Sterke vrouwen

Elke ondernemer moet “risico’s nemen”. Maar in hoeverre kan hij daarbij de belangen van vrouw en gezin op het spel zetten ? Ingrid Ollevier en Mireille Pynaert deelden 8 jaar lang in de ekonomische overlevingsstrijd van hun echtgenoten. “Hoe minder we wisten, hoe beter,” zeggen beide dames. Zij zijn de managersvrouwen achter Lernout & Hauspie Speech Products. Een reportage.

De fotosessie loopt ten einde. Ingrid Ollevier (45 j.) en Mireille Pynaert (42 j.) omklemmen nog even dapper de Trends-poster waarop hun beide echtgenoten prijken Jo Lernout en Pol Hauspie. Onze fotograaf drukt twee rolletjes van 36 Fujichrome-dia’s af. “Zólang heb ik mijn echtgenoot nog nooit vastgehouden,” grapt één van beide dames. In de tot studio omgebouwde woonkamer barst uitbundig gelach los.

Het is het klassieke probleem. Drukbezette managers zijn praktisch nooit thuis. Ingrid Lernout en Mireille Hauspie hebben net als zovele andere echtgenotes hiermee leren leven. “Ik kan me gewoon niet meer inbeelden dat Jo om 5 uur ‘s avonds zou thuis komen, de pantoffels aantrekt, in de zetel neerploft, zijn krant leest en naar het tv-journaal kijkt,” merkt mevrouw Lernout op.

Elke managersvrouw zoekt een modus vivendi. Ze trekt een muur op tussen haar gezin en de hektische zakenwereld van haar echtgenoot. Daarachter probeert ze dan haar eigen plaats en funktie in te vullen. Managersvrouwen willen geen schaduw zijn, ze zijn een individu met een eigen identiteit. Vaak is dit hun enige wapen om overeind te blijven in een ekonomische overlevingsstrijd waarin zij door manlief willens nillens worden meegesleurd.

Lernout & Hauspie Speech Products ( LHS) is zo’n voorbeeld. Acht jaar lang vochten Jo Lernout en Pol Hauspie met hun hele hebben en houden voor het voortbestaan van het Ieperse spraaktechnologiebedrijf. “Wij hebben alles geriskeerd, inclusief ons gezin,” bekent Pol Hauspie vader van twee dochters : Sarah (17 j.) en Deborah (15 j.). “Velen vinden dit een onverantwoorde daad. Maar als je derden vraagt om geld in je bedrijf te investeren en de bankier vraagt ook jou om een risico te nemen, dan doe je dat gewoon.”

BORG.

In de lente van ’90 verkeert LHS in diepe geldnood. Jo Lernout en Pol Hauspie kloppen aan bij de bank Paribas en slagen erin dankzij bemiddeling van topman Maurits Wollecamp een cruciale kredietlijn van 100 miljoen frank los te weken. In ruil hiervoor stellen beide entrepreneurs zich prompt persoonlijk borg. “Wat ons toen restte aan privé-bezit werd mee op de weegschaal gelegd,” vertelt Pol Hauspie. “Onze echtgenotes wisten hiervan. Ze ondertekenden mee, voor kennisname.”

Mireille Pynaert getuigt : “Ik heb toen mezelf voorgenomen om me nog zo weinig mogelijk van het bedrijf aan te trekken. Niet dat het me niet meer interesseerde eerder integendeel. Maar ik wilde mezelf en mijn relatie met Pol beschermen. Indien ik alles had geweten waarmee mijn man toen bezig was welke engagementen hij had genomen dan was dit onze relatie zeker niet ten goede gekomen. In zulke omstandigheden kies je voor een blind vertrouwen.”

“Hoe minder we wisten, hoe beter,” herinnert Ingrid Ollevier zich over die periode. “Voor onze gezinssituatie leek dit de beste oplossing. Jo en Pol hebben in die periode enorm gestresseerd rondgelopen, wat tot uiting kwam in de kleinste dingen.”

“We hadden toen nauwelijks een andere keus,” herinnert Jo Lernout zich vader van Stephen (16j.) en David (15j.). “Het was dat of de stellige zekerheid dat we het bedrijf kwijt waren. Er werkten toen al zo’n 70 à 80 werknemers bij LHS. We hebben werkelijk alles op alles gezet, in het volle besef dat hierdoor ook de belangen van ons gezin op het spel kwamen te staan.”

VERTROUWEN.

