Stemmen op het net

Internationaal telefoneren via het Internet kan u flink wat geld besparen. De investering is gering, de klankkwaliteit Spartaans.

De Amerikaanse telefoonmaatschappijen maken tegen wil en dank reclame voor het telefoneren-via-het-Internet. Zij hebben de Federal Communications Commission namelijk gevraagd het fenomeen te verbieden. Het zou een inbreuk betekenen op hun monopolie op telefonie. Daarmee geeft America’s Carriers Telecommunication Association toe dat de zogenaamde interphones of webphones geen speelgoed zijn, maar big business en big money. Via zo’n soft- en hardware-oplossing kan u immers intercontinentaal bellen aan de prijs van een lokaal gesprek. U betaalt verder enkel nog uw Internet-abonnement. Helemaal ernstig voor de telefoonmaatschappijen wordt het als Netscape over een paar maanden effectief de interphone CoolTalk van InSoft zou bundelen met de “Atlas”-versie van de Navigator-software. Meer dan 80 % van de “Internauten” gebruikt software van Netscape. De FCC wacht tot 8 juni e.k. commentaren in.

Maar wat is de kwaliteit van die interphones en hoe werken ze ? We nemen als voorbeeld WebTalk van Quarterdeck, het Amerikaanse bedrijf dat geleid wordt door de Vlaming Gaston Bastiaens.

Een proefversie van WebTalk kan u momenteel gewoon ophalen op de Quarterdeck website. Afgezien van deze software en uiteraard een Internet-aansluiting, heeft u een microfoon en een geluidskaart-met-luidsprekers nodig. Deze worden vandaag standaard bij vele pc’s geleverd en kosten los hooguit enkele duizenden frank.

“Interfonie” is maar mogelijk door een efficiënte digitalisering en compressie van de spraak, zodat die met een gering aantal bits per seconde over de nauwe kanalen van het Internet kan worden verzonden. Voor die compressie werkt Quarterdeck met de codering/decodering, alias codec, van Lernout & Hauspie Speech Products (Quarterdeck heeft ook een Iepers filiaal opgezet in het kader van Flanders Language Valley).

Probleem met de “interfonie” in het algemeen en met de codecs in het biezonder is dat er nog geen akkoord is over een standaard. U kan daardoor momenteel enkel “interfoneren” met andere gebruikers die dezelfde software hebben. Dat verklaart waarom WebTalk geleverd wordt met een licentie voor twee gebruikers. Kan u tenminste al beginnen.

DYNAMISCHE IP.

Hoe vindt u uw correspondent ? Goede vraag. De gewone internauten hebben immers geen vast adres op het Internet. Uw Internet-toegangsleverancier haalt voor u, telkens u bij hem inbelt, één van zijn Internet-adressen ( IP-nummers) uit zijn hoge hoed en dat is dan uw adres voor die sessie. Het is dus niet iedere keer hetzelfde IP-nummer dat u krijgt. Hetzelfde zal waarschijnlijk ook het geval zijn met uw potentiële correspondent. Om dat probleem op te lossen, organiseerde Quarterdeck het WebTalk Server Network. Dat is de website http://webtalk.quarterdeck.com waar u gewoon naartoe kan surfen. U meldt er zich met een (al dan niet echte) naam en een aantal identificatiegegevens en met een wachtwoord.

U start vervolgens het WebTalk-programma op en krijgt dan een lijst met “kamers” (opgegeven belangstellingsvelden, bijvoorbeeld) geserveerd, waarin u een aantal andere ingelogde WebTalk-gebruikers vindt. U selecteert er één, klikt op de Call-functie en wacht op het “Hallo” uit uw boxen. U antwoordt gewoon in uw microfoon. Zo simpel is dat. U kan zelf ook een “kamer” aanmaken in WebTalk en daar dan gaan zitten “wachten”. U kan verder een e-mail-adres opgeven en via e-mail (laten) corresponderen. Of zelfs naar de thuisbladzijden van gebruikers springen, als ze die hebben opgegeven. WebTalk voorziet ook een chat-venster, waarin u in real time schriftelijk over en weer kan communiceren als de klank het laat afweten. U kan dat venster de hele tijd open laten staan. Kortom, Webtalk is een tamelijk complete elektronische versie van een babbellijn. De conversaties zelf zijn privé.

DIRECT BELLEN.

De klankkwaliteit op onze 100 Mhz/16 MB/486-machine met 28,8 kilobits/seconde modem en 16 bits geluidskaart is heel aanvaardbaar. De stemmen zijn een beetje aan de blikken kant, maar wel duidelijk. Met de vertragingen in de conversatie valt te leven. U zal dit pakket wellicht niet willen gebruiken om zakenrelaties op te bellen, maar in een internationaal verspreid bedrijf kan het wellicht meer zijn dan een gadget.

U kan uw correspondent immers ook rechtstreeks bellen. Daarvoor moet u dan :

1. Zijn internet-adres alias IP-nummer kennen (u kan hem vragen het IP-nummer van de sessie door te mailen, maar het is ook mogelijk, mits een meerprijs, bij de service providers vaste IP-adressen te hebben ; u hoeft daarvoor nog geen permanente Internet-verbinding te hebben).

2. Zorgen dat hij on line is.

3. Zorgen dat hij WebTalk opgestart heeft en voor ontvangst geconfigureerd.

Allemaal zaken die te regelen vallen. Als de klankkwaliteit te slecht mocht zijn, kan u WebTalk op half-duplex zetten. U kan dan niet beiden tegelijk spreken, maar de kwaliteit is beter. En voor we het vergeten, u kan dit programma ook gebruiken over het gewone bedrijfsnetwerk, voor zover het tenminste de Internet-protocols kan draaien.

Met dat alles lijkt niet de techniek, maar eerder het wetboek de beslissing te zullen nemen of interfoneren een normale zaak wordt of niet. De kwaliteit van de eerste telefoons was ook niet perfect.

BNL

WebTalk van Quarterdeck kost 2390 frank.

WEBTALK VAN QUARTERDECK Eenvoudig bedieningspaneel. De kaart wijst u de locatie van uw correspondent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content