de producenten onder druk staan. Maar het gaat hier dus niet om prijsafspraken.”

Dichtgeknepen billen

Bovendien hebben de Vlaamse melkveehouders meestal gemengde bedrijven. Wie bijvoorbeeld ook aardappels teelt en varkens kweekt, is al langer vertrouwd met de volatiele landbouwprijzen.

Toch knijpen sommige melkveehouders de billen dicht. De voorbije zomer klommen de melkprijzen pijlsnel. De zuivelbedrijven rekenden de prijsstijgingen niet meteen door aan hun leden coöperatiehouders, de melkveehouders. Melkveehouders maakten daarom de overstap naar de vrije markt. In tegenstelling tot bij de zuivelbedrijven krijgen de melkveehouders daar geen contractueel vastgelegde melkprijzen. Ze zijn afhankelijk van de prijsschommelingen op de vrije markt. Dat liep enkele maanden lekker, maar de weerslag volgde in het najaar. De prijs op de vrije markt daalde tot 60 %. Dat ging gepaard met fikse productieprijsverhogingen. Zoals krachtvoer, meststoffen, de pachtprijzen, energie.

Toch verwachten zowat alle waarnemers dat de melkprijs de volgende weken weer stijgt. De prijs van de magere melk gaat al omhoog. Die opwaartse race startte al voor de acties van de melkveehouders. In Europa speelt het seizoenseffect. Vanaf de zomer geven koeien minder melk, terwijl de consumptie klimt. Door de stijgende voederprijzen krijgen de koeien minder voedsel. Ook dat vermindert de melkproductie. Bovendien was het weer de voorbije winter slecht in Nieuw-Zeeland, een belangrijke zuivelproducent. Er zijn de fel stijgende voederkosten in de Verenigde Staten. “De melkprijs zal zich blijvend situeren op een niveau dat hoger is dan in 2006”, schat Buggenhout. “We landen momenteel op een hoger niveau dan de prijs van vóór de prijsstijgingen. We zullen de top van 2007 niet opnieuw bereiken. Maar toch een hogere prijs. De voorbije twee decennia hebben we een continue daling gekend van de reële melkprijzen. Dat kon niet blijven duren. What comes down, must go up.” Ook de impact van de melkveehouderacties wordt voelbaar. Een boer uit de Kempen, die aan de vrije markt levert, zag zijn prijs de voorbije week met 15 % klimmen.

Diverse kenners uit de wereld van de zuivel juichen trouwens – vooral binnens-monds – het zuiverende karakter toe van de huidige strubbelingen. Er zullen weer een aantal melkveehouders afhaken. Het gaat in hoofdzaak om kleinere, weinig rendabele bedrijven. De grotere en professionele spelers blijven overeind. Die trend naar meer grootschaligheid duurt in België al minstens een kwarteeuw (het aantal melkveehouders daalde sinds 1984 met 72 %). Toch blijft de gemiddelde productie met 270.176 liter onder de drempel van 400.000 liter die door sectorkenners als minimale rendabiliteitsvereiste wordt genoemd. Meer consolidatie betekent meer marktmacht. En daar was het de melkveehouders toch om te doen, de voorbije dagen? (T)

Door Wolfgang Riepl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content