STAAR JE NIET BLIND OP EEN BEPERKING

Auke Van Den Ackerveken wil niet als een slechtziende door het leven gaan, ze wil gewoon worden beoordeeld op wat ze kan. “Daarvoor is duidelijke communicatie essentieel”, weet haar voormalige teamleider Kristin Mertens.

Auke Van Den Ackerveken, senior quality assurance associate bij farmabedrijf Janssen Pharmaceutica, twijfelde of ze een interview wilde geven. Ze wil niet als een slechtziende door het leven gaan, maar worden beoordeeld op wat ze kan. “Het is niet omdat je een beperking hebt, dat je een slechte werkkracht bent”, stelt ze. Ze leidt aan retinitis pigmentosa en maculair oedeem. “Een rechte lijn loopt voor mij niet recht, en als jij naar me zwaait, kan ik je niet herkennen”, zegt ze. Haar zicht blijft verslechteren en ze kan ook almaar minder vormen onderscheiden. De diagnose viel in haar laatste jaar aan de hogeschool, waar ze industriële wetenschappen studeerde. Er bestaat geen medicijn om de ziekte te genezen. Op de arbeidsmarkt valt Auke in een doelgroep: die van mensen met een arbeidsbeperking. Daar word je niet vrolijk van. “Je wilt vooral dat werkgevers zien wat je wel kunt.”

Auke wilde bij Janssen Pharma aan de slag, waar er een vacature voor een stabiliteitsexpert was. Bij het eerste sollicitatiegesprek vertelde ze niets over haar beperking. Ze wilde niet dat die meespeelde in de selectie. Tijdens een onderhoud met de supervisor bracht ze haar gezichtsprobleem wel ter sprake. Die reageerde begripvol en stelde enkele vragen, onder meer over de verwachte impact ervan op haar werk.

Reuzencomputer

Aanvankelijk had Auke geen hulpmiddelen nodig. Ze werkte op een gewone laptop. Wel merkte ze dat ze bij visuele presentaties moeilijker kon volgen. Met de tijd stelde haar overste de vraag of ze geen extra hulpmiddelen nodig had, om zich het werk gemakkelijker te maken. Auke sprak de bedrijfsarts aan. Hij nam contact op met de Brailleliga, die een expert zond om het werk en de werkplek van Auke te analyseren en haar in te lichten over mogelijke hulpinstrumenten. Er werd contact opgenomen met de dienst arbeidsbeperking van de VDAB, die een subsidie verstrekte. Enkele maanden later kreeg Auke een Vocatex.

Het toestel ziet eruit als een reuzencomputer en kan documenten scannen en voorlezen. Ze beschikt ook over een softwarepakket dat lezen vergemakkelijkt. Met de Vocatex kan ze ook op teksten inzoomen. Tijdens presentaties zit Auke altijd vooraan.

Onwetendheid

“We hebben het geluk dat Auke vlot communiceert”, stelt Kristin Mertens, die tot voor kort haar teamleider was. “Je kunt als werkgever wel gissen hoe iemand zich voelt, maar uiteindelijk weet alleen je werknemer dat. Bovendien werk je met een team en ben je niet enkel met die ene persoon bezig. In die zin is de openheid van Auke essentieel om te maken dat ze optimaal functioneert.”

Auke knikt. Ze wil gewoon haar werk doen. “Mijn slechtziendheid staat los van mijn werk.” Kan ze haar baan blijven doen als haar zicht verder afneemt? Kristin Mertens twijfelt: “Er zijn toch taken die dan lastig worden.” Auke knikt begrijpend, maar schudt dan het hoofd. “Mijn werk zou moeilijker worden, maar niet onmogelijk. Met de gepaste hulpinstrumenten zou ik mijn opdracht zelfs blindelings kunnen uitvoeren.”

Dat klinkt mooi, maar wat met de kosten voor haar werkgever? Het softwarepakket en de Vocatex kostten handenvol geld, maar die betaalt de VDAB. Mocht ze minder productief worden, dan gelooft Auke dat een premie haar werkgever een duwtje in de rug kan geven om toch te kiezen voor een persoon met een arbeidsbeperking. Kristin Mertens knikt: “Als mensen met een arbeidsbeperking zoals Auke perfect kunnen functioneren, zie ik niet waarom een subsidie nodig is. Mocht er een gereduceerde output zijn, dan sta ik wel achter zo’n premie.”

Geruststelling

Zelfs met premies en de steun van bemiddelaars zoals de Brailleliga en de VDAB steekt de Vlaamse werkzaamheidsgraad van mensen met een beperking (42,7 %) af tegen die van valide collega’s (77 %). Bij Janssen kennen ze Auke ondertussen en zien ze nog doorgroeimogelijkheden. Zou ze ook elders durven te solliciteren? Auke knikt beslist. “Bij mijn vorige sollicitatie wist ik nog niet goed wat ik wel of niet kon, want het was mijn eerste baan. Maar intussen ken ik mijn sterktes en ga ik voor een baan die daarbij past. Zolang mijn beperking geen obstakel is, vermeld ik ze pas nadat ik ben aangeworven. Ik zou mijn werkgever ook meteen geruststellen door hem in te lichten over mijn hulpinstrumenten.”

Moet een kandidaat zijn arbeidsbeperking tijdens de selectie ter sprake brengen? Kristin Mertens: “Ik zou het graag vooraf willen weten, om te zien welke impact de beperking heeft. Welke extra kosten en inspanning brengt ze met zich? Wat kunnen we doen om een aanwerving mogelijk te maken? Voor al die informatie hang je af van de mondigheid van de sollicitant.”

“Ik begrijp dat werkgevers onwennig zijn”, besluit Auke. “Ook bij Janssen voelde het alsof ik me de eerste maanden moest bewijzen. Dat is een normale, menselijke reactie. Maar ze mag niet verhinderen om voor mensen met een arbeidsbeperking te kiezen. Ik begrijp dat je bij twee gelijkwaardige profielen voor de persoon zonder beperking kiest. Dan hoef je de last er niet bij te nemen. Maar je moet mensen wel op hun kwalificaties beoordelen.”

Dat is volgens Auke vaak nog niet overal het geval. “Voor veel werkgevers blijft de aanwerving van mensen met een arbeidsbeperking een taboe. Je moet de oplossingen willen zien. Ik probeer zo positief mogelijk om te gaan met mijn beperking en er zo open mogelijk over te communiceren. Het zou fijn zijn als werkgevers hetzelfde doen. Wie niet enkel focust op de beperking van een medewerker, ziet ook zijn professionele troeven.”

GOELE GEERAERT, FOTOGRAFIE KRIS VAN EXEL

“Zolang mijn beperking geen obstakel is, vermeld ik ze pas nadat ik ben aangeworven” Auke Van Den Ackerveken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content