Spel met handicaps

In België blijft golf groeien, maar in traditionele golflanden als de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk gaat de populariteit achteruit. De sport probeert zich opnieuw uit te vinden, om beter in te spelen op de behoeften van het publiek.

Nog maar enkele jaren geleden voorspelden sommige golfgoeroes dat golf zou blijven groeien naarmate de babyboomers met pensioen gingen en zich op de fairways zouden storten. Ze vergisten zich. In de Verenigde Staten — veruit de grootste golfmarkt ter wereld — is het spel in verval. Ongeveer de helft van de wereldwijde golfterreinen bevindt zich in dat land en volgens een studie uit 2011 draagt de sport zowat 70 miljard dollar bij aan de Amerikaanse economie. In 2013 speelden ongeveer 25 miljoen Amerikanen golf. Dat is 18 procent minder dan in 2006, hoewel de bevolking van de Verenigde Staten in die tijd met 6 procent is toegenomen. Golf oefent lang niet meer dezelfde aantrekkingskracht uit op jongeren en minderheden — de groepen die de toekomst van het spel moeten verzekeren. In de voorbije jaren was de uittocht van spelers groter dan de toevloed.

In 2013 verdween in de Verenigde Staten het equivalent van 160 achttienholesbanen. Het was het achtste jaar op rij dat er een daling was volgens de National Golf Foundation. Steve Skinner van Kemper Sports, een belangrijke uitbater van golfterreinen, denkt dat het nog wel tien jaar duurt vooraleer de vraag en het aanbod weer in evenwicht komen. Omdat maar een handvol nieuwe terreinen gepland is, gaan de architecten op zoek naar werk in het buitenland. “Als golfbaanarchitectuur op de beurs zou worden verhandeld, zou het aandeel op dit ogenblik zo goed als waardeloos zijn”, zegt Brian Curley, die een groot deel van zijn tijd besteedt aan de aanleg van golfbanen in China.

Professioneel golf blijft een gezonde sector, omdat de sponsors en de adverteerders zich nog altijd richten op de rijkere, oudere man — de kerngroep van de golfkijkers. Zij vinden het spel nog altijd de moeite waard, ook al neemt hun aantal af. Maar verkopers van golfuitrusting staan zwaar onder druk. Vorig jaar moest de retailer Dick’s Sporting Goods honderden werknemers in zijn golfafdeling ontslaan. Nike en Adidas zijn enkele fabrikanten van sportartikelen die hun inkomsten uit recreatief golf zagen wegsmelten. Ook de kijkcijfers voor golf op televisie zijn gedaald.

De terugval valt deels toe te schrijven aan de economische crisis. In 2008 ging de participatie in de private en de openbare golfclubs in de Verenigde Staten achteruit. Sinds de economie weer aantrok, doen chique banen op goede locaties het opnieuw goed, maar het middensegment van de golfbanen en terreinen in dunbevolkte gebieden hebben het lastig. Veel gemeentelijke golfbanen werden gesloten, omdat de overheid de steun aan golf niet langer kan verantwoorden, nadat ze heeft bezuinigd op onderwijs en sociale diensten.

Het beloftevolle Oosten

Op sommige markten buiten de Verenigde Staten maakt golf opgang. In China, waar Mao golf in 1949 verbood en de aanleg van nieuwe golfbanen niet is toegestaan, boomt de sport nog altijd. Heel wat banen worden aangelegd onder het mom van ‘groene ruimte’ of ‘zones voor ecotoerisme’, maar de recente anticorruptiecampagne van de overheid heeft de ontwikkeling van nieuwe terreinen vertraagd. Het feestje is nog niet voorbij, zegt golfbaanontwerper Curley, maar “alle knipperlichten zijn aan en de flikken staan klaar om in te grijpen”.

Op de meeste traditionele markten — zoals Australië, Japan, Engeland, Ierland en Schotland — heeft golf het moeilijk. In Engeland bijvoorbeeld is het aantal mensen dat minstens één keer per maand golf speelt sinds 2007 gedaald met meer dan een kwart. Ook het aantal clubleden neemt af. In Australië is het ledental met een vijfde achteruitgegaan sinds de piek in 1998. In Japan ligt de participatiegraad 40 procent lager dan op het hoogtepunt begin jaren negentig.

Er zijn ook enkele nieuwe scheuten: in Duitsland, België en Tsjechië bijvoorbeeld is golf een groeiende sport. In 2013 — het recentst bekende cijfer — waren er in ons land 59.479 spelers, tegenover 53.191 in 2009. En elk jaar sluiten zich gemiddeld twee nieuwe clubs aan bij de Koninklijke Belgische Golffederatie. Maar die opkomende landen vormen slechts een fractie van de Amerikaanse markt.

Tiger-bubbel

De aantrekkingskracht van golf is tegelijk ook een nadeel. Achttien holes uitspelen — de norm in de sport — neemt viereneenhalf uur of meer in beslag, de verplaatsing en de lunch niet meegerekend. De Amerikanen, die voortdurend in tijdnood zitten, besteden zelden zo veel uren aan één activiteit, behalve misschien aan slapen en intercontinentale vliegreizen.

