Sterven op de werkvloer

Een onderzoek naar het familiale aandeelhouderschap en een vermogensschatting bij de familie Van Hool is een complexe zaak. In de balansen die bij de Nationale Bank werden ingediend en bij het handelsregister, zijn er weinig details. De enige zekerheid is de evenwichtige verdeling van het aandeelhouderschap van het voertuigenbedrijf over vijf familietakken.

Van Hool telt negentien aandeelhouders, verspreid over de tweede en de derde generatie. De controleholding boven de busbouwer is Immoroc. De negentien aandeelhouders zijn de vertegenwoordigers van vijf familiale takken. De jongste waardering van de onderneming gebeurde in december 1999. De revisor kleefde toen een waardering van 18,7 miljard frank (464 miljoen euro) op de nv Van Hool. Dat was echter een schatting op basis van gevoelig hogere nettowinsten dan vandaag.

Tussen 1996 en 1998 haalde de onderneming telkens nettowinsten van ruim 40 miljoen euro. Bovendien keerde het controlevehikel Immoroc al zeker sinds 2002 geen dividenden uit aan zijn aandeelhouders. De gerealiseerde winsten werden altijd in de onderneming gepompt. Het was wellicht geen aderlating voor het clubje van negentien, dat ook elders – vooral via vastgoedactiviteiten – extra inkomsten vergaart. Bovendien worden de actieve familieleden vergoed voor hun prestaties. “Maar ze tonen niet het provocatieve gedrag van sommige andere managers met bonussen, commissies of directiewagens”, vindt Luk De Bock, secretaris van ACV-Metaal Mechelen. “Ze gaan ook nooit uit eten. Bij Van Hool is dat soort spanningen er niet. In andere bedrijven krijg je irritatie omdat je sommige dingen weet en ziet.”

Bernard Van Hool (1902-1974) zette het bedrijf op de kaart. De stamvader overleed toen hij aan het werk was, tijdens een bezoek aan Batibouw. Hij bouwde in 1947 zijn eerste bus op een legertruckchassis. Die bussenbouw was een vrij late roeping. Voor de Tweede Wereldoorlog had hij een diamantslijperij. Later een machine voor het uitbroeden van kippeneieren. Een technisch zeer kundige man dus. Hij ontwikkelde diverse nieuwe machines. Ook de voorloper van wat vandaag een rolbrug heet, een onmisbare schakel in productieprocessen.

In de jaren zestig veroverden de bussen van Bernard de wereld. Het is bijna onwezenlijk wat deze entrepreneur creëerde. In Koningsjeut, een dorp van keuterboeren in de Zuiderkempen, bouwde de stamvader een van de meest kwalitatieve voertuigenbedrijven van de wereld. Met vandaag ruim 4000 werknemers en een fabrieksterrein van bijna een kilometer langs de Aarschotsesteenweg. En met de hoofdingang – uiteraard – in de Bernard Van Hoolstraat.

“De familiale afstammelingen hebben een ongelooflijk respect voor de grootvader”, oordeelt vakbondsman De Bock. “In de vergaderzaal is Bernard heel zichtbaar. Met een foto en een buste. Ik denk dat ze elke avond een gebedje prevelen voor de vader. Ze horen hem dan zeggen: ‘Alsjeblieft jongens, probeer eens overeen te komen’. Dat is een inschatting. Maar dat respect voor de vader is er zeker.”

Toch zal Bernard niet voldoen als bindmiddel tegen de familiale strubbelingen. In 1999 werden drie familiale takken uitgekocht. Volgens een toenmalige nauwe medewerker wonnen de behoudsgezinde takken de strijd. Het deel van de familie dat het meest openstond voor extern kapitaal heeft het onderspit gedolven. De takken met de meeste kinderen lieten zich uitkopen. Dat waren ook de meest bekwame mensen.

Met de uitkoop van de drie takken verdween ook Alfons Van Hool. Hij had zich in de jaren negentig opgeworpen als de nieuwe leidersfiguur. “Het klasrijke bindteken van de familie, de zalvende paus zoals dat in vakbondskringen heet”, schreef Trends in 1996. Ook zijn dochter Isabelle werd toen getipt als een van de grote beloftes.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content