De jaren ’89 tot ’91 verliepen toen voor LHS biezonder moeizaam. De wedden van de werknemers konden op bepaalde momenten niet of onvolledig worden uitbetaald. Het bedrijf werd gedagvaard door de RSZ. Tot overmaat van ramp verloor het aandeelhouderssyndikaat Gimv/BeneVent/VIV dat toen 33 % bezat alle vertrouwen in het bedrijf. De investeerders weigerden in juni ’90 in te tekenen op een broodnodige kapitaalverhoging en eisten vroegtijdig hun kapitaal terug (zie Trends, 5 sept. ’94).

Op de valreep slaagden Jo Lernout en Pol Hauspie er toch in om het vereiste overbruggingskapitaal bijeen te krijgen. Hoe is nog steeds niet erg duidelijk maar de bank Paribas, de Kortrijkse ondernemer Fernand Cloet en investeerders uit het Verre Oosten (via het filiaal Lernout & Hauspie Far East Ltd.) zouden hierbij een cruciale rol hebben gespeeld.

Mireille Pynaert die van opleiding een accountant is besloot rond die tijd op eigen houtje een job te zoeken. Ze werd boekhoudster bij het Roeselaarse informaticabedrijf Compuvision. Een bewuste keuze. “Zij ging werken om den brode,” verduidelijkt Pol Hauspie. “En ik ben niet te beschaamd om dat te zeggen.”

De job betekende voor mevrouw Hauspie een fundamentele ommekeer. Zegt ze : “Voordien, in de jaren ’70, heb ik altijd samengewerkt met mijn man we runden toen samen een boekhoudkantoor. Pol gaf mij steeds het gevoel dat ik in een taxi zat : hij zei welke richting we uit moesten en ik zorgde ervoor dat de taxi veilig en wel aankwam. Mijn job bij Compuvision was voor mij een persoonlijke groei. Voor het eerst deed ik iets zonder mijn echtgenoot. Ik ben er professioneel zelfstandiger op geworden.”

Ook Ingrid Ollevier besliste twee jaar later om een eigen broodwinning te zoeken. In ’92 startte ze, samen met haar schoonzus, een franchisezaak op van de winkelketen Body Shop in Aalst. Zegt ze : “Een dure onderneming : 6,5 miljoen frank voor het totaalkoncept. Gelukkig had ik nog wat spaarcenten opzij gelegd. Het ware harde, maar interessante onderhandelingen met de bank. Toen ik het businessplan voorlegde, vroeg mijn bankier of Jo en Pol borg wilden staan. Ik heb van meet af aan neen gezegd. Zij hebben met onze zaak niets te maken. Mijn bankier heeft Jo trouwens niet één keer gezien. In Aalst kent men mij als de madam van de Body Shop, niet als mevrouw Lernout. Daar ben ik blij om. Ik heb altijd al iets als zelfstandige willen bewijzen, natuurlijk niet op zo’n grote schaal als Jo en Pol.”

De Body Shop-zaak in Aalst bolt volgens Ingrid Ollevier aardig. Silvaden, de winkelvennootschap, is in ieder geval rendabel : vorig boekjaar (afsluitdatum maart ’95) werd een nettowinst geboekt van net geen half miljoen frank (op een eigen vermogen van 2,6 miljoen frank). “Tijdens de kerst- en nieuwjaarsperiode werkten we er met 7 à 8 man. Onze omzet is gestegen met 6 % tegenover vorig boekjaar. En ik ben materieel zelfstandig. Ik kan, indien nodig, mijn gezin financieel onderhouden.”

RISICO.

De persoonlijke borgstelling van Jo Lernout en Pol Hauspie bleef vijf jaar lang van kracht. Al die tijd maakte LHS geen winst. En de omzet bleef op een laag niveau pruttelen (21 miljoen in ’93, 83 miljoen in ’94). Pas heel recent dankzij de beurslancering, op 1 december ’95, op de Amerikaanse Nasdaq (een operatie die het bedrijf één miljard frank kapitaal opleverde) hebben Jo en Pol die borgstelling kunnen terugkopen. Toen was de kredietlijn van LHS bij de bankiers Paribas en Bacob al opgelopen tot grosso modo 500 miljoen frank (in korte-termijnschuld). En in de post “overgedragen verliezen” stond (op 30 september ’95 dus één maand voor de beursintroduktie) een bedrag ingeboekt van 2,1 miljard frank.

“Pol en Jo zijn altijd al risiconemers geweest,” glimlacht Mireille Pynaert. “Ondernemen is risico nemen. Toch heb ik nooit durven denken dat het zo’n grote proporties ging aannemen. Pol en Jo trouwens óók niet. Het is een geleidelijk proces, waar je stap voor stap induikelt. Je investeert je spaarcenten in een zaak, het bedrijf groeit, er volgen nieuwe investeringen, je zoekt weer naar kapitaal, je neemt engagementen en voor je het goed en wel beseft vaar je op een boot die niet meer terug kan. Je moét vooruit. Op het ene moment engageer je je voor 100.000 frank, en op het andere moment voor ettelijke miljoenen. Je begint te leven van dag op dag.”