Golf is ook een moeilijke sport. In 1914 sprak de Amerikaanse president Woodrow Wilson in naam van veel gefrustreerde golfers, toen hij het spel omschreef als “een vergeefse poging om een ongrijpbaar balletje in een obscuur gaatje te krijgen met uitrusting die daarvoor nauwelijks geschikt is”. Robert O’Neill, de Navy Seal die Osama bin Laden neerschoot, werd door zijn psycholoog aangespoord om golf te gaan spelen, maar hij vond dat “stresserender dan vechten”. Het reglement is tweehonderd pagina’s lang, veel te log om mee te nemen in een golftas. “Golf is mijn leven, maar ik leer nog nieuwe regels bij telkens als ik speel”, zegt Charles Grace, die op Wall Street werkt en al dertien jaar golf speelt.

Golf is mettertijd zelfs nog moeilijker geworden. In de jaren negentig en in de beginjaren van deze eeuw werden de golfprofs almaar beter en gingen ze door innovaties in de uitrusting de ballen verder slaan. De ontwerpers begonnen met elkaar te wedijveren om langere circuits vol hindernissen aan te leggen. Die banen bevoordeelden sterke, mannelijke golfers. Voor veel spelers zijn ze een te hard labeur.

Als er een sterspeler opduikt, krijgt de sport vaak een onverwachte opstoot. Geen enkele sterspeler werkte zo als een magneet op het publiek als Tiger Woods. Toen hij eind jaren negentig kampioenschappen begon te winnen, stapten mensen die tevoren vonden dat golf een tijdverdrijf was voor rijke, blanke mannen ook op de tee. De Tiger-bubbel spatte uit elkaar, toen bekend raakte dat Woods zich buiten de baan stout gedroeg. Toen begon hij ook nog slecht te spelen en raakte hij lange tijd geblesseerd.

Niemand is er tot nu toe in geslaagd de populariteit van Woods te evenaren. In december stond Johnny Manziel, een bekende footballspeler, op de cover van het magazine Golf Digest. Hij heeft weinig banden met de sport, maar hij is in de Verenigde Staten bekender dan als de meeste professionele golfers.

Uit de luie stoel

Golf moet meer dan ooit vechten voor een deel van de vrije tijd van het publiek. Niet minder dan 80 miljoen Amerikanen beoefenen geen enkele sport. Wie wel uit zijn luie stoel geraakt, geeft de voorkeur aan keiharde training. Dat verklaart de opkomst van triatlons, kitesurfen en andere adembenemende activiteiten. En sinds mensenheugenis heeft golf het nooit zo moeilijk gehad om spelers jonger dan 45 aan te trekken. De Y-generatie in de Verenigde Staten wil minstens op korte termijn vooruitgang zien als ze een sport beoefent. Met golf is dat niet vanzelfsprekend.

De sport probeert zich te vernieuwen, om beter in te spelen op de behoeften van het publiek. Een mogelijkheid is spelers negen in plaats van achttien holes te laten spelen. Dat kan vooral vrouwen en jongeren aantrekken. In Zuid-Korea is screengolf populair. Het spel wordt gespeeld in golfsimulators, al kijken golfsnobs erop neer. In de Verenigde Staten experimenteren sommige golfterreinen met footgolf, waarbij met een voetbal op achttien enorme holes wordt gemikt. Het gaat snel en trekt jonge spelers aan.

Olympische Spelen

Golfclubs als St Andrews in de staat New York, de oudste club in de Verenigde Staten, investeren in oefenafslagplaatsen en simulators, zodat het publiek toch kan golfen zonder het traditionele spel te spelen. Golf heeft ook behoefte aan meer spontaneïteit. Privéclubs organiseren meer familieactiviteiten. Onlangs hebben enkele wanhopige clubs hun afkeer voor denim achter zich gelaten en zijn ze ook mensen in jeans beginnen toe te laten.

TopGolf wordt door velen in het golfestablishment beschouwd als een model voor de redding van de sport. Het lijkt op een kruising tussen een bowlingbaan in de openlucht en een sportbar. Mensen duiken er op in groepjes of maken afspraakjes om te eten en te drinken, en beproeven hun geluk bij een nieuwe golfervaring: witte golfballetjes met sensoren in enorme gekleurde gaten slaan, die moeten doorgaan voor een doel op een green. De technologie maakt uit of de bal in het holletje gaat en kent navenant punten toe. Tijdens de weekends wachten de klanten soms uren om aan de beurt te komen. Intussen kunnen ze bier en cocktails drinken, biljarten of videospelletjes spelen.

Ken May, de CEO van TopGolf, zegt dat het concept de drie hoofdproblemen van het golf oplost: het is betaalbaar, informeel en vermakelijk. Zowat 4 miljoen mensen — de meesten jonger dan 40 — zullen dit jaar TopGolf uitproberen in een van de vijftien vestigingen in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Golfprofessionals maken zich op om die locaties af te dweilen en de spelers te tonen hoe gemakkelijk de echte golfsport wel is. Die moderne uitloper is wellicht een goede business op zich, veeleer dan een kweekvijver voor nieuwe spelers.

Anderen hebben hun oog laten vallen op een ander rekruteringsmiddel. In 2016 doet golf voor het eerst in 112 jaar zijn intrede op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Mensen die nog nooit naar golf op tv hebben gekeken, zullen voor het eerst in contact komen met de sport. Dat zal het profiel van de sport beslist opkrikken en mogelijk nieuwe spelers aantrekken in Latijns-Amerika en Azië. Maar de waarschijnlijkheid dat de Amerikanen massaal terugkeren naar de sport, is even groot als de kans op een hole-in-one.

THE ECONOMIST

Golf heeft het nog nooit zo moeilijk gehad om spelers jonger dan 45 aan te trekken.

Robert O’Neill, de Navy Seal die Osama bin Laden neerschoot, vond golf “stresserender dan vechten”.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content