Stedenbouwkundige lasten toch niet onwettig

Een arrest heeft een einde gemaakte aan de stedenbouwkundige lasten die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aanrekende bij de aflevering van een vergunning. Advocaat Philippe Coenraets legt uit wat wel en niet verandert.

PHILIPPE COENRAETS. Bij de aflevering van een stedenbouwkundige of een verkavelingsvergunning legt de overheid aan de titularis, meestal in natura, een aantal lasten op. Dat gaat dan over een wegennet, gebouwen, voorzieningen, groene ruimten, enzovoort. De lasten kunnen ook betrekking hebben op de verbintenis van de vergunninghouder om het eigendomsrecht op die werken gratis over te dragen aan de overheidsinstantie die de vergunning aflevert. En ze kunnen geheel of gedeeltelijk vervangen worden door de betaling van een geldsom die vervolgens aangewend wordt voor soortgelijke werken.”

Het arrest van de Raad van State van 15 juni zou dit systeem op de helling zetten?

COENRAETS. “Het arrest vernietigt twee uitvoeringsbesluiten die de Brusselse regering nam om meer duidelijkheid te scheppen in het mechanisme van de stedenbouwkundige lasten. Maar artikel 100 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (Cobat) – de wettelijke basis voor de stedenbouwkundige lasten – komt helemaal niet op losse schroeven te staan door het vernietigingsarrest. Dat wil zeggen dat de lasten in principe in geen enkel geval afgeschaft worden en dat de bevoegde instanties ze kunnen blijven opleggen.”

Maar dan niet meer onder de omstandigheden die golden vóór het arrest van 15 juni.

COENRAETS. “Inderdaad. Aangezien de stedenbouwkundige lasten geen belasting vormen, maar een retributie, is de Raad van State van oordeel dat alleen werken die rechtstreeks in verband staan met de door de vergunning toegelaten bouw of verkaveling belast kunnen worden. Idem als de lasten bestaan uit een geldsom die toegewezen moet worden aan de uitvoering van bepaalde werken. Door aan te stippen dat de regering in haar besluiten de stedenbouwkundige lasten niet kon ‘tariferen’ – omdat elk project verschillend is – geeft de Raad van State aan de overheid die de vergunning aflevert weer machtiging om de omvang van de op te leggen lasten te beoordelen, rekening houdend met het evenredigheidsbeginsel.”

Kan je de lasten terugkrijgen door te verwijzen naar het arrest van de Raad van State?

COENRAETS. “Er is niets dat zegt dat, indien de uitvoeringsbesluiten er niet geweest waren, de aanvragers van een vergunning ontsnapt zouden zijn aan de stedenbouwkundige lasten. Sommigen zouden misschien in de verleiding kunnen komen om aan te voeren dat die lasten dan misschien minder hoog waren dan diegene die effectief werden opgelegd.

“Maar gaat een rechter zomaar in de plaats treden van de administratie om te bepalen hoe hoog de opgelegde lasten mochten zijn? Laten we niet vergeten dat de stedenbouwkundige lasten een compensatie vormen voor de negatieve gevolgen van een project op de omgeving. Het lijkt me dan ook een moeilijke zaak om een terugbetaling van de lasten te eisen als de werken waarvoor ze als tegengewicht moesten dienen al effectief uitgevoerd zijn…”

Maar sommige vergunningen die tot nog toe vrijgesteld waren, zouden nog belast kunnen worden?

COENRAETS. “De facto is er niets dat een gemeente ervan weerhoudt om stedenbouwkundige lasten op te leggen voor een project dat tevoren genoot van een uitzonderingsregime.

“Zonder te willen vooruitlopen op eventuele wetgevende of reglementaire ontwikkelingen, moeten we vaststellen dat het arrest van de Raad van State diverse gevolgen kan hebben die niet noodzakelijk in de richting gaan van wat de indieners van het bezwaar voor ogen hadden.”

Door Philippe Coulée

“Een gemeente kan stedenbouwkundige lasten opleggen voor een project dat tevoren van een uitzonderingsregime genoot” (Philippe Coenraets)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content