Maar hoeveel “risico” kan een ondernemer hierbij nemen ? Kan hij de belangen van zijn echtgenote en gezin fundamenteel op het spel zetten ? Wat indien de persoonlijke borgstellingen van Jo en Pol bij een faillissement het inkomen van de echtgenotes hadden aangevreten, waardoor de toekomstkansen van het gezin waren gehypotekeerd ? Is dit etisch verantwoord ? Onvermijdelijk dringen dergelijke vragen zich op.

Pol Hauspie : “Eerlijk gezegd. Die vragen stel ik me niet. Ze lijken me niet erg relevant. Een ondernemer start op basis van een aantal ideeën. Hij zet op een bepaald ogenblik iets in gang waarin hij gelooft en blijft geloven. Hij gaat alsmaar verder de ingeslagen weg op en mikt op de lange termijn.”

Ingrid Ollevier : “Toen Jo in ’87 de NV Lernout & Hauspie Speech Products oprichtte, verkochten we ons pas gebouwde huis in Dadizele en stopten we al het geld in de zaak. Weinig koppels zullen ons dit nadoen, denk ik.”

ZELFSTANDIG.

“Dit klopt,” zegt Mireille Pynaert. “Ook Pol en ik zijn nooit erg risicoschuw geweest. Ik zie hem in ’76 nog altijd die computer kopen een Philips-310 een kanjer van een machine waarvoor we de deur van ons boekhoudkantoor moesten openbreken. Iedereen verklaarde ons toen goed gek. Een computer kopen, was een enorme investering. En aangezien we geen geld meer hadden om de software te kopen, begon Pol zelf te programmeren. Juist hierdoor legde hij de basis van zijn softwarebedrijf HPP ( Hauspie Pol Poperinge), dat we in ’84 doorverkochten aan Prodata. Er werkten toen zo’n 30 man.”

Ingrid Ollevier : “Een Westvlaming wordt geboren met een baksteen in de maag. Wel, Jo en Pol hebben altijd het verlangen gehad om iets op zichzelf te beginnen. Jo’s ouders waren zelfstandige ondernemers, in elektriciteit. Ze waren met 14 bij hem thuis. Hij kreeg die ondernemingsdrang waarschijnlijk met de pap ingelepeld. Toen hij in ’84-’85 het Barco Graphics-filiaal in Boston uit de grond stampte, rijpte voor het eerst het idee om met spraaktechnologie te starten. Als er een gat is in de markt, dan is het daar, zei hij altijd. Bij zijn terugkomst in België als marketingdirekteur bij Wang België bleef dit idee ononderbroken door zijn hoofd spoken.”

Mireille Pynaert knikt : “Om in zo’n verhaal te stappen zoals Jo en Pol hebben gedaan, moet je radikale keuzes maken. Weinig relaties kunnen dit aan. De voorzitter, gedelegeerd bestuurder of topmanager van een multinational kan ontslag nemen. Jo en Pol zijn entrepreneurs, zij kunnen niet zomaar uit dit avontuur wegstappen.”

Terugblikkend op de acht hektische opstartjaren, besluit mevrouw Hauspie : “Dit leven nog eens opnieuw 20 jaar lang uithouden, zou ik eerlijk gezegd niet kunnen. Je kan je terecht de vraag stellen of Jo en Pol wel mannen zijn om een huwelijksleven mee te beginnen. Tóch ben ik ervan overtuigd dat we voor hen een onmisbaar tegengewicht zijn. Wij laten hen voelen dat ze met hun voeten in een normale wereld staan. Dat zou ik dan ook als boodschap willen meegeven aan andere managersvrouwen : ga niet met je mannen wedijveren of probeer hen niet te imiteren, dit is zinloos. Hun zelfstandigheid biedt je echter de kansen om zélf bepaalde kwaliteiten te ontwikkelen. Het scherpt je zelfvertrouwen aan, je leert jezelf beredderen, je bent op jezelf aangewezen. Het geeft ook een zeer grote vrijheid, altijd maar die mannen buitenshuis. En zoiets is mij veel dierbaarder dan een echtgenoot die zich bij thuiskomst druk maakt over de ontbrekende plakjes ham in de koelkast.”

Mevrouw Lernout glimlacht, en met een vleugje ironie : “Ach, we zijn zo gelukkig en we weten het niet eens.”

PIET DEPUYDT

MIREILLE PYNAERT (MEVROUW HAUSPIE) Om in zo’n verhaal te stappen, moet je radikale keuzes maken.

POL HAUSPIE EN JO LERNOUT (LHS) Nooit erg risico-schuw geweest.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content