Stad om van te dromen

Barcelona heeft het museum Picasso, maar is vooral een stad om in te wandelen en te kijken. Om van de ene verbazing in de andere te vallen.

De Catalaanse architect Antoni Gaudí is onlosmakelijk verbonden met Barcelona. De toerist kan er niet naast kijken. La Pedrera en de Casa Battló zijn indrukwekkende huizen die de art nouveau-stijl ten top hebben gedreven met exuberante en onverwachte vormen en kleuren. En dan is er het Parc Guëll, een luxe tuinpark, met onder meer een honderd meter lange kronkelende zitbank met kleurrijke keramiekstukken. Maar het hoogtepunt is ongetwijfeld de Sagrada Familia, bejubeld door de ene, verguisd door de andere. In 1882 begon de architect Villar i Lozano aan de kerk in neo-gotische stijl, maar al snel gaf hij de opdracht door aan Gaudí. Gaudí liet er zijn fantasie op los, en maakte een kruising van neo-gotiek en modernisme. Het resultaat is het onconventioneelste kerkgebouw ter wereld. Dat bovendien nog in volle opbouw is. Tussen de vier magistrale torens staat een torenhoge kraan. De binnenkant van de kerk is volledig open en is een grote werf. Je kan met de lift naar boven gaan, maar de trap is aan te raden want veel spannender. Wie hoogtevrees heeft, blijft wel beter met zijn voeten op de begane grond.

Gaudí is bekend, maar Barcelona telt honderden andere huizen, die misschien minder spectaculair zijn, maar allemaal architecturale hoogstandjes. Als je langs de grote avinguda‘s van de Eixample-wijk loopt, val je van de ene verbazing in de andere. Ook vandaag is Barcelona op architectuurvlak leidinggevend.

Het hart van de stad is de Barri Gòtic, de oude stad met de kleine, smalle straatjes. En met in het centrum de kathedraal. Van hieruit werd enkele jaren geleden een erg geslaagde poging gedaan om de stad terug te verbinden met de zee.

Barcelona is een kunststad. Picasso heeft er zijn museum. De vroege uurtjes zijn de beste voor een bezoek, want het museum is een gewilde trekpleister (ook voor allerlei schoolreizen). En Juan Miró is ook van de partij in deze stad.

Een ander aantrekkingspunt is de Montjuïc. De heuvel die buiten Barcelona ligt en waar een aantal musea, een pretpark, botanische tuinen en het olympisch complex liggen. Voor de sportliefhebbers mag een bezoek aan het gigantische Nou Camp-stadion van Barcelona niet ontbreken. Deze stad gaat echt uit de bol voor voetbal. De 80.000 plaatsen zijn regelmatig bezet.

Barcelona is niet goedkoop wat hotels betreft, maar voor de rest is de levensduurte er vergelijkbaar met hier. Cafés en restaurants hebben gewone prijzen. Op de mooiste plekken kan je een frisdrank krijgen voor 40 frank. Naar Barcelona kan je makkelijk met de eigen wagen, een goede 1400 kilometer (via betalende autosnelwegen). Met het vliegtuig kan ook erg goedkoop (EBA bijvoorbeeld, 6600 frank heen en terug). Een viertal dagen is zeker niet te weinig voor deze stad met veel en beklijvende indrukken.

GUIDO MUELENAER

Sagrada Familia Onconventioneelste kerk ter wereld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content